Bloed, Bloedvaten en Circulatie (deel 1) Flashcards

1
Q

Uit welke twee circulaties bestaat het cardiovasculaire systeem?

A

Long- en systemische circulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat brengt bloed allemaal?

A

O2, voedingsstoffen (glucose, amino-zuren, vitaminen) en hormonen naar de weefsels, en voert afvalstoffen (NH4+, bilirubine, creatine) en CO2 af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de eisen van het bloedvatenstelsel?

A

Het bloedvatenstelsel is een

  • druk- gereguleerd,
  • gesloten systeem waarin het bloed
  • vloeibaar moet zijn, maar
  • niet onbeperkt mag weglopen als er een beschadiging optreedt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk type bloedvat omschrijft de volgende punten?
•Hoog-druk systeem
•Dikwandig (voelbaar)
•Zonder druk kleinere diameter
•Zuurstofrijk bloed in systemische circulatie
•Bevat geen kleppen

A

Arterie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk type bloedvat omschrijft de volgende punten?
•Laag-druk systeem
•Dunwandig (zichtbaar)
•Zonder druk collabeert het vat
•Zuurstofarm bloed in systemische circulatie
•Bevat kleppen

A

Vene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de functies van de capillairen?

A
  • Epicardial Arteries: transport
  • Small arteries: regulation
  • Arterioles: regulation
  • Capillairen: exchange
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij welk type capillair is de weerstand het hoogst?

A

Arterioles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de formule voor gemiddelde arteriële druk?

A

Diastolic pressure + (pulse pressure/3) (onder druk + (polsdruk/3))

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de formule voor compilatie van een bloedvat?

A

∆ Volume / ∆ druk (energie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de formule van Flow?

A

∆P / R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de wet van Poiseuille?

A

R = 8Ln/(pi*(r)^4))

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Door welke 3 systemen wordt bloeddruk gereguleerd?

A
  • lokaal / autoregulatie
  • centraal / neuronale regulatie
  • centraal / endocrine regulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Is het neuronale systeem voor bloeddruk regulatie op korte of lange termijn?

A

Korte termijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Is het endocrine systeem voor bloeddruk regulatie op korte of lange termijn?

A

lange termijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de definitie van fysiologie?

A

De leer der levensverrichtingen. Alles wat wij doen als levend organisme. Het probeert alles te integreren; alles hangt met elkaar samen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de functies van bloed?

A
  • Transport van gassen, voedingsstoffen, hormonen en metabole producten (afvalstoffen)
  • Regulatie van pH en ionencompositie interstitiële weefsels
  • Stolling
  • Immuunsysteem
  • Stabilisatie van lichaamstemperatuur (distributie van warmte en kou)
17
Q

Wat zijn de effecten van (nor)epinephrine op het gladde- en hartspierweefsel?

A

Gladde spierweefsel: contraction

Hartspierweefsel: relaxatie

18
Q

Dmv autoregulatie worden verschillen in de ‘flow’ gedetecteerd door locale receptoren. Noem de ‘inducers’ van vasodilatoren

A
  • verlaagde O2
  • verhoogde CO2
  • verhoogde metabolische zuren zoals lactaat
  • verhoogd NO
  • verhoogd K+
  • verhoogd H+
  • inflammatie
  • verhoogde lichaamstemperatuur
19
Q

Dmv autoregulatie worden verschillen in de ‘flow’ gedetecteerd door locale receptoren. Noem de ‘inducers’ van vasoconstrictors

A
  • prostaglandinen
  • producten die vrijkomen door geactiveerde bloedplaatjes
  • leukocyten
  • endotheel
20
Q

Wat is het effect van verhoogde CO2 in het bloed?

A

Relax precapillary sphincters

21
Q

Wat is het effect van leukocyten in het bloed?

A

Constrict precapillary sphincters

22
Q

Wat is het effect van verlaagd O2 in het bloed?

A

Relax precapillary sphincters

23
Q

Wat is het effect van gerelaxeerde precapillaire sphincters?

A

Verhoogde blood flow

24
Q

Wat is het effect van contracted precapillaire sphincters?

A

Verminderde blood flow

25
Q

Wat is het effect van verhoogd NO in het bloed?

A

Relax precapillary sphincters -> verhoogde blood flow

26
Q

Wat gebeurd er in een gladde spiercel als ET-1 bindt aan een ETA receptor?

A

De receptor wordt geactiveerd waardoor uiteindelijk Ca2+ en PKC worden gevormd, zodat er contractie is van de spiercel

27
Q

Wat gebeurd er NO dmv endothele cellen vrijkomt en bindt aan een receptor van de gladde spiercel?

A

Dan wordt guanylyl cyclase geactiveerd waardoor het enzym PKG wordt gemaakt dat zorgt voor relaxatie