Kliniek anamnese Flashcards

1
Q

Wat is anamnese?

A

Gesprek waarbij arts en patiënt samen nagaan wat de patiënt zich kan herinneren aan relevante zaken betreffende gezondheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de functie van de anamnese?

A

– info verzamelen medisch probleem en over de context patiënt – info verzamelen mbt actueel probleem
– monitoren beloop klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uit welke 4 (globale) bestaat het geneeskundige proces?

A
  • Diagnostiek
  • Prognostiek
  • Behandeling
  • Individuele preventie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar kan de diagnostiek uit bestaan?

A

– Anamnese
– Lichamelijk onderzoek
– Aanvullend diagnostisch onderzoek
– laboratoriumonderzoek (bloed, urine, feces,..
- beeldvormend onderzoek: echo, Röntgen, CT, MRI, PET, … functietests)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe veel % van de diagnosen kunnen worden herleidt uit de anamnese?

A

90% (aanvullend onderzoek is vaak ter bevestiging / uitsluiting van andere aandoeningen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de onderdelen van de anamnese?

A

• Oriëntatie en exploratie klachten, betekenis en hulpvraag
• Gerichte anamnese
– specificeren hoofdklacht
– relevante contextinfo verzamelen (medisch & sociaal!)
– hypothesetoetsende vragen stellen
• Soms volledige tractus anamnese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar bestaat de oriëntatie uit?

A

Personalia, reden van komst - ‘Wat kan ik voor u doen?’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar bestaat de exploratie uit?

A

– Klachten in eigen woorden patiënt
– Hoofdklacht te onderscheiden?
– Betekenis voor de patiënt (zorgen, angsten, hinder, gevolgen)
– Hulpvraag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn hulpvragen? (voorbeelden)

A

– Verwachtingen van patiënt mbt arts en zorgsysteem
– Agenderen: wat eerst aanpakken
– Afstemmen verwachtingen en mogelijkheden arts en patiënt
‘verwijsbrief? u eerst goed onderzoeken!’
– Aansluiten medische acties bij ideeën en leefomstandigheden patië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar staat ALTISO voor?

A
– Aard
– Lokalisatie
– Tijdsbeloop
– Intensiteit incl. gevolgen 
– Samenhang/situatie
– Overige klachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar kan acute draaiduizeligheid naar wijzen?

A

Hersenaandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar kan licht in het hoofd + hoog cardiovasculair risico naar wijzen?

A

Hartafwijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar kunnen klachten tijdens aanspanning naar wijzen?

A

Hartafwijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar kan langdurig en eenzijdig slecht horen naar wijzen?

A

Brughoektumor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar kunnen neurologische uitvalsverschijnselen naar wijzen?

A

Hersenaandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar kan een lage bloeddruk naar wijzen?

A

Hartafwijking

17
Q

Waar kan een onregelmatige pols naar wijzen?

A

Hartritmestoornis

18
Q

Wanneer gebruik je een volledige tractusanamnese?

A

Met screenend doel:

  • bij vage klachten (moeheid), zoeken naar extra info
  • opsporen nieuwe klachten bij ziekenhuisopname of medische keuring
19
Q

Welke stijl moet een HA aannemen bij de Oriëntatie en exploratie klachten betekenis en hulpvraag?

A

Open, patiëntgericht, luisteren, begrip tonen

20
Q

Bij de gerichte anamnese (specificeren hoofdklacht,
contextinfo verzamelen,
hypothesetoetsende vragen incl alarmklachten
soms volledige tractusanamnese) welke houdingen moet een HA aannemen respectievelijk?

A

Structuur + open + doorvragen

Structuur + open + doorvragen

Gesloten, kort

Gesloten, kort

21
Q

Wat is heteroanamnese?

A

Anamnese afnemen bij een ‘naaste’ voor aanvullende informatie of soms als enige bron van info (i.g.v. comapatiënten, kind, dementie)

22
Q

Wat is een valkuil m.b.t. omgaan met emoties patient?

A

gevoelens toedichten aan patiënt, te snel ‘begrijpen’, bagatelliseren, geruststellen, willen oplossen