Bloed, vaten en circulatie (deel 3) Flashcards
Wat houdt hemostase in?
Tegengaan van bloedverlies
Wat houdt anti-trombotisch in?
Bloed vloeibaar houden (doel van endotheel cellen in bloedvaten)
Uit welke mechanismen bestaat hemostase?
- Vasoconstrictie: verminderde bloedflow (door endotheelcel)
- Vorming van een plug van bloedplaatjes
- Vorming van een bloed stolsel als gevolg van coagulatie (fibrine-clot)
- Oplossen van het fibrine weefsel (fibrinolyse)
Wat zijn bloedplaatjes?
Cytoplasmatische fragmenten afgesnoerd van megakaryocyten o.i.v. thrombopoietine (geen organellen, wel granules)
Hoe worden bloedplaatjes ook wel genoemd en waarom?
Thrombocyten omdat ze van belang zijn bij bloedstelping / stolling (trombose)
Wat bevatten de granules van de bloedplaatjes oa?
ADP, Serotonine, Epinephrine en Thromboxane A2
Als er een gat/wond tussen twee endotheel cellen is, komt er collageen vrij. Wat kan hieraan binden?
Een bloedplaatje
Welke cross-factor is nodig zodat een bloedplaatje kan binden aan collageen?
von Willebrand Factor (vWF)
Wanneer komen de granules van de bloedplaatjes vrij (incl ADP, Serotonine, Epinephrine en Thromboxane A2)?
Als een bloedplaatje geactiveerd is (aka is gebonden aan vWF)
Wat brengen ADP, Serotonine, Epinephrine en Thromboxane A2 teweeg?
Vasoconstrictie
Wat doet Thromboxane A2 naast vasoconstrictie nog meer?
Nog meer bloedplaatjes activeren waardoor aggregatie ontstaat.
Is het mechanisme van Thromboxane A2 een positieve of negatieve feedback loop?
Positief, het activeert alleen maar meer bloedplaatjes
Welke crosslinker zorgt ervoor dat bloedplaatjes elkaar kunnen activeren?
Fibrinogeen
ADP kan binden met een receptor op een bloedplaatje. Hoe heet deze receptor?
Gp2b-3a receptor
Als de Gp2b-3a receptor geactiveerd is, wat kan er dan gebeuren?
Dan kan fibrinogeen binden aan het bloedplaatje
vul in: … zorgt dat het proces van hemostase wordt geactiveerd, … zorgt dat homeostase wordt verveelvoudigd
ADP, Thromboxane A2
Endotheelcellen zijn anti-tromotisch, en vormen, in geval van een wond, een belangrijk eiwit in dit proces. Hoe heet dit eiwit?
Prostaglandine I2 (PGI2)
Wat doet prostaglandine I2?
Remt de aggregatie van bloedplaatjes
Naast PGI2 wordt ook een ander stofje geproduceerd vanuit de endotheelcellen dat anti-trombotisch is. Welke is dit?
NO
NO wordt in de endotheelcellen geproduceerd door ENOS. Deze NO verplaatst zich naar de gladde spiercel, waar PGI2 wordt geactiveerd. Welk proces wordt hier teweeg gebracht?
Vasodilatie
Bij kleine wonden zal alleen bloedplaatjes aggregatie voldoende zijn om bloedverlies te verminderen. Bij wat grotere wonden is dit niet voldoende. Wat wordt er dan teweeg gebracht?
Activatie van coagulatie
Onder invloed van welke factor wordt coagulatie geactiveerd?
Trombine
Wat doet trombine?
Zet fibrogeen om in fibrine (zodat het niet meer oplosbaar is)
Fibrine klontert samen. Hoe heet dit?
Fibrine polymeer (clot)
Trombine kan op twee verschillende manieren ‘gemaakt’ worden. Hoe heten deze twee processen?
De intrinsieke en extrinsieke pathway
Wat is het voornaamste verschil tussen de intrinsieke en extrinsieke pathway?
De initiatie
Wat is de initiatie van de intrinsieke pathway
De activatie van factor 12 (dmv collageen)
Wat is de initiatie van de extrinsieke pathway?
De tissue factor, een eiwit dat tot expressie komt door fibroblasen, gladde spiercellen, endotheelcellen, aan de rand van een wond
Welke factor speelt nog meer een rol bij de extrinsieke pathway?
Factor 7 (wordt door activatie 7a)
Welke pathway wordt vaak als eerste geactiveerd?
De extrinsieke pathway
Via welk eiwit wordt anti-trombine III gehecht aan een endotheelcel?
Heparines
Wat doet anti-trombine?
Bindt aan trombine en een factor van de pathways, en gaat zo de vorming van bloedplaatjes tegen
Hoe heet de receptor van trombine op het endotheel?
Trombomoduline
Welk eiwit wordt geactiveerd dankzij de gebonden trombine aan trombomoduline?
Activated protein C
Wat doet (activated) protein C?
Remt de coagulatie (door te binden aan een factor van de pathways)
Hoe heet de remmer van de tissue factor?
Tissue Factor Pathway Inhibitor (TFPI)
Welke 3 eiwitten zorgen dus voor remming van de pathways?
- Anti-trombine III
- Geactiveerde C protein
- Tissue Factor Pathway Inhibitor
Waar/niet waar? Anti-trombine III, Geactiveerde C protein en Tissue Factor Pathway Inhibitor zijn gebonden aan een endotheelcel
Waar
De vierde stap van hemostase is het oplossen van fibrine weefsel. Hoe wordt dit proces ook wel genoemd?
Fibrinolyse
Waarom is fibrinolyse belangrijk?
Zodat het gevormde clot wordt opgeruimd
Wat zijn klinische gevolgen als fibrinolyse niet gebeurd?
Bijvoorbeeld een herseninfarct, hartinfarct of longembolie (verstopping van bloedvaten daar)
Welk eiwit speelt een centrale rol in fibrinolyse?
Plasmine
Wat doet plasmine?
Maakt fibrine oplosbaar door het te knippen in oplosbare fragmenten
Endotheel cellen produceren tissue-type plasminogen activator (t-PA). Wat is het resultaat hiervan?
Initieert clot lysis in het bloed: Plasminogeen activatoren activeren plasminogeen, waardoor deze wordt omgezet in plasmine (wat natuurlijk fibrine oplosbaar maakt)
Endotheel cellen produceren urinekinase-type plasminogen activator (u-Pa). Wat is het resultaat hiervan?
Initieert clot lysis in de weefsels
Waardoor worden plasminogeen activatoren geremd?
Plasminogeen activator inhibitor (PAI)