Embryologie hart Flashcards

1
Q

Noem alle aangeboren hartafwijkingen die worden behandeld

A
– dextrocardie
– atrium septum defect
– ventrikel septum defect
– tetralogie van Fallot
– persisterende truncus arteriosus 
– transpositie van de grote vaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe veel procent van alle afwijkingen zijn hartafwijkingen?

A

20%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Per 1000 nieuwe geboren, wat is de frequentie van hartafwijkingen?

A

5-8x

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke afwijking komt het meest voor en in welke mate?

A

Ventrikel septum defect (VSD) bij 25% van de hartafwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kan je gemakkelijk bij een baby herkennen of er sprake is van een hartafwijking?

A

Dit fenomeen noemen we ‘de blauwe pasgeborene’, ofwel cyanosis en ook clubbing van de vingers (trommelstokvingers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar staat dextrocardie voor?

A
dextro = rechts
cardie = hart
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar resulteert dextrocardie voor?

A

Dat het hart naar rechts is gedraaid, ofwel gespiegeld is tov normale positie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk embryonale proces is de oorsprong van dextrocardie?

A

Kromming van de hartbuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe heet de ziekte waarbij alle organen gespiegeld zijn?

A

Situs inversus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat wordt de embryologische outflow tract uiteindelijk in een volgroeid hart?

A

Aorta ascendens en truncus pulmonalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat wordt de embryologische bulbus cordis uiteindelijk in een volgroeid hart?

A

Outflow LV + RV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat wordt het embryologische primitief ventrikel uiteindelijk in een volgroeid hart?

A

LV + RV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat wordt het embryologische primitief atrium uiteindelijk in een volgroeid hart?

A

ruw LA + RA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat wordt de sinus venosus uiteindelijk in een volgroeid hart?

A

glad RA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt een atrium septum defect in? (ASD)

A

Een opening tussen het linker en rechter atrium (deze kan groot/klein zijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is mis gegaan in de embryologie dat leidt tot een ASD? (4 manieren)

A

Dit kan op verscheidene manieren:

  • Het septum secundus is niet gevormd
  • Het atrium septum is niet gevormd
  • Het foramen ovale is te groot geworden
  • Het foramen secundus is te groot geworden (excessieve resorptie septum primum)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe kan een ASD ontstaan icm andere afwijkingen?

A
  • persisterend atrioventriculair kanaal + VSD

- ostium primum defect (+ AV-klepafwijking)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat gebeurd er simpel gezegd bij een ventrikel septum defect (VSD)?

A

Er wordt geen (goed) septum gevormd

19
Q

Welke verschillende typen VSD zijn er?

A

– musculair: kunnen over gaan in de groei

– membraneus: ernstiger afwijking door verstoring in scheiding conotruncal region (outflow)

20
Q

Waarom ontstaat er hypertrofie van het rechter ventrikel bij een VSD?

A

Omdat het bloed van de linker ventrikel met hoge druk terecht komt in het rechter ventrikel, die deze druk moet zien op te vangen. Hierdoor worden deze hartspiercellen hypertroof

21
Q

Waar kan hypertrofie van het rechterventrikel bij een VSD toe leiden?

A

Hartfalen

22
Q

Wat is de tetralogie van Fallot?

A
  1. Pulmonalis stenose
  2. Rechter ventrikel hypertrofie (RVH)
  3. Overrijdende aorta
  4. Ventrikel septum defect (VSD)
23
Q

Wat is een pulmonale stenose?

A

Het is een verdikking of vergroeiing van de klep tussen de rechterkamer en longslagader, waardoor deze onvoldoende opent om het bloed naar de longen te doen stromen.

24
Q

Wat is een overrijdende aorta?

A

De aorta staat scheef boven het tussenschot van de hartkamers en is aangesloten op de linker- en de rechterhartkamer.

25
Q

Waar of niet waar? Je kunt nooit een overrijdende aorta hebben zonder een ASD

A

Niet waar, je kunt nooit een overrijdende aorta hebben zonder een VSD

26
Q

Waardoor ontstaat de hypertrofie bij de teratologie van Fallot?

A

Dankzij pulmonalis stenose (en ook VSD)

27
Q

Wat is, simpel gezegd, een persisterende truncus arteriosus?

A

Open openblijven van de ductus arteriosus, ofwel de truncus pulmonalis en aorta zijn niet gescheiden

28
Q

Wat is een transpositie van de grote vaten?

A

De aorta is aangesloten op het rechter ventrikel, de truncus pulmonalis is aangesloten tot het linker ventrikel (omgewisseld dus)

29
Q

Wat is het gevolg van een transpositie van de grote vaten?

A

Aangezien het bloed van vena cava -> rechter atrium -> rechter ventrikel -> aorta -> vena cava gaat, slaat het de kleine bloedsomloop over en wordt er dus geen zuurstof ‘opgehaald’. Daarnaast is de kleine bloedsomloop nu ook gesloten en blijft er zuurstofrijk bloed naar de longen worden gebracht.

30
Q

Welke snelle ingrepen kunnen er worden gedaan bij een transpositie van de grote vaten?

A

Het verwijden van de patent ductus arteriosus en het open houden van het foramen ovale. Hierna moet er natuurlijk een hartchirurgie worden gedaan.

31
Q

Welke 3 afwijkingen hebben als embryologische oorsprong dat er een afwijking is in de outflow tract?

A

Persistente truncus arteriosus, transpositie van de grote vaten en de tetralogie van Fallot

32
Q

Hoe heet de vein die naar het embryo gaat en is dit zuurstofarm/rijk?

A

Umbilical vein (zuurstofijk!)

33
Q

Hoe verloopt de umbillical vein?

A

Deze loopt langs de hepatis (nier) en scheidt met een streng naar de vena cava (komen samen) en een deel gaat verder als ‘portal sinus’

34
Q

Wat wordt het foramen ovale na de geboorte?

A

Deze sluit en wordt fossa ovalis

35
Q

Wat wordt de ductus arteriosus (verbinding pulmonary vein en aorta) na de geboorte?

A

Ligamentum arteriosum

36
Q

Wat wordt de ductus venosus na de geboord?

A

Deze sluit af en wordt het ligamentum venosum

37
Q

Wat wordt de umbilical vein na de geboorte?

A

Deze sluit af en wordt ligamentum teres (round ligament of liver)

38
Q

Wat wordt de ‘occluded part’ van de umbilical arteries?

A

Medial umbilical ligaments

39
Q

Benoem in kernstappen de ontwikkeling van het hart

A
  • Angioblasten
  • Vorming 2 endocardiale buizen
  • Fusie tot primitieve hartbuis
  • Verwijdingen hartbuis: 1 atrium, 1 ventrikel
  • Krommingen > atrium migreert naar craniaal
  • Rotatie (rechter atrium en ventrikel naar ventraal)
  • Scheidingatrium (septum primum en secundum)
  • Scheidingventrikels (musculair en membraneus septum)
  • Scheiding outflow tract: ontwikkeling septum aorticopulmonale (spiraalvormig)
  • Ontwikkeling atrioventriculaire kleppen
  • Ontwikkeling semilunair kleppen
40
Q

Waar is het ruw-wandige deel van het rechter atrium (rechter hartoortje) van afkomstig?

A

Primitieve atrium

41
Q

Waar is het glad-wandige deel van het rechter atrium van afkomstig?

A

Opname van de sinus venosus in de atrium wand

42
Q

Waar is het ruw-wandige deel van het linker atrium (linker hartoortje) van afkomstig?

A

Primitieve atrium

43
Q

Waar is het glad-wandige deel van het linker atrium van afkomstig?

A

Opname van proximale delen van de longvenen in de atriumwand

44
Q

Noem van boven naar beneden de onderdelen van de primitieve hartbuis

A
Outflow tract (trunks arteriosus + bulbus cordis)
Ventrikel
Inflow tract (atrium en sinus venosus)