Practicum 2 Flashcards
Wat is de functie van de ligamenten van Cooper?
Deze zitten vast aan de huid en borstspier (grote borstspier = musculus pectoralis major) waardoor ze de vorm van de borst behouden.
Waar vindt de melkproductie plaats?
In de lobi glandula mammaria (klierweefsel)
Hoe zijn de mammae gefixeerd aan de thoraxwand? Hoe beïnvloedt dit de wijze waarop een arts de mammae onderzoekt bij het lichamelijk onderzoek?
Tussen de mammae en diepe pectorale fascia die op de m. pectoralis major ligt bevindt zich de retromammaire ruimte; deze staat enige beweging van de mammae toe. Inspectie van de mammae vindt plaats met de armen langs het lichaam en met opgeheven armen of armen in de zij. Op die manier kunnen door de aanspanning van de pectoralis major intrekkingen in de huid zichtbaar worden (tractie op de ligamenten van Cooper door ingroei carcinoom). De palpatie van de mammae kan het beste plaatsvinden in liggende houding.
Op welke lymfeklierstations draineert de lymfe afkomstig van de mamma?
nodi lymphoidei axillares (onder/vlakbij sleutelbeen/oksel) en nodi lymphoidei parasternales (beetje bij sternum)
Beschrijf de bouw van de neus
Apertura periformis is het neusgat / voorste opening van de neus., hierna volgen de conchae in de cavum nasi (neusholten). Dit zijn er 3 (aan elke kant) en zij vergroten het oppervlakte voor het slijmvlies. Er bevinden zich gaatjes/neusgangen (meatus) boven de schelpen (conchae) waarbij er oa een uitmonding is van de bijneusholte en de traanbuis. De reukwortels bevinden zich aan het dak van de neusholte (cavum nasi). De choana is een trechter en deze bevindt zich achter de concha.
Wat is de functie van de conchae?
Verwarmen van de ingeademde lucht en via de trilhaartjes op het slijmvlies het filteren van de lucht.
Welke structuur scheidt het cavum nasi (neusholte) van het cavum ori (mondholte). Uit welke onderdelen bestaat deze structuur?
De palatum durum en de palatum molle. De uvula (huig) is het verlengde van de palatum molle.
Identificeer in het model en preparaat de verschillende onderdelen van de pharynx:
nasopharynx, oropharynx en laryngopharynx.
Uit welke onderdelen bestaat het larynxskelet? Benoem de kraakbenige structuren, de membraneuze structuren en de gewrichten.
Tongbeen (Os hyoideum)
Schildkraakbeen (cart. Thyroidea)
Ventraal: adamsappel (prominente laryngea)
Caudaal: vormt gewricht met ringkraakbeen
Ringkraakbeen (Cartilago cricoidea)
Vormt een troon van de stelkraakbeentjes
Stelkraakbeentjes (Cartilago arytenoidea)
Piramidevormige en gepaard, de verandering van psoitie stelt stembanden in
Strotklepje (Cartilago epiglottica)
Plica vestibulares (valse stembandplooi)
Plica vocales (ware stembandplooi)
Extrinsieke en intrensieke spieren
N. laryngeus recurrens superior en n. laryngeus recurrens
Membrana thyrohyoidea, ligamentum cricothyroideum, membrana quadrangularis, conus elasticus. Art. cricothyroidea, art. cricoarytenoidea.
Via welke delen van de bovenste luchtwegen kan men zich toegang verschaffen indien noodzakelijk?
Nasaal, oraal (intubatie), via ligamentum cricothyroideum (cricothyrotomie of coniotomie) of tracheaal (tracheotomie).
Welke groepen spieren spelen een rol bij de bewegingen van het larynxskelet? Door welke zenuw worden de spieren geïnnerveerd?
Extrinsieke larynxspieren bewegen de larynx als geheel. Infrahyoidale spieren dienen als depressoren van het hyoid en de larynx, terwijl suprahyoidale spieren dienen als elevatoren van het hyoid en de larynx. Zie boek/atlas voor voorbeelden van deze spieren en hun innervatie. Intrinsieke larynxspieren bewegen onderdelen van de larynx en veranderen hierbij de lengte en spanning van de stembanden. Zij worden allen behalve één geïnnerveerd door de n. laryngeus recurrens (met als eindtak de n. laryngeus inferior). Alleen de m. cricothyroideus wordt geïnnerveerd door de ramus externus van de n. laryngeus superior, die net als de n. recurrens uit de n. vagus ontspringt. Deze beide zenuwen zijn ook verantwoordelijk voor de sensibiliteit van het slijmvlies van de larynx.
Welke spiergroep is betrokken bij het openen en sluiten van de stembanden?
Intrinsieke larynxspieren.
Hoe wordt voorkomen dat voedsel in de larynx terecht komt?
Door het omhoog gaan van het strottenhoofd waardoor de epiglottis sluit
Welke zenuw is n. laryngeus recurrens een tak en hoe is het verloop van de n. laryngeus recurrens links en rechts?
De n. laryngeus recurrens is een tak van de n. vagus links en rechts. De linker n. recurrens loopt onder de aortaboog door terug omhoog en de rechter onder de a. subclavia dextra terug omhoog richting de larynx.
Wat is de relatie van de schildklier ten opzichte van de trachea en de n. laryngeus recurrens?
De n. laryngeus recurrens aan beide zijden loopt lateraal langs de trachea omhoog en passeert daarbij de schildklier aan de dorsale zijde en kruist daarbij een arterie van de schildklier (a. thyroidea inferior; zie atlas). Bij schildklieroperaties wordt hier altijd rekening mee gehouden om schade aan de zenuw te voorkomen.