Week 7: Prins hfst 7 Flashcards

1
Q

Waar gaan niet-specifieke factoren in een behandeling over?

A

Algemene ingrediënten van de hulp die tot het resultaat bijdragen ongeacht de vorm van de hulpverlening zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn zeer belangrijke factoren voor clienten?

A
  • De deskundigheid van de hulpverlener
  • De therapeutische relatie die zich gaandeweg ontwikkelt van belang
  • Een goede structurering van de interventie
  • Het adequaat uitvoeren van de therapie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de belangrijkste therapeut kenmerken?

A

Flexibiliteit, eerlijkheid, ervarenheid, respect, betrouwbaarheid, geïnteresseerdheid, alertheid, vriendelijkheid, warmheid en openheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 2 richtlijnen zijn er voor mensen met cultureel-etnische verschillende achtergronden?

A
  • Kennis van omstandigheden en culturen van andere groepen: weet hoe normen en waarde onderling kunnen verschillen
  • Cultuur relativistische houding: stel je open en onderzoekend op.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke methoden zijn er voor het ondersteunen van de samenwerkingsrelatie?

A
  • Socratisch motiveren: vijf stappen
  • Transfer of generalisatie
  • ROM: routine outcome monitoring
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Uit welke 5 stappen bestaat socratisch motiveren?

A
  1. Cliënt zelf laten verwoorden wat zijn/haar probleem is; geen probleem is ook goed
  2. Nadere kennismaking met cliënt
  3. Voor- en nadelen van het probleem op een rij zetten (kosten-batenanalyse)
  4. De cliënt vragen of hij wel of niet wil veranderen
  5. Er worden opties geformuleerd waar die cliënt uit kan kiezen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt er bedoeld met transfer of generalisatie?

A

voldoende aandacht hebben voor de transfer van het aangeleerde naar de dagelijkse thuissituatie. De cliënt moet daarbij voldoende sociale steun ervaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt er bedoeld met ROM?

A

Routine outcome monitoring, gestandaardiseerde manier om meetinstrumenten in te
zetten als hulpmiddel in de behandeling. Tijdens een behandeling moet altijd herhaald worden gemeten. Zorgt dat cliënt en therapeut blijven communiceren en bij het doel blijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke factoren zijn belangrijk voor de behandeling?

A

Het blijkt dat niet-specifieke factoren meer behelzen dan alleen een goede relatie tussen therapeut en cliënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Door welke 2 dingen wordt de alliantie tussen therapeut en cliënt ondersteund?

A

Door zowel persoonlijke kenmerken van de therapeut als door taak gerelateerde kenmerken van de therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly