Hoorcollege 2 Flashcards
Wat houdt de leertheoretische benadering in?
Relatie tussen wetenschappelijke oriëntatie en behandeling. Je hebt
kennis nodig van theorie om een behandeling te kunnen uitvoeren.
Welke 3 diagnostische trajecten zijn er?
- Minimale diagnostiek
- Kortdurende diagnostiek
- Waar nodig uitgebreide diagnostiek
Wat houdt minimale diagnostiek in?
Snel en oplossingsgericht behandelen. Meteen van aanmelding naar aanpak. iemand heeft een depressie, maar kan niet worden behandeld bij een bepaalde instelling. Dan gaat degene naar een andere instelling die dat wel behandeld, maar de diagnose hoeft niet meer gesteld te worden.
Wat houdt kortdurende diagnostiek in?
Na klachtanalyse een klinisch interview waarbij je komt tot een eenvoudige diagnose. Vervolgens wordt direct gekozen voor een passend behandelingsprotocol.
Wat houdt uitgebreide diagnostiek in?
Uitbreiden naar psychodiagnostiek en gedragsassessment. Er zijn meerdere hypothesen die leiden tot een holistische theorie
Wat zijn de 5 kenmerken van gedragstherapie?
- Ontwikkelingsperspectief
- Samenwerken met ouders, leerkracht en omgeving
- Gedragstherapie als probleemoplossend proces
- Niet praten, maar doen
- De therapeut als coach
Wat is de visie van het behavioristisch model?
- Gedrag is een functie van omgevingsinvloeden of van eerdere ervaringen.
- Gedrag is de uitkomst van een leerproces en aan te passen middels leerprocessen.
- Gedrag is observeerbaar en meetbaar.
- Gedrag is aangeleerd en kan dus ook worden afgeleerd.
Wat houdt klassieke conditionering in?
- Situaties die bepaalde associaties oproepen (bel - kwijlen)
- Reflexmatige ongecontroleerde reacties
- De reactie treedt op bij alle vergelijkbare situaties
Wat houdt operante conditionering in?
Dit gedrag wordt gevolgd door positieve bekrachtiging.
Volgt de wet van effect: Gedrag zal zich vaker voordoen als het wordt
gevolgd door lonende consequenties
Wat houdt het sociaal leermodel in?
Er is negatief modelgedrag dat wordt geïmiteerd
Wat betekend generalisatie?
Prikkels die op elkaar lijken zullen dezelfde reacties uitlokken.
Wat betekend stimulusdiscriminatie?
Er wordt geleerd onderscheid te maken tussen verschillende stimuli en
er wordt alleen nog maar gereageerd op een specifieke stimulus, hierop lijkende stimuli worden genegeerd.
Wat betekend extinctie?
Klassieke conditionering
Wanneer de stimulus telkens zonder de ongeconditioneerde stimulus wordt aangeboden neemt de associatie af.
Waar staat de afkorting CS voor?
Betekenisanalyse
- Voorwaardelijke stimulus
- Concrete gebeurtenis/situatie en interne gebeurtenissen
Waar staat de afkorting US/UR voor?
Betekenisanalyse
Cognitieve representatie van de onvoorwaardelijke stimulus en onvoorwaardelijke respons.
- Referentieel: Doet denken aan.
- Sequentieel: Als dit, dan dat
Waar staat de afkorting CR voor?
Betekenisanalyse
Emotionele, gedragsmatige of fysieke reactie
Welke 3 interventies zijn er volgens de klassieke conditionering?
- Exposure
- Herevalueren (bv EMDR en heretikettering)
- Angstbeheersing (ontspanningsoefeningen, cognitieve interventies)
Wat zijn de 4 uitgangspunten van operante conditionering?
- Al het gedrag is aangeleerd (Dus ook probleemgedrag).
- Gedrag wordt ontlokt door bepaalde omgevingsfactoren.
- Gedrag in een bepaalde situatie wordt in stand gehouden door de gevolgen van dat gedrag.
- Gedrag in een bepaalde situatie blijft bestaan als de gevolgen overwegend positief zijn.
Waar staat de afkorting Sd voor?
Functieanalyse
Discriminatieve stimulus - context waarin het gedrag plaatsvindt
Waar staat de afkorting R voor?
Functieanalyse
Respons (gedrag)
Waar staat de afkorting Sr voor?
Functieanalyse
Bekreachtigende stimuli en negatieve consequentie
Welke S codering geef je een situatie waarin iets positief verdwijnt?
-S+
Welke S codering geef je een situatie waarin iets positief er bij komt?
+S+
Welke S codering geef je een situatie waarin iets negatiefs verdwijnt?
-S-