Hoorcollege 1 Flashcards

1
Q

Welke analyse is het scharnierpunt tussen diagnostiek en behandeling?

A

De indicatieanalyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke cyclus wordt er gebruikt om de effectiviteit van geboden hulp te evalueren?

A

De regulatieve cyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de 6 fasen van de regulatieve cyclus?

A
  1. Probleemherkenning
  2. Probleemdefiniëring
  3. Bedenken en afwegen van behandelingsmogelijkheden
  4. Maken van een plan
  5. Plan uitvoeren
  6. Evaluatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 5 verschillende modellen zijn er?

A
  • Systemisch model
  • Psychodynamisch model
  • Client-centered model
  • Biomedisch model
  • Leertheoretisch model
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekend het systemisch model?

A

Het functioneren van het gezin als geheel staat centraal. Het gezinsfunctioneren heeft een invloed op het gedrag van het kind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekend het psychodynamisch model?

A

Dit model is gericht op het ontwikkelingsproces, het gaat om fasentheorieën. Voor persoonlijke
ontwikkeling moet men emotionele en angst crisissen doormaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waardoor wordt de orale fase gekenmerkt?

A

De orale fase wordt gekenmerkt doordat kinderen bij vanaf de geboorte alles in de mond willen stoppen. Agressie wordt geuit door bijten en spugen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waardoor wordt de anale fase gekenmerkt?

A

De anale fase wordt gekenmerkt door zindelijkheid, agressie wordt geuit in driften en overgecontroleerd gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waardoor wordt de fallische fase gekenmerkt?

A

De fallische fase wordt gekenmerkt door
nieuwsgierigheid. Jongens zijn trots met hun penis maar zijn bang voor het verdwijnen ervan. Meisjes hebben enige afgunst en een gevoel van een gemis, maar zijn trots op het lichaam. Ze zijn bezig met
de relatie met hun ouders. Agressie wordt geuit door domineren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekend elextracomplex?

A

Dit is sterke seksuele binding van een jong meisje aan de vader. Bij jongens noemen we dit opiduscomplex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat betekend het client-centrered model?

A

Het is een cliënt gerichte benadering. Ieder individu heeft de innerlijke behoefte zichzelf te ontplooien en een kind heeft een elementaire behoeft aan waardering van de ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat betekend het biomedisch model?

A

Gedrag kan worden verklaard door de besturing van neuropsychologische processen. Het probleem zit in het individu. Gedragsproblemen en emotionele problemen zijn terug te voeren op hersenorganische disfuncties. Dit kan genetisch, biochemisch/neurologisch en temperament.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat betekend het behavioristisch model?

A

Het gedrag is een functie van omgevingsfactoren of ervaringen uit het verleden. Het gedrag is de
uitkomst van een leerproces: klassieke conditionering, operante conditionering en sociaal leren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het cognifief model?

A

Inadequaat gedrag en emotionele problemen ontstaan door onjuiste cognities. Dit uit zich in negatieve verwachtingen en waardering, onjuiste attributies en irrationele overtuigingen. Het ontstaat door tekorten in zelfregulatie en zelfcontrole.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het doel van de orthopedagogiek?

A

Helpen bij maatschappelijke integratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Uit welke 3 stappen bestaat de therapiecyclus?

A
  • Planning
  • Uitvoering
  • Beoordeling van het effect
17
Q

Wat betekend mediatietherapie?

A

Het kind wordt behandeld via de ouders. Ouders krijgen dus behandeling waardoor de problemen van het kind gaan verbeteren.

18
Q

Welke 4 stappen heb je bij de Virginia Axeline interventies?

Cliënt-centered model

A

1. Relatie: Warmte en acceptatie.
2. Permissieve houding: Uitnodigen tot vrije expressie van gevoelens. Het gaat erom dat het kind de gevoelens een plaats leert te geven.
3. Respect voor kind: Vertrouwen in het eigen vermogen om problemen op te lossen.
4. Non-directieve instelling.
Diagnostische instrumenten zijn niet zichtbaar in dit model, omdat diagnostiek een blijk zou
zijn dat er iets mis is met het kind en in het model wordt gesteld dat dit niet het geval is