Hoorcollege 8 Flashcards

1
Q

Wat is mentaliseren?

A

Gedrag van zichzelf en anderen kunnen begrijpen en verklaren vanuit achterliggende gevoelens, gedachten en motivatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wordt bedoeld met mentaliseren in een behandeling’?

A

Eigen emoties kunnen ervaren, herkennen en ermee omgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat omvat integratieve gezinstherapie?

A
  • Een coherente verandertheorie.
  • Aandacht voor veelvoorkomende factoren in psychotherapie.
  • Een basis in onderzoek en zijn onderdeel van of bouwen op evidence-based interventies.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 3 dingen houden de therapeutische alliantie (werkrelatie) in?

A
  • Manier waarop individu/familieleden en professional samenwerken om een samen overeengekomen doel te bereiken.
  • Noodzakelijke conditie voor verandering.
  • 3 elementen: Taken, doelen en verbinding.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke dingen moet aan gedacht worden bij het samenwerken met gezinnen?

A
  • Kwaliteit van de relatie belangrijke indicator voor positieve uitkomsten en het voorkomen van uitval.
  • 4 dimensies therapeutische relatie SOFTA.’
    -Talking about talking: Bespreek met het gezin waar je wel en niet over mag praten.
  • Bv. Maudsley approach, eerste 3 ideeën.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem 2 voorbeelden van integratieve benaderingen

A
  • Cognitieve: cognitieve gedragstherapie bij angststoornissen.
  • Gezins: gedragsgerichte gezinstherapie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de 5 transformatiedoelen (bij de jeugdwet)?

A
  • Preventie en uitgaan van eigen verantwoordelijkheid en eigen mogelijkheden van jongeren en ouders, met inzet van hun sociale netwerk.
  • Demedicaliseren, ontzorgen en normaliseren.
  • Eerder de juiste hulp op maat bieden.
  • Integrale hulp aan gezinnen volgens het uitgangspunt ‘1 gezin, 1 plan, 1 regisseur’.
  • Meer ruimte voor professionals.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt er gedaan bij het begeleiden van gezinnen thuis (algemeen)?

A
  • Gedagsproblemen verminderen
  • Opvoedingsvaardigheden verbeteren
  • Benutten sociaal netwerk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wordt er gedaan bij het begeleiden van gezinnen thuis (specifiek)?

A
  • Voorkomen uithuisplaatsing jeugdige.
  • Duurzame ‘oplossingen’
  • Informele mentor: Jouw Ingebrachte Mentor (JIM)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat werkt goed bij angststoornissen?

A

Een combinatie van individuele en gezinstherapie, waarbij gefocust wordt op het voorkomen van vermijdingsgedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houdt de Attachment Based Family Therapy (ABFT) bij depressie in?

A
  • Eenmalige depressieve periode & suïcidaliteit
  • Evidence-based interventie
  • Geprotocolleerde behandelstrategie
  • Ontwikkeld binnen de systeemtherapie
  • CGT schema’s
  • Steun zoeken bij ouders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt gezinsgerichte cognitief-gedragstherapeutische psychotherapie bij OCD in?

A
  • Medicatie
  • Psycho-educatie gezin
  • Rollen instandhouding rituelen
  • Exposure belonen
  • Omgang frustraties binnen gezin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt het integratief systemisch behandelmodel Maudsley bij eetstoornissen in?

A
  1. Samenwerking, ontwikkelen therapeutische werkrelatie
  2. Gezin leren omgaan met de eetstoornis
  3. Bekijken van de ontwikkelingen van het individu en het gezin
  4. Toekomstplannen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn 4 moderende factoren?

A
  • Ondersteunende en niet veroordelende context
  • Veilige, voorspelbare omgeving (angstreductie)
  • Specifieke verandering in gerelateerd gedrag
  • Ruimte voor het activeren van gemeenschappelijke factoren (hoop, verwachting), die versterkt worden door het team
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat wordt er bedoeld met structureel perspectief?

Doelstelling, middel en functie hulpverlener

A
  • Doelstelling: Structuur en grenzen passend bij ontwikkelingsstadium gezin.
  • Middel: Invoegen en gesprekstechnieken.
  • Functie hulpverlener: Herstructureren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat wordt er bedoeld met interactief perspectief?

Doelstelling, middel en functie hulpverlener

A
  • Doelstelling: Beïnvloeden van waarneembaar gedrag en (disfunctionele) gedachten
    (cognities) over zichzelf en de omgeving.
  • Middel: Gesprekstechnieken, opdrachten, oefeningen.
  • Functie hulpverlener: Directief aansturen op veranderingen in interacties en cognities.
17
Q

Wat houdt fasering in bij Cognitieve-gedragsgerichte gezinstherapie?

A
  1. Taxatieronde
  2. Werkpunten
  3. Consolidering en nieuwe werkpunten
  4. ‘Transfer of change’ (Veranderingen in het gezin wil je ook buiten het gezin zien)
18
Q

Wat zijn de overwegingen bij Cognitieve-gedragsgerichte gezinstherapie?

A
  • Confronteren?
  • Klacht of gezinsstructuur?
  • Ingaan op het verleden?
  • Tempo?
  • Humor?
19
Q

Wat houdt het narratief perspectief in?

Doelstelling, middel en functie hulpverlener

A
  • Doelstelling: (Re)construeren van het eigen levensverhaal, betekenis geven en perspectief maken.
  • Middel: Gespreks- en interviewtechnieken.
  • Functie hulpverlener: Voorwaarden scheppen, mee construeren en betekenisgeven.
20
Q

Wat houdt het gezinsontwikkelingsperspectief in?

Doelstelling, middel en functie hulpverlener

A
  • Doelstelling: Balans tussen verticale en horizontale loyaliteiten.
  • Middel: Gespreks- en interviewtechnieken.
  • Functie hulpverlener: Ontdekken, inzicht geven, met individu of gezinsleden samen balans versterken en perspectief ontwikkelen.
21
Q

Wat houdt het oplossingsgericht perspectief in?

Doelstelling, middel en functie hulpverlener

A
  • Doelstelling: Steunbronnen ontdekken en inzetten.
  • Middel: Gespreks- en interviewtechnieken.
  • Functie hulpverlener: Samen met gezinnen: Exploreren en versterken van oplossingsstrategieën.