Week 3: Cladder Flashcards

1
Q

Waar gaat het bij operante conditionering om?

A
  • Het gaat om het leren van gedrag op grond van te bereiken gevolgen.
  • Het gaat om het verwerven van de kennis over de relatie tussen het gedrag en de beloning in een bepaalde situatie.
  • Bewust, zelf te kiezen gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk schema hoort bij operante conditionering?

A

Gebeurtenis -> gedrag -> gevolg
Stimulus -> respons -> consequent
S (Sd) -> R -> C (negatief en positief)
A -> B -> C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat wordt bedoeld met discriminatieve stimulus (Sd)?

A

Dit signaal of deze situatie voorspelt dat op dit moment met het stellen van gedrag een positief gevolg bereikt kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat wordt bedoeld met S-delta?

A

Dit voorspelt dat nu met het gedrag geen positief gevolg te bereiken valt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly