Hoorcollege 3 Flashcards

1
Q

Wat zijn de 7 fasen in het gedragstherapeutisch proces?

A
  1. Kennismaking
  2. Probleeminventarisatie
  3. Probleemdefiniëring
  4. Behandelingskeuzen
  5. Behandeling
  6. Evaluatie en afsluiting
  7. Boostersessies en follow-up
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Over wat voor hypotheses gaat cognitieve casusconceptualisatie?

A

Hypotheses over de interactie tussen een specifieke prikkel en gedachte, gevoel en gedrag in deze situatie. Betekenisverlening is vertekend door levenservaringen (cognitieve theorie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Over wat voor hypotheses gaat de functieanalyse?

A

Hypotheses over uitlokkers en instandhouders van probleemgedrag (operante conditionering, sociaal leren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Over wat voor hypotheses gaat de betekenisanalyse?

A

Hypotheses over de betekenis van waaruit een persoon heeft geleerd om te reageren op een specifieke situatie of prikkel (klassieke conditionering)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt tweefactorenvisie in?

A

Het stelt dat overmatige angst een resultaat is van zowel klassieke als operante conditionering.
- Mowrer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt three pathways of fear in?

A

Dit stelt dat angst kan ontstaan door een traumatische ervaring, door modeling, maar ook door overdracht van informatie. Een eerder geleerd verband dooft niet uit, maar het nieuwe geleerde verband wordt belangrijker.
- Rachmann

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat doe je in de probleeminventarisatie?

A

Je verkent de gedragsproblemen, ontwikkeling en context.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt er bedoeld met de baseline?

A

Aan de hand van screeningslijsten doe je een nulmeting en aan het eind
van de behandeling meet je de effectiviteit. Zo heb je het verschil tussen de eerste en laatste meting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke 3 stappen zet je in de probleemdefiniëring?

A
  • Topografische analyse
  • Functieanalyse
  • Betekenisanalyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt de staartproblematiek in?

A

Begin bij de klacht, naar het midden, als laatste naar de oorzaak van het probleem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Door welke 3 factoren kunnen stagnaties in de behandeling voorkomen?

A
  • Cliëntvariabelen (Bv. Motivatie, tekort aan vaardigheden, ouders zitten niet op 1 lijn).
  • Therapievariabelen (Bv. Behandeling is te confronterend, te langzaam effect, technieken werken angstverhogend waardoor het kind afhaakt).
  • Therapeutvariabelen (Bv. Gebrek aan vaardigheden, interactie met de cliënt roept problemen op).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de opvatting van de tweefactorenvisie (Mowrer)?

Leertheoretische opvattingen over het ontstaan van angst

A

Overmatige angst is resultaat van zowel klassieke als operante
conditionering.

Er lijkt meer bewijs voor het operante principe dan het klassieke principe: Niet iedereen ontwikkelt een angststoornis na een traumatische ervaring, en niet iedereen onthoudt deze ervaring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de opvatting van de Three pathways of fear (Rachmann)?

Leertheoretische opvattingen over het ontstaan van angst

A
  • Traumatische ervaring
  • Modeling/Vicarious learning (Van een ander zien dat iets eng is).
  • Overdracht van informatie (Van een ander horen dat iets eng is)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn 5 behandeltechnieken voor angst volgens klassieke conditionering?

A
  • Blootstelling (exposure) aan gevreesde stimuli
  • Angstbeheersingstechnieken
  • Modeling
  • Verwerven van nieuwe informatie
  • Andere technieken (Bv. Tegengesteld positief gevoel oproepen, iemand als voorbeeld nemen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn 3 behandeltechnieken voor angst volgens opernate conditionering?

A
  • Bekrachtigen van dapper gedrag
  • Negeren of straffen van angstig gedrag
  • Responspreventie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de 3 stappen in Cognitive Behavior Therapy?

A
  • Zelfregulatie
  • Zelfinstructiemethoden
  • Probleemoplossingmethodiek
17
Q

Hoe kan je evenwichtigere gedachten formuleren?

A
  • Iets vanuit het perspectief van een ander bekijken
  • Aandacht besteden aan nieuwe of over het hoofd geziene informatie
  • Bewijsvoering voor/tegen de gedachte
  • Gebruikmaken van het GGGGG-schema (Gebeurtenis – gedachte – gevoel – gedrag – gevolg)