Week 5: Prins Flashcards
Welke 3 belangrijke aandachtpunten staan in verband met het streven naar evidence-based behandeling?
- Het ‘dodo-effect’ (alle behandelingen zijn gelijk) zou niet meer zo goed te verdedigen zijn doordat sommige behandelmethoden effectiever zouden blijken dan andere.
- Als men een behandelprotocol gaat gebruiken, kan dit leiden tot mechanische, inflexibele interventies die zorgen voor minder vernieuwing en creativiteit in het therapeutische proces
- Het is mogelijk dat een behandeling die in een klinische onderzoek setting effectief lijkt, niet overdraagbaar is naar de echte klinische praktijk.
Wat houdt het model van Chorpita en Daleida in?
Het is een evidence-based beslissingsmodel. In dit model wordengegevens uit individuele behandelingen gebruikt als leidraad bij klinische beslissingen over de behandeling. Het model gaat over het zoeken en selecteren van gemeenschappelijke elementen of
basisprincipes van evidence-based protocollen.
Wat wordt bedoeld met flexibiliteit in behandeltrouw?
Veel protocollen zijn flexibel te gebruiken en kunnen
reageren op vooruitgang of juist verslechtering tijdens een behandeling.
Flexibiliteit is de mate waarin de therapeut zich aanpast aan de
specifieke situatie van dat moment en zich tegelijktijdig in het algemeen houdt aan aanwijzingen en suggesties in het protocol.
Wat wordt bedoeld met prescriptief matchen?
Prescriptief matchen wil zeggen dat bepaalde kenmerken of profielen van de behandelde persoenen gekoppeld worden met specifieke onderdelen van een behandeling die eerder effectief bleek te zijn.
Het idee hierachter is dat een idiografische aanpak eerder tot een positieve behandeluitkomst leidt dan een nomothetische benadering.
Welke 4 manieren zijn er om te onderzoeken of een behandeling effectief is?
- Echt werkzaamheidsonderzoek waar wordt gekeken naar het verband tussen het behandelresultaat en de therapeutische methode.
- Overdraagbaarheidsonderzoek / doeltreffendheidsonderzoek zulk onderzoek moet uitwijzen of een bepaalde interventie ook in de klinische praktijk toegepast kan worden.
- Verspreidingsonderzoek. Hierbij worden mensen als therapeut ingeschakeld die bij het systeem in dienst zijn. Er wordt gekeken naar het functioneren van het protocol.
- Systeem-evaluerend onderzoek. Het systeem dat beoordeeld wordt en het onderzoeksteam zijn helemaal onafhankelijk.