Week 6 HC.8 Flashcards
Dode ruimte
Geen perfusie, wel ventilatie
- V’/Q’ = oneindig
Extra dode ruimte met een snorkel
170 mL
- PaCO2 stijgt –> AMV stijgt –> CO2 kan je weer afblazen ==> geen acidose
- 21% toename in ventilatie
AMV =
Ademfrequentie x teugvolume
Fysiologische dode ruimte =
Anatomische dode ruimte + alveolaire dode ruimte
Shunt
Geen ventilatie, wel perfusie
- Je saturatie neemt af
- V’/Q’ = 0
AV malformaties
Directe verbinding tussen arterie en vene zonder dat bloed langs de alveoli is gegaan
Niet anatomische shunt
- Door opvulling van alveoli
- Afsluiting luchtweg
- Bv. door longontsteking
Longembolie ==>
Deel van de longvaten uitgeschakeld ==> toegenomen dode ruimte
Waar zijn de alveoli groot?
Apicaal
Hoe zijn de alveoli en de ventilatie op TLC niveau
- Alveoli overal ong. even groot, want je rekt de hele long uit
- Apicale ventilatie klein
- Basale ventilatie groot
Waar is voornamelijk de spontane ademhaling als je op je rug ligt
Aan rugzijde, want door zwaartekracht is daar de meeste bloed
Nuttige ventilatie
Teugvolume stijgt effectiever dan ademfrequentie stijgt