Week 5+6 Blok 7 Flashcards
Probleemconceptualisatie
= uitwerken/expliciet maken van probleem
helpt om tot een breed gedragen en juiste oplossing te kunnen komen
het voorkomt de implementatie van een oplossing die het verkeerde probleem oplost of onenigheid over wat de juiste oplossing is
Formuleer een probleemstelling
Een probleemstelling maakt in 1 zin aan een grote groep mensen duidelijk waar het hart van een probleem ligt
Een probleemstelling bestaat uit:
- wens
- een dilemma
Wens/kloof
= een verschil tussen een gewenste systeemtoestand en een daarvan verschillende huidige of mogelijk verwachte toekomstige systeemtoestand
Dilemma
= reden waarom de gewenste systeemtoestand niet eenvoudig bereikt kan worden
Op welk niveau formuleer je je probleem
Verschillende definities leiden tot verschillen in de oplossingsruimte
- laag niveau (smalle formulering)
- hoog niveau brede formulering)
Hoog niveau (voorbeeld)
Pact voor ouderenzorg]
- eenzaamheid signaleren en doorbreken
- goede zorg en ondersteuning thuis organiseren
- de kwaliteit van verpleeghuiszorg verbeteren
Laag niveau voorbeeld
Programma kwaliteit verpleeghuiszorg
Laag niveau formulering
- makkelijker concreet te maken
- duidelijkere aanpak
- beperkte oplossingsruimte
- risico op symptoombestrijding en tunnelvisie
Hoog niveau formulering
- meer oplossingen mogelijk
- ruimte voor meerdere belangen
- focus op onderliggende oorzaken ipv symptomen
- complex, verlies aan relevantie
Probleemstelling is voor alle actoren anders
- iedereen vanuit een andere achtergrond specificeert het probleem op een andere manier (iedereen vindt iets anders belangrijk)
- in de praktijk kunnen actoren met verschillende probleemstellingen wel akkoord gaan met dezelfde oplossing
Doelenboom
Zet probleemstelling om naar hoofddoel, deze bevat vooral de wens van de actor
doel: expliciete criteria om oplossingen mee te vergelijken
doelenboom stopt wanneer het doel meetbaar is
Doelen
= bestaan uit een richting en een factor
factor: wat?
richting: minder, meer, groter, kleiner, gelijk etc.
Stappenplan probleemconceptualisatie
- bedenk voor wie wil jij een probleem oplossen? en welke andere actoren zijn hierbij betrokken
- stel voor de actor, voor wie jij het probleem analyseert, een probleemstelling op. Deze stelling bestaat uit een wens of kloof en een dilemma
- beredeneer voor deze actor wat zijn/haar belangrijkste doelen zijn en maak deze doelen concreet
- bedenk, wat willen de anderen?
iteratief proces
Wat is een overheidsinterventie
= beïnvloeden van markt of burger, bijv. via:
- communicatie
- heffingen
- subsidies
- accijnzen
- wetten en regels
Wanneer is overheidsinterventie nodig?
- is er een taak voor de rijksoverheid?
- is herverdeling van welvaart noodzakelijk?
- is er reden om gedrag te corrigeren?
- is er sprake van marktfalen?
Waarom zou je als overheid ingrijpen in de leefstijl van mensen?
- externe effecten
- informatie tekort
- normatieve overweging
externe effecten
roken: meeroken is ook erg. Rokers beïnvloeden dus niet alleen de gezondheid van zichzelf negatief, maar ook die van mensen in hun omgeving
Informatie tekort
Mensen weten bijvoorbeeld niet wat gezond eten precies inhoud
Normatieve overweging
Verschillen tussen bepaalde groepen worden te groot. Daarom willen we iets doen voor bepaalde groepen om die verschillen te verkleinen
Wenselijkheid van beleid
Daarvoor volgen we de 4 kernvragen van beleid
Criteria van legitimiteit
Beleid verantwoorden op 2 vlakken
- input legitimiteit
- verantwoording vooraf (waarom is een suikertaks een goed idee?)
- altijd normatief
- democratische besluitvorming - output legitimiteit
- effectiviteit en doelmatigheid van het beleid
- lost het de gemeenschappelijke problemen op?
Handelsoriëntaties
Logica van passendheid:
- wat is haalbaar en aanvaardbaar?
Logica van consequentie
- hoe bereik ik mijn doel?
- welke alternatieven zijn er?
- met welke haal ik de hoogste opbrengst?
Kader brengt verschillende disciplines samen
- werkt het? (eco, sociaal-medi wet.)
- past het? (bestuurswetenschappen)
- mag het? (juridische wetenschappen)
- hoort het? (politicologie, ethiek, sociaal-medische wetenschappen)
Werkt het?
Logica van consequenties en output legitimiteit. Beleid moet zo doeltreffend en doelmatig mogelijk zijn
Doeltreffend
= leidt de maatregel tot het gewenste doel
- lost het het probleem op?
- zijn er neveneffecten?
Doelmatig
= lage kosten t.o.v. maatschappelijke baten
- wat zijn de uitvoeringskosten