Blok 6 Mededingingstoezicht (College 10+11) Flashcards

1
Q

Mededingingswet materiële normen van de wet

A
  • geen kartelafspraken maken
  • geen misbruik maken van een economische machtspositie
  • niet samengaan (fuseren) voordat het voornemen daartoe is gemeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ordening van de zorg door planning en mededinging

A

Ordening en planning is ordening door vergunningverlening. Alles was strikt gepland en strik gereguleerd; je mocht niks zonder vergunning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Restanten planningswetgeving aan de aanbodzijde van de zorg

A
  • WTZi Wet toelating zorginstellingen
  • Wet bijzondere medische verrichtingen (Wbmv)
  • Tijdelijke wet ambulancezorg (Twa)
  • Wetsvoorstel Toetreding zorgaanbieders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wet toelating zorginstellingen

A

= je hebt als organisatie die een zorginstelling wil beginnen een vergunning/toelating van minister van VWS nodig om te kunnen contracteren met zorgverzekeraars en zorgkantoren; wil je collectief gefinancierde zorg aanbieden, dan heb je deze toelating nodig.

Deze stelt GEEN kwaliteitseisen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wet bijzondere medische verrichtingen

A

Deze zegt dat medische verrichtingen die bijzonder zijn, onderworpen zijn aan vergunningsverlening of helemaal niet mogen (complexe verrichtingen. moreel omstreden vormen van gezondheidszorg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wetsvoorstel toetreding zorgaanbieders

A

= deze stelt wel kwaliteitseisen waaraan je moet voldoen wil je op de markt komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Restanten van planningswetgeving aan de financieringszijde van de zorg

A
  • Wet langdurige zorg (Wlz) –> uitvoering door zorgkantoren. In nl zijn er 32 zorgkantoorregio’s. Dit is een vorm van planning
  • Wet financieel toezicht
    = finaniële instellingen (banken, verzekeraars) mogen niet actief worden op grond van Europese wetgeving als zij niet eerst een vergunning hebben gekregen van de Nederlandse bank
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Mededinging definitie

A

= Mededinging is het proces van onderlinge rivaliteit, op grond waarvan ondernemingen onafhankelijk van elkaar dingen naar de gunst van de consument. Aan de hand van dit proces bepalen vraag en aanbod op anonieme wijze de prijzen van een goed of dienst tussen marktpartijen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom mededinging?

A
  1. allocatieve en productieve efficiency
  2. economische vrijheid
  3. consumentenwelvaart
  4. marktintegratie (met name in EU)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  1. allocatieve en productieve efficiency
A

= mededinging is efficiënt, zowel de productie van waarden en diensten als de verdeling ervan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  1. economische vrijheid
A

= er kan alleen maar economische vrijheid zijn, wanneer er mogelijk is tot mededinging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  1. consumentenwelvaart
A

= door concurrentie krijgen consumenten uiteindelijk de meeste waarde voor henzelf. De prijs-kwaliteitsverhouding komt in concurrerende omgevingen het beste tot haar recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  1. marktintegratie (met name in Europese Unie)
A

= mededinging maakt de integratie van nationale markten van de landen die deel uitmaken van de Europese Unie mogelijk. Mededinging is ook een manier om de Europese markt te integreren tot 1 interne markt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Marktmeester

A

= in geval van ordening door de markt is de overheid niet afwezig maar aanwezig als marktmeester

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Mededingingsrecht bestaat uit 3 geboden

A
  1. kartelverbod
  2. verbod op misbruik van economische machtspositie
  3. concentratietoezicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kartelverbod

A

= Onverenigbaar met de interne markt en verboden zijn alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen welke de handel tussen lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden en ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging binnen de interne markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Verbod op misbruik van de economische machtspositie

A

= Onverenigbaar met de interne markt en verboden, voor zover de handel tussen lidstaten daardoor ongunstig kan worden beïnvloed, is het, dat een of meer ondernemingen misbruik maken van een machtspositie op de interne markt of op een wezenlijk deel daarvan.
Met een groot deel van de markt in handen ben je sterk, kun je voorwaarden stellen en mensen zijn afhankelijk van jou. Van deze positie kun je misbruik maken.

!Je mag dus wel een economische machtspositie hebben, maar je mag er geen misbruik van maken!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Concentratietoezicht

A

= als ondernemingen samen willen gaan, willen fuseren, concentreren, dan moet daar eerst toestemming voor worden gevraagd. In Europa is dat de Europese Commissie. In Nederland is dat een andere toezichthoudende instantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Economische activiteit

A

= iets doen en ervoor betaald krijgen. De wijze waarop je dat doet, of vanuit de gedaante dat je bent, is niet van belang. Als je economische activiteiten verricht ben je een onderneming

Wie heeft bepaald dat zorgorganisaties ondernemingen zijn –> de marktmeester

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wel en geen ondernemingen in de zin van de Mw (volgens ACM)

A

wel:

  • zelfstandig gevestigde hulpverleners (huisartspraktijken, openbare apotheken)
  • zorginstellingen (ziekenhuizen, revalidatiecentra, verpleeghuizen)
  • zorgverzekeraars
  • aanvullende ziektekostenverzekeraars

Geen ondernemingen in de zin van de mw:

  • niet zelfstandig gevestigde hulpverleners (vrijgevestigde medische specialisten verbonden aan ziekenhuizen)
  • zorgkantoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Concentratietoezicht ACM

A

= het is verboden een concentratie tot stand te brengen voordat het voornemen daartoe aan de Autoriteit Consument en Markt is gemeld en vervolgens vier weken zijn verstreken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Schending kartelverbod of verbod op misbruik van economische machtspositie

A

= kan tot gevolg hebben dat een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom wordt opgelegd (artikel 56 Mw)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Schenden concentratietoezicht

A

voorgenomen concentraties moeten worden gemeld bij de ACM opdat deze getoetst kunnen worden. N

–> niet melden kan een bestuurlijke boete als gevolg hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

er mag niet geconcentreerd worden als ACM geen goedkeuring heeft gegeven

A

De ACM kan bepalen dat een vergunning vereist is voor een concentratie waarvan zij reden heeft om aan te nemen dat die daadwerkelijk mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou kunnen belemmeren, met name als het resultaat van het in leven roepen of het versterken van een economische machtspositie is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Bepalingen in de Mw zijn zeer abstract

A

en ook de betekenis van veel termen wordt niet in de wet uitgelegd:

kartelverbod:
wat is een onderneming?
wat is een besluit?
wat is een ‘markt of een deel daarvan’

verboden op misbruik EMP:
wat is een EMP
wat is misbruik van EMP

concentratietoezicht:
wat is een concentratie/.

–> de antwoorden hierop zijn te vinden in ACM-beleidsregels!! NIET in de wettekst

26
Q

Belangrijkste ACM-beleidsregel

A

Richtsnoeren voor de zorgsector

27
Q

Structuur ACM-besluit

A
  1. is de mw van toepassing? (onderneming of niet)
  2. om welke bepaling van de Mw gaat het?
  3. Wat is een relevante markt? (relevante product, of geografische markt)
  4. blijf er binnen de relevante markt voldoende concurrentie over?

zo niet, boete of last onder dwangsom voor schending kartel of EMP

of geen toestemming voor concentratie

28
Q

Mw verschillen met Wmg

A
  • Mw algemeen en voornamelijk repressief systeem (= wanneer je een norm schendt en wordt betrapt, volgt er een boete)
  • achteraf optreden tegen kartelvorming en misbruik van economische machtspositie
  • concentratietoezicht preventief
  • ACM houdt toezicht
  • ACM heeft geen bevoegdheid om rechtsregels te maken (wel regels)
  • ACM is marktmeester en neemt individuele besluiten
  • Mw is van toepassing op ondernemingen
29
Q

Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg)

A
  • Wmg sectorspecifiek (geldt alleen voor een bepaald deel van de gezondheidszorg) en aanvullend op Mw)
  • scheppen van algemene voorwaarden en ingrijpen vooral om marktwering te ontwikkelen en stimuleren
  • Proactief EMP –> NZa voorkomt dat het ‘misgaat’
  • NZa heeft wel bevoegdheid rechtsregels te maken én beleidsregels
  • Wmg is van toepassing op zorgaanbieders

Zorgkantoren vallen dus bijvoorbeeld niet onder toezicht van ACM, maar wel onder toezicht van NZa

30
Q

Wat doet de NZa

A

= stelt bij de uitoefening van haar taken het algemeen consumentenbelang voorop (ACM focust meer op producentenbelang)
- toegang tot kwalitatief goede en betaalbare zorg voor iedereen

31
Q

Hoe doet de NZa dat?

A
  • marktontwikkeling en -toezicht
  • tarifering (=vaststellen van tarieven. ACM doet dit NIET)
  • budgettering
  • toezien op regelmatige uitvoering van de Zvw en Wlz –> niet alleen toezicht op de regeltjes, maar ook op doelmatigheid
  • stellen van (beleids)regels en nemen van individuele besluiten
32
Q

Waar de consument zelfredzaam kan zijn door het borgen van consumentenwaarden:

A
  1. transparantie
  2. keuzevrijheid
  3. rechtspositie
33
Q
  1. transparantie
A

= opleggen van transparantieverplichtingen, zodat tarieven openbaar worden, informatie over kwaliteit van dienstverlening beschikbaar komt. Optreden tegen misleidende reclame-uitingen

34
Q
  1. keuzevrijheid
A

= toezicht op de acceptatieplicht en verbod op risicoselectie, advisering over concentratie en schaarste op de markt. NZa kan bijvoorbeeld overstapdrempels aanpakken of onredelijke opzeggingsvoorwaarden aanpakken

35
Q
  1. rechtspositie
A

= rechtmatigheidstoezicht op wettelijke verplichtingen van zorgaanbieders en verzekeraars

Onder andere door het toetsen van modelpolissen

36
Q

Waar marktfalen zelfredzaamheid beperkt door

A
  1. regulering

5. markttoezicht

37
Q
  1. regulering
A

= tarief- en prestatieregulering. Voor overgrote meerderheid van verrichtingen stelde NZa vroeger tarieven vast. Dat heeft plaatsgemaakt voor vrije prijsvorming. Om ervoor te zorgen dat de consument weet wat hij en de zorg die hij nodig heeft, laat de NZa een prestatiebeschrijving vaststellen

38
Q

prestatiebeschrijving

A

= staat omschreven wat een zorgaanbieder moet doen om een overeengekomen prijs (of vastgesteld tarief) in rekening te mogen brengen bij een zorgverzekeraar

39
Q
  1. markttoezicht
A

= bevorderen van effectieve concurrentie door toezicht te houden en randvoorwaarden te stellen aan partijen met AMM (aanmerkelijke marktmacht = economische machtspositie).

Hiermee bewaakt NZa het algemene consumentenbelang met als doel borging van publiek belang

40
Q

Aanmerkelijke marktmacht (AMM)

A

= de positie van een of meer zorgaanbieder of ziektekostenverzekeraars om alleen, dan wel gezamenlijk, de ontwikkeling van daadwerkelijke concurrentie op de Nederlandse markt of een deel daarvan te kunnen belemmeren door de mogelijkheid zich in belangrijke mate onafhankelijk te gedragen van zijn concurrenten, wederhelften op de zorginkoopmarkt en consumenten

41
Q

Voorbeelden AMM

A
  • buitensporig hoge prijzen voor noodzakelijke zorg waar mensen niet omheen kunnen en aan een partij die zorgaanbieders uit de markt drukt, door producten tijdelijk onder kostprijs aan te bieden.

–> verwacht NZa dat AMM de goede werking van een markt kan gaan verstoren (dat consumenten een verminderde toegang krijgen tot goede en betaalbare zorg), kan zij preventief verplichten opleggen om misbruik van AMM te voorkomen. Deze gaan van transparantie-eisen en eisen aan gelijke behandeling tot tariefregulering

Inkoopmacht wordt als minder ernstig dan verkoopmacht beschouwt. En uitsluiting erger dan uitbuiting.

42
Q

Ex ante

A

NZa treedt ex ante (vooraf) op. NZa kan reeds verplichtingen opleggen als gevaar dreigt

43
Q

Ex post

A

ACM treedt ex post op (achteraf) en legt boete als misbruik van economische machtspositie al heeft plaatsgevonden

44
Q

Mededingingsproblemen op de zorgmarkten

A

uitbuiting: te hoge prijzen, te lage kwaliteit
uitsluiting: leverings-/toegangsweigering, koppelverkoop, prijsmisbruik

Verkoopmacht: hoge prijzen, lage kwaliteit
Inkoopmacht: in beginsel niet problematisch, tenzij het leidt tot verkoopmacht

45
Q

AMM-verplichtingen

A
  1. transparantieverplichtingen
  2. non-discriminatie
  3. ontbundeling
  4. gescheiden boekhouding
  5. contracteerplicht
  6. geen overcapaciteit bedingen
  7. verplichtingen tot het doen van openbaar aanbod op aan te wijzen zorgcategorieën
  8. prijscontrole
  9. kostentoerekening
46
Q

Bij bepaalde mededingingsproblemen horen bepaalde maatregelen

A

excessieve tarieven –> gescheiden boekhouding, kostentoerekeningssysteem

lage kwaliteit –> transparantie

discriminatie –> transparantie, non-discriminatie

koppelverkoop –> ontbundeling

uitsluiting –> contracteerplicht

47
Q

Zorg specifieke fusietoets

A

NZa vericht deze. Dit komt er in de kern op neer dat zorgaanbieders (waar ten minste 50 mensen werken) die een (meldingsplichtige) concentratie willen aangaan, voortaan éérst goedkeuring moeten krijgen van de NZa. Pas nadat goedkeuring van de NZa is verkregen, kan een melding gedaan worden bij de ACM. De goedkeuring van de NZa moet namelijk worden bijgesloten bij de melding bij de ACM

48
Q

Rapport over de te verwachten effecten van de beoogde concentratie

A
  1. De doelstellingen van de concentratie;
  2. De redenen voor de concentratie;
  3. De structuur van de beoogde organisatie van de zorgaanbieder(s);
  4. De financiële gevolgen van de concentratie voor de zorgaanbieder(s);
  5. De gevolgen van de concentratie voor de zorgverlening aan de patiënt;
  6. De risico’s van de concentratie voor de kwaliteit en bereikbaarheid van de zorg en de wijze waarop deze risico’s worden ondervangen;
  7. Het oordeel en de aanbevelingen van cliënten, personeel en andere betrokken over het voornemen tot concentratie en de wijze waarop zij dit kenbaar hebben kunnen maken, alsmede een onderbouwing voor de wijze waarop het oordeel of de aanbevelingen zijn meegewogen bij het voornemen tot concentratie;
  8. De wijze waarop en het tijdsbestek waarbinnen de concentratie gerealiseerd zal worden.

Het is kortgezegd een manier om te garanderen dat de cliëntenraden gehoord zijn, de ondernemingsraad, de medische staf, e.d. Er wordt niet gekeken naar de feitelijke gevolgen voor de markt

49
Q

Zorg specifieke fusietoets

A

Achterliggende gedachte is dat zorgaanbieders middels de verplichte rapportage hun fusievoornemen goed moeten doordenken en daarbij alle stakeholders zorgvuldig, tijdig en op begrijpelijke wijze moeten betrekken. Ook zullen de zorgaanbieders overtuigend en beargumenteerd moeten reageren op de inbreng van deze stakeholders. De NZa toetst vervolgens of dit ook daadwerkelijk gebeurd is. Als blijkt dat er geen zorgvuldige besluitvorming heeft plaatsgevonden, dan zal de fusie niet worden goedgekeurd door de NZa. Overigens kan de NZa ook voorwaarden, voorschriften en beperkingen verbinden aan haar goedkeuring.

50
Q

Bevoegdheid handhaving kartelverbod

A

ACM: bevoegd om kartels op te sporten en handhavend op te treden

NZa: geen bevoegdheid

51
Q

Bevoegdheid concentratiecontrole

A

ACM: bevoegd om concentraties te beoordelen

NZa: geeft vooraf goedkeuring (of niet)

52
Q

Bevoegdheid toezicht op economische machtsposities/aanmerkelijke marktmacht

A

ACM: handhaven verbod misbruik economische machtspositie

Repressieve (ex post) toets op gedrag. Mogelijk om sancties op te leggen

NZa: kan vooraf verplichtingen opleggen aan marktpartijen met AMM

Preventieve (ex ante) toets van gedrag. Bij samenloop van bevoegdheden gaat NZa voor bij oppakken AMM

53
Q

Toekomst

A
  • AMM-instrument gaat naar ACM
  • zorg specifieke fusietoets gaat naar ACM
    zie wetsvoorstel Herpositionering taken NZa en deregulering
54
Q

Misbruik machtspositie zorgaanbieder

A
  • onnodig hoge prijzen
  • onvoldoende aandacht kwaliteit
  • tegenhouden innovatieve toetreders
55
Q

Misbruik machtspositie zorginkoper

A
  • verschraling kwaliteit en aanbod (door te erge focus op lage prijzen)
  • gebrek aan bereidheid om innovatief zorgaanbod te contracteren
56
Q

Uitzondering kartelverbod

A
  • bagatelbepaling: aantal ondernemingen gelijk aan of minder dan 8 en omzetdrempel niet overschreden (= 5,5 mil bij leveren van goederen; 1,1 mil bij andere gevallen)
  • gezamenlijk marktaandeel gelijk aan of minder dan 10%
  • voordelen wegen meer dan nadelen:
  • -> directe voordelen die ten goede komen aan afnemers
  • -> beperkingen mededinging zijn onmisbaar voor voordelen
  • -> voldoende restconcurrentie
57
Q

Horizontale concentraties

A
  • potentiële concurrenten op dezelfde relevante markt (problematischer dan verticale concentraties)
58
Q

3 typen concentraties

A
  • fusies
  • overname
  • ‘joint’ venture
59
Q

Meldingsfase

A

= toestemming vragen aan ACM (vergunning vereist? –> wordt daadwerkelijk mededinging op significante wijze belemmerd)

60
Q

Vergunningsfase

A

(vergunning vereist?) = deze is nodig als er in de meldingsfase is geconcludeerd dat er mogelijk gevaar dreigt voor mededinging

61
Q

Vergunning onder voorwaarde

A
  • structurele maatregelen (delen afstoten, delen overnemen, over onder strenge voorwaarden samengaan)
  • gedragsremedie (prijsontwikkelingen)
62
Q

Concentratie niet toegestaan. 2 uitzonderingen

A
  • reddingsfusieverweer: falling firm defence
  • efficiëntieverweer
    efficiency defence