AVV Blok 3 - 3 Flashcards

1
Q

correlatieanalyse

A

= een techniek om de samenhang tussen 2 (continue) variabelen vast te stellen

toetst de mate waarin de variabiliteit van de ene variabele samenhangt met de variabiliteit van de andere variabele

vb. lichaamslengte met de verschillen in schoenmaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

correlatiecoëfficient r

A

= drukt de richting en de sterkte van de (lineaire) samenhang tussen 2 variabelen uit en kan variëren tussen -1 en +1

0 = geen samenang

hoe dichter bij -1/+1 hoe sterker de samenhang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

r2 * 100%

A

= % van de variantie dat gedeeld wordt door beide variabele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

regressie analyse

A

= gebruikt voor zogenaamde ‘voorspellende analyse’

voorspellen van één afhankelijke variabele (Y) mbv een of meerdere onafhankelijke variabelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

enkelvoudige

A

= een afhankelijke variabele Y en een onafhankelijke variabele X

levert hetzelfde resultaat als een correlatieanalyse, omdat beide analysen de samenhang tussen de varianties van 2 variabelen bereken (r = beta)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

b

A

= slope, helling vna de lijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

meervoudige

A

= een afhankelijke variabele Y en meerdere onafhankelijke variabelen X1, X2, X3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gezamenlijke invloed

A

f toets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

unieke invloed

A

b en beta, significatie wordt getoetst met t toets. Percentage gedeelde variantie per onafhankelijke variabele als we beta kwadrateren en met 100 vermenigvuldigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

standaard meervoudige regressie

A

= alle OVS in 1 stap in de analyse opnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hiërarchisch

A

= OVs stapsgewijs in de analyse opnemen, om de toegevoegde waarde van specifieke variabelen te bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

c vs c’

A
c= totaal effect
c' = direct effect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

perfecte mediatie

A

c is significant maar c’ niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

sprake van moderatie als

A

het interactie-effect significant is (dan verklaart de interactie van x en m een significante proportie van de variantie in Y)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

simple slopes analyse

A

= het effect van x op y en diens significantie voor verschillende levels van de moderator berekenen conditionele effecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

veel gebruikte levels

A
  • laag (-1 SD)
  • gemiddeld (M)
  • hoog (+1 SD)
17
Q

correlatie hypothese

A

p = 0

p =/ 0

18
Q

correlatie van 1

A

= perfecte samenhang

pos = positieve samenhang
neg = negatieve samenhang