Week 3 HC6 Pijnmechanismen En Pijnmedicatie Bij Inflammatoire Gewrichtsaandoeningen Flashcards
1
Q
Waarop werken NSAID’s
A
Op het remmen van aanmaak van prostaglandines
2
Q
Hoe werkt paracetamol?
A
Zwakke COX-1 en -2 remmer
3
Q
Welke 2 vezels zijn er die zorgen voor pijn?
A
- Alfa-delta vezels: directe, scherpe en prikkende pijn
- C-vezels: langdurige, diepe en doffe pijn
4
Q
Pijn meten
A
Pain rating scale
- nummer van 0 tot 10
5
Q
Welke stappen volg je bij medicatie geven voor pijn?
A
- 1a: paracetamol
- 1b: NSAID
- 1c: paracetamol + NSAID
- 2: overstappen / toevoegen zwakwerkend opioide
- 3: overstappen / toevoegen sterkwerkend opioide
- 4: parenterale toediening van een opioide
6
Q
Welke pijnmedicatie geef je bij:
- artrose
- artritis
- fybromyalgie
A
- paracetamol
- NSAID
- gedragstherapie & neurotransmitter
7
Q
A
[Answer]