Week 2 HC4 Letsel Van De Onderarm En Pols Flashcards
Aanwijzing voor fractuur in ellebooggewricht
Fat pad sign
- op röntgen zie je iets donkere vlek rondom ellebooggewricht
- CT-scan maken
Fractuur van zowel de ulna als de radius
- behandeling
Fractura antebrachii
- deze fracturen zijn zeer instabiel -> operatieve fixatie (plaat en schroeven) is noodzakelijk
3 vormen van luxatiefracturen van de onderarm
- Galeazzi fractuur
- Monteggia fractuur
- Essex Lopresti fractuur
Galeazzi fractuur
- waar zit de breuk en hoe ontstaat die?
- waar zit de luxatie?
- waar gaat het vaak gepaard mee
- breuk van de radiusschacht na een val op geproneerde, uitgestrekte hand
- DRUG is gedisloceerd, dus luxatie van de ulna
- ruptuur van de TFCC, soms scheur in membrana interossea
Monteggia fractuur
- waar zit de breuk en hoe ontstaat die?
- waar zit de luxatie?
- ulna gebroken door bv val op gestrekte arm in pronatie
- radiuskop proximaal is geluxeerd
Essex Lopresti fractuur
- waar zit de breuk en hoe ontstaat die?
- waar zit de luxatie?
- waar gaat het vaak gepaard mee?
- fractuur radiuskop door axiaal trauma (bv val op uitgestrekte hand)
- luxatie DRUG/TFCC & (kapotte) radiuskop)
- ruptuur membrana interossea
5 distale radius fracturen
- Colles fractuur
- Smith fractuur
- Barton fractuur
- chaufeursfractuur
- die-punch
Müller AO-classificatie van fracturen die wereldwijd wordt gebruikt
- type A: eenvoudig, schuin of dwarslopende fractuur (extra-articulair)
- type B: wigvormig, grotere kracht voor nodig (partieel articulair)
- type C: complex, complexe spiralen, segmenten of irregulaire breuken (compleet articulair)
Bij welke 3 voorwaarden worden distale radiusfracturen conservatief behandeld?
Indien na repositie:
- < 10* kanteling in elke richting
- < 5 mm radius verkorting ten opzichte van de ulna
- < 2 mm intra-articulaire step-off
Indicaties voor operatieve behandeling
- onacceptabele stand na repositie
- instabiele fractuur
- ernstig weke delen letsel
Wanneer is er sprake van een instabiele fractuur?
- bij initieel 20* kanteling
- bij initieel een verkorting van > 1 cm
- bij 50% communitie (verbrijzeling, breking in meerdere delen) van de dorsale cortex
- elke communitie aan de volaire cortex
Welke 3 mogelijkheden voor een operatief behandeling zijn er?
- wat zijn de indicaties?
- wat zijn de voordelen
- wat zijn de nadelen?
K-draden
- indicaties: enkelvoudige fracturen, kinderen
- voordelen, minimaal invasief, percutane techniek, eenvoudig te verwijderen
- nadelen: nabehandeling met gips (waardoor stijfheid), kans op infectie van de entreepunten
Fixateur externe
- indicaties: zeer comminutieve fracturen, slechte weke delen (met hoge infectierisico)
- voordelen: minimale ingreep om te plaatsen (percutane techniek)
- nadelen: kans op infectie van de pinnen, vaak stijfheid als gevolg, stellage aan de arm
Open repositie (ORIF)
- indicaties: goede weke delen, fractuur eigenschappen
- voordelen: direct oefenen postoperatief, anatomische repositie
- nadelen: open techniek, patiënt kan postoperatief last krijgen van de platen