Week 3 HC.1 - Microscopische structuur van de lever Flashcards

1
Q

Regel van 2

A
Lever
○ Second most gecompliceerde orgaan na het brein
○ Second biggest organ na de huid
○ 2% van lichaamsgewicht
○ 2 lobben
○ 2 bloedtoevoeren
○ 25% Cardiac outflow(?)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel bloedtoevoeren heeft de lever?
Welke zijn dit? (+A/V? Welke takken ervoor? Aandeel bloedvolume en zuurstoftoevoer)
Wat gebeurt er moet bloed uit beide toevoeren?

A

2 bloedtoevoeren:
Vena porta
-Veneuze toevoer van bloed uit groot deel darmstelsel
-Vv. mesentericae draineren hierop –> bloed rijk aan opgenomen en verteerd voedsel
-70% bloedvolume, 30-40% zuurstof

Arteria hepatica

  • Arteriële bloedtoevoer
  • Truncus coeliacus, hepatica communis en propria etc.; bloed rijk aan zuurstof
  • 30-50% bloedvolume, 70% zuurstof

Bloed uit beiden mengt, wordt verspreid over leverstructuren en eindigt in v. cava

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zie je op de 3 niveaus van de lever?

Wat is er extra belangrijk aan het laatste niveau?

A

Niveau 1: macroscopie van de lever
Niveau 2: macro-micro = structuren zoals leverlobjes en associatie ervan met verschillende cellen, takken, bloed toe-/afvoer, galwegen
Niveau 3: microscopische structuur van de lever
Belangrijk aan microscopie: benaming hepatopathologie (ziekten)afgeleid van wat er microscopisch zichtbaar is + herkenning leverziekte patronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt de Functionele Unit van een orgaan bepaald?

Waaraan moet functionele Unit lever voldoen? Wat is hierover bekend

A

S - S - ss: Smallest - Structurally distinct - self sufficient organ
Kan zelfstandig ALLE functies van orgaan uitvoeren
Voor lever:
-Dubbele bloedtoevoer ontvangen
-Dubbele outflow voorzien (veneus+galweg)
-Alle leverfuncties uitvoeren
BESTAAT NIET, lever is complex en heeft vergaande micro-architectuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke typen angioarchitectuur van de lever ken je?

A

VENOcentrische LOBULUS structuur

PORTOcentrische ACINUS structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beschrijf bouwplan van lever lobulus + wat gebeurt overal

  • Buitenkant
  • Tussenin
  • Centrum
A

VENOcentrisch hexagon
-In elke hoek zit een portaal gebied
Portale venule en lever arteriole voeren bloed aan richting binnen/omhoog
Gal eruit/omlaag
-Tussenin slangachtige sinusoïden, via waar bloed naar centrum van lobulus reist
Sinusoïden verder omgeven met hepatocyten die stoffen absorberen en secreteren
-Centraal zit centrale vene, afvoer bloed terug naar perifere circulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Microscopisch beeld van lobulus

-Hoe zien welke structuren eruit

A
  • Centraal groot gat = centrale vene
  • Kleinere gaten eromheen = portal areas
  • Deze structuren samen met alle hepatocyten en sinusoïden ertussen = lobule
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Beschrijf bouwplan van lever acinus

  • Wat vormt centrum van de acinus?
  • Welke kant loopt bloed op?
  • Wat grenst een acinus af?
  • Waarin wordt een acinus ingedeeld?
A

PORTOcentrische ACINUS structuur
-Vanuit portale triades vormen takken langs de ‘zijkant’ van het hexagon richting de triades ernaast
-Vanaf deze ‘zijde’ loopt bloed radiaal naar buiten richting centrale venen
-De ruitvorm die volgt uit de bloedtoevoer die twee portale areas met elkaar vormen is de acinus
-Afhankelijk van zuurstofrijkheid:
Regio 1: meeste zuurstof, gebruikt bloed voor metabole doeleinden (gluconeogenese)
Regio 2: arbitrair
Regio 3: Minste zuurstof, verkerin in low flow(?), gaan bij ischemie als eerst dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat ligt in het centrum en aan de buitenkant van een leverlobulus en acinus respectievelijk

A

Lobulus:
centraal = centrale vene, buitenkant = portale areas
Acinus:
centraal = portal areas, buitenkant = centrale venen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat loopt er allemaal in de portale tract?

A

Galweg, portale venule, lever arteriole, lymfevaten, zenuwvezels
Omgeven door fibrotisch weefsel met lymfocyten en mastcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe zien drie hoofdstructuren van portale tract er microscopisch uit?

A
  • Vene: grootste diameter (maar dunne wand), aftakking van vena porta
  • Arteriole: dikke GESPIERDE wand, kleiner lumen
  • Galweg: zelfde lumen als arteriole, ‘dunnere lijn(?)’, kralenketting vibes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Belangrijke soorten cellen in lever (5)

A
Hepatocyten
Galwegepitheel
Sinusoïde cellen
Kepffer cellen
Hepatische stellate cells
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hepatocyten

  • Microscopisch uiterlijk
  • Wat vormen meerdere hepatocyten samen
  • Wat ligt daartussen
  • Wat liggen tussen hepatocyten ZELF?
A
  • Polygon cellen, eosinofiel granulair en glycogeenrijk cytoplasma, grote ronde kern, soms binucleair, VOL met rER, sER, ribosomen (om alle processen uit te voeren)
  • Hepatocyten georganiseerd in trabeculae/platen van 1 cel dik
  • Tussen platen liggen sinusoïden
  • Tussen hepatocyten zelf liggen galweg canaliculi
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zichtbaar bij elektronenmicroscopie van hepatocyt

A

• Nucleus is erg groot: 20% van de cel
• Glycogeen granules goed zichtbaar; kleuren donker
• Grote lichtgrijze celorganellen zichtbaar: mitochondria (20% van de cel)
○ 1000 per hepatocyt! Kunnen maar elke 10 dagen vernieuwd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke gespecialiseerde regio’s heeft een hepatocyt en waar grenzen deze aan?

A

• Sinusoïdale regio, grenzend aan de sinusoïd
• Laterale regio, grenzend aan omliggende hepatocyt\
• Canaliculaire regio, grenzen aan de galcanaliculus
○ Canaliculus vormt dus uit kanaal tussen 2 hepatocyten in
○ Er vindt sterk gepolariseerd transport plaats van de sinusoïdale regio naar de canaliculaire regio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem een aantal abnormale beelden van hepatocyten

  • Verkeerde ligging
  • Bij obesitas
  • Bij hemochromatose
A
  • Verkeerd gerangschikt; in glandulae i.p.v. trabeculae
  • Niet goed eosinofiel en wit en groot; beeld bij obesitas, diabetes of medicatiebijwerking
  • Ijzerstapeling op onder andere hepatocyten
17
Q
  • Wat zijn functies van sinusoïden

- Sinusoïdes hebben geen ___

A

-Sinusoïde vaten zijn bloed’ruimtes’ (i.p.v. vaten) die bloed vervoeren naar centrale vene
Verder grote gaten (hoe dichter bij centrale ven, hoe groter het gat) tussen endotheel zodat bloed en cellen langs sinusoïdale regio hepatocyt kunnen voor direct contact met absorptie/secretie
-Sinusoïdes hebben geen basaalmembraan

18
Q

Welke soorten sinusoïdale cellen zijn er (4)

A

○ Endotheelcellen: bepalen sinusoïden
○ Stellate cellen (HSC): perisinusoïdaal, hepatic stellate cells
○ Kupffer cellen: inwonende macrofagen, blijven in sinusoïde
○ Lymfocyten en erytrocyten die circuleren

19
Q
  • Wat is de Ruimte van Disse?
  • Waarmee gevuld?
  • ECM geproduceerd door ___ + hoe
A
  • Ruimte van Disse is ruimte tussen sinusoïde-epitheelcellen en hepatocyt, waar bloedcellen langs kunnen
  • Gevuld met vocht in direct contact met hepatocyten
  • ECM door Hepatische stellate cellen, produceren structureel reticuline (collageen type III) (goed aan te kleuren met reticuline stain om afgrenzing leverplaten te weergeven)
20
Q

Hoe ziet ruimte van Disse er microscopisch uit na autopsie

A

-Retractie van cellen na biopsie, waardoor ruimte van Disse groter wordt

21
Q

Wat zijn alle functies van HSC’s

A
  • Productie ECM
  • Opslag vitamine A
  • Rol in regulatie microvasculaire tonus
  • Hepatische regeneratie en fibrogenese; bij leverschade worden HSCs fibroblasten
22
Q

Kuppfer cellen

  • Wat zijn het en waar bevinden ze zich grofweg
  • Waar zitten ze vaker macro-microscopisch
  • Functie
A
  • Zitten langs sinusoïden, zijn gefixeerde(!) hepatische macrofagen
  • Zitten meer langs periportale sinusoïden
  • Vangen micro-organismen, gedegenereerde normale cellen, circulerende tumorcellen en meerdere macromoleculen weg
23
Q

Via welke structuren loopt het gal

A

Canaliculi –>kanalen van Hering –> Gal ductules –> interlobulaire galwegen