Week 1 HC.3 - Anatomie van de tractus digestivus 2: Maag tot anus Flashcards
In welke ruimtes is de maag ingedeeld?
Welke anatomische benamingen kennen delen van de maag verder?
- Cardia = overgang van slokdarm naar maag
- Corpus = grootste gedeelte, verantwoordelijk voor zuur
- Fundus = reserve
- Pylorus = sphincter, zorgt voor doorgifte bolus naar duodenum met tussenposes
Verder: plicae gastrica, curvatura minor en major, pars pylorica
Beschrijf vorm, verloop, omringende structuren en volume maag
- J-vormige zak
- Los in buikholte
- Zit vast aan diaphragma, oesophagus en duodenum
- Kan 2L bevatten
Wat is de tunica muscularis van de maag? Wat is de functie hiervan?
• 3 spierlagen om de maag om in alle richtingen te knijpen
○ Stratum longitudinale
○ Stratum circulare
○ Fibrae obliquae
• Knijpt voedselbrokken in kleinere delen en duwt deze verder omlaag
Welke variatie bestaat er in de vorm van de maag? Wat komt er bij de meesten overeen?
- Grofweg J-vorm, kan veel kleiner, groter, langer etc. zijn
* Begint meestal net onder middenrif en eindigt boven de navel
- In weke delen is duodenum ingedeeld?
- Welke structuren zijn er verder aan het duodenum?
- Beschrijf aanvoer van enzymen uit andere organen
- Lengte? Vorm en ligging? Waarin eindigt duodenum?
- Pars superior(/bulbus, ampulla), descendens, horizontalis en ascendens
- Andere belangrijke anatomie: plicae circulares
- Papil van vater/papilla duodeni major voert gal en alvleessappen aan, hier komen ductus choledochus en ductus pancreaticus samen
- 12 vingers = 25 cm, hangt als C-vorm retroperitoneaal vast, gaat over in jejunum
Dunne darm
- Bestaat uit ___ en ___
- Ligging, relatie tot peritoneum
-Bestaat uit jejunum en ileum
-Ligt intraperitoneaal, mesenterium vormt soort wortel waarlangs de dunne darm (van links-craniaal naar rechts-caudaal) loopt.
In mesenterium lopen bloedvaatjes, lymfe en vet
Verschillen tussen jejunum en ileum (1/2)
- Diameter
- Macroscopisch uiterlijk binnenkant
- Lymfestructuren
Jejunum // Ileum
- Grotere diameter// Kleinere diameter
- Veel plicae circulares // Iets gladder
- Weinig lymfatische structuren (lage concentratie gifstoffen // Veel lymfeknopen, Peyer’s patches (door hoog geconcentreerde gifstoffen
Verschillen tussen jejunum en ileum (2/2)
- Vascularisatie
- Kleur
- Functie
- Uiterlijk mesenterium
- Lange vasa recta (1-3 cm) (snelle afvoer van veel vocht), weinig (1-3 ) arcades // Korte vasa recta (1-2 cm) , veel (2-6) arcades
- Roze // Grijs
- Absorptie koolhydraten, aminozuren en lipiden // Reabsorptie afbraak enzymen, reststoffen
- Zichtbare arcades // Dik mesenterium
Divertikel van Meckel
- Functie
- Wanneer probleem + subtypen
-Als baby zit er in ileum verbinding met navel via waar eten binnenkomt en afval uitgaat, deze structuur gaat na geboorte ten gronde
-Soms blijft uitstulping open, kan verschillende vormen aannemen
Is een soort appendix aan dunne darm
Losse vorm, geen aangechting aan navel
Meckel’s divertikel: geen doorgang naar navel, wel verbinding via Vitelline ligament –> dunne darm kan in knoop draaien
Vitelline fistel: opening tussen ileum en navel, ontlasting uit navel
Colon
- Begint met ___
- Uitsteeksel: naam en verloop
- 4 delen van colon
- Eindigt in
- Andere belangrijke anatomische structuren
- Begint in caecum
- Uiteinde = appendix vermiformis; loopt voort uit uiteinde van 3 spierlagen
- Colon ascendens (retro), transversum (intra), descendens (retro), sigmoideum
- Eindigt in rectum
- Valva ileocaecalis
Rectum kenmerken
Gespierd
-Deel dwarsgestreept: vrijwillige ontlasting, m. sphincter ani exterior en levator ani relaxeren
Ampulla voor reservoir: ampulla recti
Verder: columnae + sinus anales, m. sphincter ani internus
Welke hulporganen horen bij tract. digestivus?
Welke andere buikorganen zijn er?
• Hepar (lever) • Vesica biliaris (galblaas) • Pancrea (alvleesklier) Andere organen buikholte • Milt • Nieren
Lever
- Uiterlijk voorzijde
- Relatie peritoneum
- Achterzijde structuren
- Twee grote lobben: lobus dexter en sinister
- Gewikkeld in peritoneum, behalve area nuda (ligt tegen diafragma), peritoneum komt voor samen –> lig. falciforme met lig. teres hepatis
-Achterzijde: lobus sinister en dexter te onderscheiden
H structuur: lob. caudatus, v. cava inf., a. hepatica propria en v. portae en d. choledochus, lob. quadratus, vesica biliaris
Vesica biliaris (galblaas)
- Normale weg van gal
- Alternatieve weg voor gal
- Wat gebeurt met gal in galblaas
- Gevaar van gal
-Productie in lever –> afvoer via ducti naar duodenum
-Wanneer sphincter van Oddi in papil van Vater dicht is: lever produceert hele dag door –>
○ Productie lever –> ductus hepaticus dexter en sinister –> ductus hepaticus communis –> ductus choledochus –> sphincter is samengetrokken, borrelt terug via choledochus –> ductus cysticus –> vesica biliaris
-Gal wordt in galblaas verreikt
-Kan kristalliseren; gal is een zout
Pancreas
- Loopt uit in ___
- Alternatieve weg
- Loopt uit in papil van Vater
- Ductus pancreaticus accessorius, extra duct zodat alvleessap de pancreas niet aantast, loopt uit in papilla duodeni minor, verdwijnt bij de meeste mensen