W2HC2: Toegepaste anatomie van de onderarm, pols en hand Flashcards
1
Q
Snuifdoos
A
- basis duim/overgang pols
- belangrijk bij scaphoid breuk en M. de Quervain (ontsteking peesschede eerste compartiment)
- dorsaal begrensd door EPL (3e extensorloge)
- palmair begrensd door 1e extensorloge
2
Q
Carpaal tunnel syndroom
A
- pijn/tintelingen ‘s nachts (duim tm middelvinger), na schudden gaat het over
- minder gevoel in de vingers
- flexor retinaculum neem je door
3
Q
Aponeurosis palmaris
A
Betrokken bij Ziekte van Dupuytren:
- verlittekent waardoor de vezels korter worden -> vingers gaan krom staan
- worden weggehaald
4
Q
Triggervinger
A
- metacarpophalangeaal gewricht, thv A1 pully
- peesontsteking waardoor de pees groter is dan de tunnel waar hij doorheen moet: je kan je vinger wel buigen, maar alleen strekken met de andere hand
- behandeling: corticosteroïden injectie of A1 pully doornemen
- A2 pully perongeluk doornemen -> pees loopt in rechte lijn ipv langs vinger -> bowstringing