W2HC1: Anatomie van de onderarm, pols en hand Flashcards
1
Q
Begrenzing onderarm en handwortelbeentjes
A
- dorsaal: processus stiloideus
- ventrale zijde; meest distale huidplooi, handwortelbeentjes beginnen een duimdikte van die plooi af
2
Q
Intrinsieke handspieren
A
- lumbricales; zorgen dat je je vingers kan strekken terwijl je je handpalm buigt
- interosseus palmares: vingers sluiten
- interosseus dorsales: vingers spreiden
3
Q
Innervatie n. medianus
A
flexor pronator teres, van duim, wijs- en middelvingers flexor digitorum profundus en superficialis
4
Q
Innervatie n. ulnaris
A
flexoren voor ringvinger en pink
flexor carpi ulnaris
intrinsieke handspieren
5
Q
Innervatie n. radialis
A
extensoren