Vaatheelkunde Arterieel/ Chronisch Flashcards
chronisch arterieel vaatlijden
Epidemiologie
<60j: 5%, meer mannen dan vrouwen
>60j: 15%, evenveel mannen als vrouwen
chronisch arterieel vaatlijden
Risicofactoren: standaard CVD, maar voornamelijk…
○ Leeftijd
○ Roken (vnl aorto-iliacale regio)
○ Diabetes (vnl onderbeensvaten)
chronisch arterieel vaatlijden
Symptomen
○ Velen asymptomatisch of atypische pijn, en blijven vaak stabiel
○ 1/3 heeft typische claudicatio klachten
§ Pijn tijdens inspanning omdat spieren dan meer zuurstoftoevoer nodig hebben
○ 1-2% heeft kritische lidmaatischemie
§ Ischemische rustpijn, arteriele ulcera, gangreen
§ Zeer lage enkeldrukken (enkel/arm index < 0.5)
§ Amputatie verwacht binnen de 6 maand zonder successvolle revascularisatie
§ Indien onbehandeld, na 1 jaar is 25% dood en 25% heeft amputatie
chronisch arterieel vaatlijden
Symptomen afhankelijk van…
○ Lokatie van letsels: arm =/= been letsel
§ Aorto-iliacaal
§ Femoro-popliteaal
§ Onderbeensvaten
§ Multisegmentair
○ Graad van stenose: typisch klachten vanaf reductie 75% oppervlakte ( = 50% radius)
○ Aanwezigheid collateralen: ontwikkelen moeilijker thv. e.g., knie
- Belang van enkel-arm index (via e.g., Doppler)
○ Systolische beendruk gedeeld door arm druk
§ Been: dorsalis pedis of tibialis posterior
§ Arm: de hoogste van links of rechts branchial
○ Absolute waarde minder belangrijk dan de evolutie
○ Normaal [0.9 - 1.3]
§ >1.3: Verkalking door perifeer vaatlijden
§ <0.9: claudicatio (<0.5: kritische lidmaatischemie)
chronisch arterieel vaatlijden
Belang van enkel-arm index (via e.g., Doppler)
○ Systolische beendruk gedeeld door arm druk
§ Been: dorsalis pedis of tibialis posterior
§ Arm: de hoogste van links of rechts branchial
○ Absolute waarde minder belangrijk dan de evolutie
○ Normaal [0.9 - 1.3]
§ >1.3: Verkalking door perifeer vaatlijden
§ <0.9: claudicatio (<0.5: kritische lidmaatischemie)
chronisch arterieel vaatlijden
Differentiaal diagnose
○ Neurogeen spinaalkanaal stenose (vernauwing ruggemerg kanaal)
§ Maar, verbetert bij voorover buigen
○ Neurogeen ischialgie (compressie wortels van n. ischiadicus)
§ Maar, pijn ook bij lang rechtstaan, straalt uit naar dij/kuit, & gevoelsstoornissen
○ Locomotorisch
§ Maar, pijn rond gewrichten, eerder startpijn, verdwijnt niet bij stilstaan (moet gewricht ontlasten)
○ Chronisch longesyndroom (compartiment syndroom)
§ Maar, pijn vooral gelocaliseerd aan voorzijde/zijkant van onderbeen bij lange inspanning
○ Veneuze claudicatio
Maar, vaak zwelling thv been, geschiedenis van vroegere DVT
chronisch arterieel vaatlijden
Diagnose
Anamnese
○ Symptomen: aard, ernst, duur, inspanning, helpt uit bed hangen, …
○ Klachten in andere vaatgebieden: cardiaal (AMI, angor), renaal (BP↑), brain (TIA)
○ Risicofactoren
○ Antecedenten / familiaal
chronisch arterieel vaatlijden
Diagnose
○ Inspectie (pijn, maar vaak weinig andere afwijkingen)
§ Tekenen van CV lijden / risicofactoren: obees, tabak, dyspnea, cyanose, …
§ Huidkleur veranderingen zijn zeldzaam bij claudicatie (eerder bij veneus)
§ Elevatietest: been wordt bleek bij heffen (vulling ↓), rood bij terug neer (vasodilatie)
○ Palpatie (aanwezige pulsaties sluiten stenose niet uit!
§ Temperatuurverschil L-R
§ Pols verschil L-R
○ Ausculatatie
§ Ruis ter hoogte van, en downstream van, de stenose (door turbulentie)
§ Ernst stenose ~ intensiteit geruis (maar geruis verdwijnt weer bij 100% stenose)
chronisch arterieel vaatlijden
Diagnose
Doppler (of duplex = doppler + standaard echo)
○ Operator-dependent: genoeg ervaring vereist
○ Enkel-arm index kan er mee bepaald worden
○ Duplex e.g., voor
§ Opvolging bypass
§ A femoralis, poplitea, iliaca
§ Minder geschikt voor onderbeensvaten
chronisch arterieel vaatlijden
Diagnose
Looptest
○ Claudicatio afstand: waar pijn begint op te treden
○ Maximale loopafstand: waar pt. moet stoppen
chronisch arterieel vaatlijden
Diagnose
Angiografie (catheter best, maar invasief+straling+contrast)
○ CT: contrast, straling, minder goed voor onderbeen
○ MRI: minder resolutie, duur, weinig beschikbaar, soms contrast (gadolinium)
○ Catheter: beste resolutie maar invasief, contrast, straling, geen info over vaatwand
chronisch arterieel vaatlijden
Diagnose
Varia
○ Teendruk: als enkeldruk onbetrouwbaar is (e.g., niet comprimeerbare onderbeensvaten)
○ Trancutane zuurstofspanning: ernst ischemie, kans op genezing van wondes
○ Laserdopler
chronisch arterieel vaatlijden
Fontaine I: asymptomatisch (progressie preventie)
○ Toevallige vondst <> pijnvrij na behandeling
○ Kan omdat stenose nog geen >75% oppervlakte reductie heeft gegeven
○ Kan omdat er collaterale circulatie aanwezig is
(revascularisatie mag vanaf II, altijd III+)
chronisch arterieel vaatlijden
Fontaine II: claudicatio (soms revascularisatie, vnl. om levenskwaliteit te beteren)
○ IIa (>250m stappen) vs IIb (<250m stappen)
○ Onvoldoende zuurstoftoevoer tijdens inspanning
○ Typische symptomen van “etalageziekte” na inspanning
§ Pijn
§ Kramp
§ Moe/spanningsgevoel
§ Overgaand na rust (zitten/liggen is niet nodig)
○ Lokatie is vaak de kuit (= voornaamste wandel spier; en thv einde van circulatie)
(revascularisatie mag vanaf II, altijd III+)
chronisch arterieel vaatlijden
Fontaine III: rustpijn (altijd revascularisatie)
○ Vooral thv tenen en voeten (eind circulatie)
○ Typische symptomen
§ Snachts (horizontaal been dus geen zwaartekracht effect; en lagere BP)
§ Pijn geeft moeite met te slapen
§ Been uit bed hangen verbetert het (maar kan wat oedeem geven)
○ DD: neuropatische pijn (maar die is diabetes gerelateerd, ook overdag, been uit bed helpt niet)
(revascularisatie mag vanaf II, altijd III+)