Cardiologie Varia/ SCND Flashcards

1
Q

Sudden cardiac death
algemeen

A

(vaak VT)
Weinig mensen met veel risico, maar bij die groepen wel hoge mortaliteit!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sudden cardiac death (vaak VT)
Oorzaken (vooral VT)

A

○ Coronair lijden (80%), met dus standaard CV risk factors
○ Cardiomyopathie (zowel hypertroof als gedilateerd; 10-15%)
○ Familiale / genetische aandoeningen (ritmestoornis, Brugada, long QT, …; 5%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sudden cardiac death (vaak VT)
Verhoogd risico bij…

A

○ Familiale plotse dood <50j
○ Overklaarde syncope
○ Niet-oplopende bloeddruk bij inspanning
○ Septale hypertrophy >30 mm (e.g., hypertrophe CMP)
○ Non-sustained VT op holter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Sudden cardiac death (vaak VT)
Risico na myocard infarct hangt af van…

A

○ Uitgebreidheid infarct (i.e., remaining EF)
○ Gedaalde inspanningstolerantie
○ Klachten van hartfalen
○ Aanwezigheid van ritmestoornissen (e.g., meerdere NS-VT runs)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sudden cardiac death (vaak VT)
Behandeling

A

○ Accuut
§ CPR
§ Corrigeer oorzaken/invloeden: ischemie, metabool, toxisch, farmaca
§ Cardiaal onderzoek voor oorzaak te zoeken: coronarografie, etc
○ Long-term
§ Famiale screening indien nodig
§ ICD (in secundaire preventie)
§ Beta blocker (verbetert mortaliteit na AMI en HF)
§ GEEN flecainide (class 1), wel e.g., amiodarone, sotalol (class 3)
Maar pas op voor QT verlenging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly