Cardiologie Cardio/ Hartfalen Flashcards

1
Q

Hartfalen
Symptomen/tekens (sensitief vs specifiek)

A
  • Sensitief (maar weinig specifiek…)
    ○ Dyspnoe
    ○ Moe
    ○ Oedemen (RH congestie)
    ○ Tachycard (compensatoir)
    ○ Hypotens (vaak verlaagde EF)
    ○ Crepitaties (LH congestie)
  • Specifiek (maar weinig sensitief…)
    ○ Orthopnoe (bij neerliggen)
    ○ PND (ontwaken na 1-2h)
    ○ VJD
    ○ Hepatomegalie
    3de harttoon (inflow van bloed in LV; omdat LV meestal extra compliant is bij systolic hartfalen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hartfalen
Acute presentatievormen

A

Hypertens (>140 sbp), dyspnea +- overvulling

BP normaal, dyspnea +- overvulling

Hypotens (<100 sbp), dyspnea +- overvulling

Dyspnea, tekens van ACS

Geisoleerd RHF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hartfalen
Hypertens

Acute presentatievormen

A

(>140 sbp), dyspnea +- overvulling
□ Plots optredend “flash pulmonary oedema” en dyspnea staan op voorgrond
□ Diffuus longoedeem met veel crepitaties

Weinig perifere oedemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hartfalen
§ BP normaal, dyspnea +- overvulling

Acute presentatievormen

A

□ Perifere oedemen staan op voorgrond, incl. vochtretentie en gewichtstoename
□ □ □ □ Progressief toenemende dyspnea
Niet altijd crepitaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hartfalen
§ Hypotens (<100 sbp), dyspnea +- overvulling

Acute presentatievormen

A

□ Hypoperfusie staat op voorgrond
□ Koude en droge huid, oliguria

Niet altijd longoedeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hartfalen
Dyspnea, tekens van ACS

Acute presentatievormen

A

□ ACS angor staat op voorgrond
□ Kan variatie van presentatievormen hebben (oedemen, dyspnea, ..)

Belang van snelle reperfusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hartfalen
Geisoleerd RHF

Acute presentatievormen

A

□ Veneuze stuwing staat op voorgrond
□ JVD, mogelijks hepatomegalie
Geen longoedeem, niet altijd dyspnea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hartfalen
Oorzaak

A

Cardiaal

Metabool

Other

Acute deterioratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hartfalen
Cardiaal

A

§ Ischemisch hartlijden (40% van al het hartfalen is door ischemie)
§ Cardiomyopathie (e.g., HCM, DCM)
§ Kleplijden (e.g., A-klep stenose)
§ Ritmestoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hartfalen
Metabool

A

§ Anemie
§ Thyroid (zowel hyperthyreose als hypothyreose!)
§ Diabetes
§ Hemochromatose (geeft ook bronze diabetes, arthralgia, leverlijden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hartfalen
Other

A

§ Hypertensie
§ Inflammatie (myocarditis, sepsis, ..)
§ Systeemaandoening (SLE, sarcoidose, amyloidose)
§ Toxisch (alcohol, cocaine, NSAID, ..)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hartfalen
Acute deterioratie

A

○ Cardiaal: ritmestoornis, hartklep afwijking, ischemie, longembool, hypertensie, …
○ Niet cardiaal: farmaca (NSAIDs), infectie, zwanger, diabetes, schildklierlijden, anemie, …
○ Patientgebonden: alcohol, non-compliance (medicatie, zout restrictie, etc)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hartfalen

A
  • I: geen ADL impact
  • II: milde inspanning beperking; moe, palpitaties, dyspnea bij inspanning
  • III: sterke inspanningsbeperking
  • IV: klachten in rust
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hartfalen
Diagnose (sympt -> ECG/BNP -> echo)

A

1) Symptomen/tekens van hartfalen
2) ECG en NT-proBNP
§ ECG
□ Kan oorzaak van hartfalen tonen (ritmestoornis, ischemie, …)
§ NT-proBNP
□ B-type natriuretic peptide; or the cleaved remainder of its pro-hormone
□ Released als respons op hemodynamische veranderingen (e.g.,
respons tegen RAAS activatie)
□ Hoge negatieve predictieve waarde voor hartfalen
3) Echocardiografie
§ Indien afwijkend ECG of bij afwijkend biomerker
§ Objectief bewijs van cardiale dysnfunctie
□ Structurele abnormaliteit
□ Systolische dysfunctie
Diastolische dysfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hartfalen
Behandeling - accuut (nooit BB geven, die zijn neg inotroop!)

A
  • Inschatten ernst
  • Presentatievorm dyspnea en hyper/normotens (ZO MAG Die patient BLIJVEN leven)
  • Presentatievorm hypotens
  • Varia
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hartfalen
Behandeling-accuut
Inschatten ernst

A

○ Patient: >75j, comorbiditeiten
○ Hartfunctie: ischemisch hartlijden, gedaalde LV EF, hypotens
○ Bloedwaarden: hyponatriemie (en dus zwaar overvuld), verhoogd BNP/troponine, verlaagde nierfunctie
Troponine verhoogd in 60% gevallen; duidt op ofwel coronaire ischemie als oorzaak van deterioratie, ofwel op myocardschade door hypoxie

17
Q

Hartfalen
Behandeling-accuut
Presentatievorm dyspnea en hyper/normotens (ZO MAG Die patient BLIJVEN leven)

A

○ Zittende houding (vermindert veneuze retour)
○ O2 (3-10L/minl; cave COPD)
○ Morfine (2-5mg; venodilator en dus preload reductie, en relaxeert de patient met dus HR reductie)
○ Afterload reductie (nitroglycerine 5mg sublinguaal)
○ Glucose 5% (veneuze leiding)
○ Diuretics (furosemide, vooral indien sterk overvuld)
Blijf bij de patient!

18
Q

Hartfalen
Behandeling-accuut
Presentatievorm hypotens

A

○ Direct naar ziekenhuis
○ Geen diuretica / vasodilatoren
○ Mogelijks vullen (bij zeeer lage bloeddruk) of positief inotrope stoffen / vasopressoren (noradrenalin)
Opletten met morfine

19
Q

Hartfalen
Behandeling - accuut
Varia

A

○ Behandel oorzaak
§ ACS: revascularisatie plannen
§ Longembool: thrombolyse, LMWH, onderhoudsbehandeling met VKA
§ Aritmie: corrigeer medicamenteus of met cardioversie; mogelijks pacing
§ Kleplijden: heelkundig herstel
○ Extra ondersteuning
§ Zware shock: vasopressoren, positieve inotropica, ECMO, aortic balloon pumping
○ Opvolging
§ Start of optitreer basistherapie
§ Opname in revalidatieprogramma
Educatie, … om heropname te voorkomen

20
Q

Hartfalen
Behandeling - chronisch

A

Algemeen
Medicamenteus (Nee tegen SABAM, De Dutsen)
Niet-medicamenteus (specifieke indicaties)

21
Q

Hartfalen
Behandeling - chronisch
Algemeen

A

○ Dieet
§ Elke ochtend wegen (! +2kg in paar dagen = vochtretentie)
§ Vocht beperking: 1 - 1.5l/d (vochtretentie vermijden)
§ Zout beperking <3g/d (vochtretentie vermijden)
§ (vermageren, vermijd BMI>25)
○ Lifestyle
§ Dynamic exercise - maar rust bij accuut hartfalen of deterioratie!
§ Rook / alcohol stop
§ Vermijd sociale isolatie
§ Contraceptie counceling
○ Vaccinatie
§ Griepvaccin
(pneumococcen - onduidelijk)

22
Q

Hartfalen
Behandeling - chronisch
Medicamenteus (Nee tegen SABAM, De Dutsen)

A

○ Neprilysin inhibitor
§ Neprilysin breekt natriuretic peptides af (ANP, BNP) = reduced afterload door vasodilatie, reduced ECF volume door Na+ excretion
§ Gecombineerd met angiotensin receptor blocker (ARNI)
○ SGLT-2 inhibitor
§ Verhindert renale glucose/Na+ reabsorptie, maar geeft ook significante reductie in CV events
§ Potentieel nieuwe therapie
○ ACE-I (-pril)
§ Less ATII (vasoconstrictor) = reduced BP (ook voor hypertensie gebruikt), reduced afterload
§ Niet bij ondervulde / hemodynamisch instabiele patient
§ Altijd laag starten!
§ controleer nierfunctie/electrolieten (K+) na 3-5d, 3m, elke 6m
§ Bijwerkingen: hoest (niet dosis geb.), hypotensie, K+↑, GFR↓
○ Beta blockers (-lol)
§ Negatief chrono-, ino- en dromotroop (hart moet minder werken); ook minder renine secretie
§ Gunstig effect op mortaliteit, hospitalisatie en symptomen
§ Altijd laag starten en uptitreren! May initially impair cardiac function
§ Bijwerking: hypotens; bardycard; moe; impotentie bij mannen; asthma exacerbatie
○ ARB (-sartan)
§ Gebruikt als ACE-I niet verdragen worden (hoest)
§ Allen bruikbaar voor hypertensie, maar enkel candesartan voor hartfalen
○ MRA (-one)
§ Nuttig door secundaire hyperaldosteronism die ontstaat bij hartfalen (RAAS activatie, en vertraagde aldostrone afbraak door gedaalde leverdoorbloeding)
§ Increases Na+ en H2O excretie; blockt ook de growth-factor werking van aldosterone op het hart (fibrosering / heart remodeling)
§ Bijwerking: K+↑; gynaecomastie (spironolactone)
○ Digoxine (geen effect op mortaliteit!)
§ Enkel reductie van hospitalisatie & klachten
§ Enkel bij symptomatisch HF + sinusritme + EF<45%
§ Controleer spiegel
□ na 7-14d (geen ladingsdosis);
□ bij vermoeden toxiciteit;
□ bij farmaca die metabolistatie kunnen beinvloeden (renaal geklaard! Cave ACE-I, NSAID)
§ Contraindicaties: bradycard, hooggradig AV block, WPW, hypertrophe HCM, electrolietstoornissen
○ Diuretica (geen effect op mortaliteit!)
§ Enkel reductie van klachten bij overvulling
§ Start met lisdiureticum (krachtiger; werkt tot GFR 5ml/m), breid mogelijks uit met
□ thiazide (werkt tot GFR 30ml/m; cave K+↓), minder krachtig
□ spironolactone (werkt tot GFR 30ml/m; cave K+↑), minder krachtig (maar additief & MRA effect)
§ Combineer met ACEI/ARB (diureticum geeft ondervulling en activeert dus RAAS system)
§ Bijwerking: electroliet/nierfunctie stoornissen (= opvolgen!)

23
Q

Hartfalen
Behandeling - chronisch
Niet-medicamenteus (specifieke indicaties)

A

○ Pacemaker
§ Bij bradycardie
§ Voor resyncronisatie bij e.g., LBBB (verbetert mortaliteit, symptomen en inspanningscapaciteit)
○ ICD
§ Primaire preventie bij EF<35%
§ Secundaire preventie na e.g., VT
Heelkunde: ablatie (AF, VT), revascularisatie, klepherstel, hart transplant

24
Q

Hartfalen
Behandeling - palliatief

A
  • Medicatie aanpassing
    ○ Diuretica meestal houden (klachten van overvulling)
    ○ Elimineer overbodige
    ○ Pijnstilling
    • Varia
      ○ Comfort van pt. garanderen
      ○ Bespreek uitzetten van ICD
      Pas op met uitzetten van pacemaker: als pt. dependent is kan deze direct overlijden
25
Q

HFrEF

A

hart failure with reduced Ejection fraction

26
Q

HFpEF

A

Hart failure with preserved Ejection fraction