Tekst 9: Kleingeld debunking confabulation Flashcards

1
Q

Wat is de ‘empirische kritiek’ op Kantianisme van onder andere Greene?

A

Vanuit neurowetenschap en psychologie wordt relatief veel kritiek gegeven op het Kantianisme. Dit komt voornamelijk doordat zij denken dat de handelingen van de mens sterk beïnvloed worden door situationisme en emoties. Het kantianisme houdt geen rekening met situationisme en met emotionele drijfveren van de mens.

Green: het kantianisme wil heel rationeel lijken, maar wordt (onbewust) beïnvloed door emoties. Het is een poging om van de emotionele drijfveren rationaliteit te maken. Het zou niet eens te maken hebben met het bereiken van morele conclusies op basis van morele redenen/intenties. Het is een soort morele confabulatie; moreel handelen en hier een reden voor geven, maar in feite geen idee hebben waarom je zo gehandeld hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

“Question-begging” betekent dat iemand iets aanneemt wat precies op het spel staat, dwz, wat nu juist geargumenteerd of bewezen moet worden. Kleingeld zegt dat Greene zich schuldig maakt aan “begging the question”. Wat neemt Greene aan wat hij had moeten bewijzen?

A

Mensen die tot deontologische morele oordelen komen doen dit op basis van emotionele drijfveren, niet op basis van rationaliteit. Filosofen die deontologische morele theorieën ontwikkelen zijn pseudorechtvaardiging voor deze oordelen op basis van emotionele drijfveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Volgens Greene is deontologie (of: de Kantiaanse ethiek) niks meer dan (morele) “confabulatie”. Wat wordt hiermee bedoeld?

A

Green koppelt confabulatie aan het kantianisme. Dat we de ene handeling goed vinden en de andere slecht betekent niet dat we weten waarom. We bedenken achteraf gewoon een leuk verhaaltje waarom we ervoor gekozen hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn drie redenen voor de empirische wetenschappen?

A
  1. Het is wereldwijd bekend dat er vanuit de empirische wetenschappen kritiek is op het kantianisme en dat hier aandacht aan moet worden geschonken.
  2. Het kantianisme reageert kort op de kritiek. Het lijkt dus alsof de harde feiten niet lijken aan te komen. Ze claimen namelijk dat de kritiek niet past binnen de theorie.
  3. Kantianen zouden empirische wetenschappen de kans moeten geven, om de rol van emoties in moraliteit te kunnen onderzoeken.

Volgens Kleingeld wil de empirische wetenschap niet kritisch zijn om ethische theorieën te ontmaskeren, maar is de empirische wetenschap kritisch om de moraliteit te begrijpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat vindt het kantianisme van de invloed van empirische wetenschappen?

A

het kantianisme is geen descriptieve, maar een normatieve. Volgens het Kantianisme zijn empirische wetenschappen normatief irrelevant. Bovendien is het onmogelijk om iemands ware redenen voor moreel handelen na te gaan aan de hand van gedrag of neurowetenschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is Greene’s onderzoek?

A

Terwijl de proefpersonen onder een hersenscan lagen, moesten de proefpersonen ethische dilemma’s oplossen. Hierbij keken de neurowetenschappers welke gebieden in het brein actief waren en het reactievermogen. Het gebied dat geassocieerd wordt met emoties en cognitie waren voornamelijk actief tijdens het experiment. Bovendien duurt het veel langer om na te denken over de consequenties van een handeling, dan als iemand het kantianisme toepaste. Green maakt hierbij een onderscheid qua denken. Wanneer een proefpersoon langer nadenkt wordt dit gekoppeld aan rustig nadenken, bewust nadenken en gecontroleerd nadenken. Terwijl een proefpersoon die kort nadenkt (kantianisme toepast) snel nadenkt, onbewust en voornamelijk met zijn emotioneel instinct handelt. (Hij koppelt dit onderscheid aan het gedachte-experiment met de trolley).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de conclusie van Greene’s onderzoek?

A

kantianisme is niet gebaseerd op rationalisme, maar op emotionele drijfveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe koppelt Greene confabulatie aan kantianisme?

A

Greene neemt de theorie van Haidt en Wilson over. Deze theorie gaat over confabuleren. Het gedachte-experiment met de pantykousjes van Wilson en Nisbett wordt hieraan gekoppeld. Er liggen vier dezelfde panytkousjes op tafel. De proefpersonen moeten er een uitkiezen die zij het beste vinden. Vervolgens vragen ze aan de proefpersonen waarom ze die gekozen hebben. Iedereen bedenkt een prachtig verhaaltje waarom ze voor dat ene pantykousje zijn gegaan. Achteraf blijkt dus voor de proefpersonen dat ze allemaal hetzelfde waren en dat ze dus geen idee hebben waarom ze er eigenlijk voor gekozen hebben (conclusie).

Green koppelt confabulatie aan het kantianisme. Dat we de ene handeling goed vinden en de andere slecht betekent niet dat we weten waarom. We bedenken achteraf gewoon een leuk verhaaltje waarom we ervoor gekozen hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is het kantianisme een soort confabulatie volgens Greene?

A
  1. mensen hebben sterke (deontologische: plicht) gevoelens rondom een ethisch dilemma (premisse)
  2. mensen hebben de sterke neiging om hun gevoelens te verantwoorden, als ze dit echter niet kunnen gaan ze confabuleren (premisse).
  3. het is niet duidelijk hoe je een deontologisch gevoel kunt verantwoorden (evaluatie).
  4. Deontologie/kantianisme is dus een soort confabulatie (conclusie).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke kritiek krijgt Greene?

A

‘Het is niet duidelijk hoe je een deontologisch gevoel kunt verantwoorden’ is zwak. Dat het niet duidelijk is hoe je dat moet doen, betekent niet dat het onmogelijk is. Voor hetzelfde geldt betekent dat gewoon dat je wat langer moet nadenken. Hierdoor is de conclusie niet logisch en zou het eigenlijk geen kritiek zijn op het kantianisme. Om dit te voorkomen moet Greene het derde punt herformuleren. Dus irrelevant voor het kantianisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom laat Kant wel emotie toe in zijn theorie?

A

Kant heeft zelf veel gesproken met psychologen over zijn ethiek. Hij stelt dat het belangrijk is om bewust te zijn van je emoties, deze kun je niet uitsluiten. Door er bewust van te zijn, kun je ze dus niet laten beïnvloeden op de kwestie en gewoon moreel handelen. Kant verachte de inzet van emoties rondom moraliteit. Het is zelfs onze plicht om de emoties niet te laten leiden (situationisme roept tot emoties, door bijv. een ziekenhuis te bezoeken).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat vond Kant van de invloed van empirische wetenschappen?

A

Kant vindt dat empirische wetenschap de moraal niet mag bepalen, maar ze kunnen wel een rol spelen in het onderzoek van meespelende factoren die morele handelingen kunnen beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly