Deugdethiek Flashcards

1
Q

Wat is het uitgangspunt van de deugdethiek?

A

De deugdethiek kijkt niet wat we moeten doen/hoe we moeten handelen. De deugdethiek kijkt of iemand deugdzaam is: wat voor persoon moeten we zijn? (is het redden van iemand die verdrinkt deugdzaam om te doen?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn voorbeelden van deugden?

A
  • Rechtvaardigheid, ‘open-mindedness’, moedigheid, gematigdheid, eerlijkheid, loyaliteit.
  • Morele versus intellectuele deugden.
  • Snel wordt er ook gekeken naar bepaalde voorbeeld manieren die deugdzaam waren: Buddha, Socrates, Martin Luther King. In een situatie kun je je dus afvragen wat een deugdzaam persoon zou doen. Dus wat zou Socrates doen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een deugd?

A

Een deugd is een karaktereigenschap van een persoon: een persoon kan deugdzaam zijn, omdat hij/zij een deugdzaam karakter heeft. Een handeling kan zelf nooit deugdzaam zijn; alleen een persoon kan deugdzaam zijn!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een karakter?

A

Je hebt een bepaalde dispositie om op een karakteristieke manier dingen te doen, op te merken, verwachten, zien, kiezen, voelen en reageren (Aristoteles: een houding).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uit welke drie componenten bestaat een deugd?

A
  1. Intellectuele component.
  2. Affectieve component.
  3. Motivationele component.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer beschikt een persoon over deugd eerlijkheid?

A
  1. Heeft hij/zij de juiste overtuigingen over wanneer het (on)gepast is om de waarheid te vertellen, hoeveel waarheid ze moet vertellen.
  2. Is hij/zij geneigd om zich bijv. schuldig te voelen wanneer hij/zij heeft gelogen.
  3. Zal hij/zij in de relevante omstandigheden handelen in overeenstemming met de deugd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom is de middenweg een belangrijke positie voor de deugdethiek?

A

De deugd is namelijk het midden tussen twee tegenovergestelde extremen. (bijv. lafheid en moedigheid; arrogantie en buitensporig bescheiden).

Wat het midden is kan per situatie en per persoon verschillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt Aristoteles’ ethica in?

A

We doen dingen, omdat we andere dingen waardevol vinden.

-Je wilt het tentamen halen, omdat je Ethiek wil halen, je wilt Ethiek halen omdat je je bachelor wilt halen….
Dus: hiërarchie van doelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het hoogste doel volgens Aristoteles?

A

Een doel dat ten grondslag ligt aan alle andere dingen die je nastreeft. Dat nagestreefd wordt omwille van zichzelf, niet om iets anders. (financiële) rijkdom kan bijv. niet het hoogste doel zijn.

Aristoteles: eudaimonia oftewel ‘geluk’, floreren.
Hiervoor moeten we volgens Aristoteles de essentie van de natuur van de mens onderzoeken. Wat is het doel (telos) van de mens?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom is deugdethiek een teleologische theorie?

A

Volgens Aristoteles heeft alles in de natuur een immanent (intern) doel/telos: een taak die je goed of slecht kunt vervullen. Een kastanje hoort bijv. uit te bloeien tot een kastanjeboom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom kun je volgens Aristoteles de vragen ‘wat is goed om te doen’ en ‘wat voor wezen ben ik’ niet loskoppelen?

A

Omdat je altijd nagaat of je een goed of slecht wezen bent?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is eudaimonia?

A

Geluk in de zin van gelukt zijn, met betrekking tot telos: het hoogste doel, gelukt zijn. We streven naar deugdelijk handelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zegt Elizabeth Anscome?

A

Een beschrijving van wat een mens in essentie is, is tegerlijkertijd een beschrijving van een goed exemplaar van die levensvorm (Elizabeth Anscome). Actieve luiaard? Giraffe met een korte nek?

Het goede in planten en dieren zijn de algemene kenmerken (drinken, eten, doodgaan).
Maar wat hebben mensen dan? We moeten meer specifieke kenmerken geven voor het menselijk bestaan.
Een mens moet deugdzaam zijn om goed te kunnen functioneren als mens (om te ‘lukken’).
Elizabeth wil een continuïteit zoeken in de menselijk aard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat betekent normativiteit?

A

Normativiteit wordt ontleend uit het goed functioneren van iets:

  • Een goed mes ‘hoort’ scherp te zijn, zodat je ermee kunt snijden.
  • Hume: is/ought probleem: je kunt concluderen hoe iets hoort te zijn op basis van hoe iets is.
  • Deugdethici: geen verschil tussen goed en moreel goed: tussen morele en niet-morele redenen om iets te doen.
  • Normativiteit in de natuur zelf. Als je iets aan het beschrijven bent, weet je ondertussen allang wat het is.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke twee routes kent hedendaagse deugdethiek?

A
  1. Theoretisch route: de deugdethiek is in gesprek met, en kan gezien worden als een alternatieve theorie voor het utilisme en Kantianisme en moet gezien worden als een theorie op dat niveau. D.w.z een theorie die behoort tot de normatieve ethiek en antwoord geeft op de vraag ‘Hoe moet ik handelen?’.
  2. Anti-theoretische route: particularisme.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe geven de normatieve theorieën antwoord op de vraag ‘Hoe moet ik handelen?’.

A
  1. Het utilisme linkt de juiste handelingen aan goede uitkomsten (geluk/welzijn).
  2. Kantianisme linkt de juiste handeling aan universaliseerbare maximes.
  3. Deugdethiek linkt de juiste handeling aan het goede karakter van een persoon.
17
Q

Wat is het circulariteitsprobleem? Hurtshouse.

A

Juiste handeling: handeling die een deugdzaam persoon zou doen.
Deugdzaam persoon: persoon die de juiste handelingen verricht.

Dus we mogen een deugdzaam persoon niet definiëren als iemand die de juiste handelingen verricht.

18
Q

Wat is Hurtshouse reactie op haar circulariteitsprobleem?

A

We hebben een deugdzaam persoon die we definiëren als iemand die de juiste karaktereigenschappen heeft. Dan hanteren we geen handelingen hiervoor. Dit betekent dat we eudaimonia nastreven.

19
Q

Wat vinden particularisten?

A

Particularisme

  • Er zijn geen verdedigbare morele principes.
  • Ethiek bestaat niet uit het toepassen van principes op cases en dat het mogelijk is tot morele oordelen te komen zonder principes.
  • De moreel perfecte persoon is niet een principieel persoon.
20
Q

Wat is de opponent van een particularist?

A

De opponent van de particulist is de generalist: de generalist denkt dat er bepaalde universele principes/regels zijn op te stellen die ons (uiteindelijk) een antwoord geven op de vraag: hoe moet ik handelen?

21
Q

Wat houdt de anti-theoretische route in?

A

Sterke anti-theoretische stelling: normatieve theorie is niet noodzakelijk. We zullen niet betere morele personen worden, of deugdzamer, door ethiek te doen. Ethiek is zelfs wellicht contraproductief.

Meer gematigd: ethische theorie kan nuttig zijn, maar deugdzaam handelen in de echte wereld is moeilijk en heeft veel meer nodig dan theorie allen (normatieve theorie is niet voldoende. Als je denkt dat dit het enige is dat je nodig hebt om deugdzaam te worden, snap je het niet.

22
Q

Hoe worden we deugdzaam?

A

Deugdethiek legt veel nadruk op morele educatie.

Aristoteles: deugdzaam is een groot proces wat je moet leren. Je kiest ervoor om dit te leren.

  • Je wordt niet deugdzaam geboren, je moet een deugdzame karakter trainen.
  • Leren bestaat niet uit het leren van regels, maar door het te doen. En juiste voorbeelden te volgen: experts.
23
Q

Noem vier sterke punten van de deugdethiek.

A
  1. contextgevoelig.
  2. aandacht voor de personen (in tegenstelling tot het utilisme)
  3. positieve ruimte voor onze gevoelens (in tegenstelling tot het Kantianisme)
  4. niet rigide: geen strakke regels.
24
Q

Noem 6 verbeterpunten van de deugdethiek.

A
  1. ‘onderbepaald’: vertelt ons niet hoe we moeten handelen.
  2. Methodologisch bezwaar (Wollstonecraft).
  3. Bereik: hoe ver kom je met een beschrijving van de levensvorm?
  4. Circulariteit.
  5. Bestaat karakter überhaupt?
  6. Een lafaard kan toch ook een moedige daad verrichten?
25
Q

Welk probleem stelt Wollstonecraft op voor de deugdethiek?

A

Valse kwaliteiten hebben de naam deugd opgenomen. Hoe kunnen we dus weten wat deugdzaam is? Kan het deugdzame voor vrouwen door de jaren heen zijn verschoven? Onze definitie van zaken als eudaimonia kan door vooroordelen zijn opgesteld. Maar is de deugdethiek in dit geval dan wel rechtvaardig?

Is een beroep op de telos van de mens wel een goed idee? Hoe bepalen we wat de telos is?