Moreel relativisme Flashcards
Welke drie kenmerken over waarheid zijn er?
- Zijn morele uitspraken waarheidsuitspraken?
- Zijn morele waarheden universeel? (komt voort uit de eerste vraag).
- Wat voor feiten zijn morele feiten?
Zijn het ‘natuurlijke’ feiten?
Zijn het feiten die onafhankelijk van ons bestaan?
Wat zijn (morele) waarheidsuitspraken?
Een uitspraak die probeert een waarheid in de wereld te achterhalen.
Cognitivisme: morele uitspraken maken een ‘claim’ op waarheid. Ik denk dat.. ik geloof dat..
Noem een voorbeeld van een waarheidsuitspraak en van een uitspraak die geen waarheidsuitspraak is.
Wel: er liggen handschoenen op tafel (ze liggen er echt!).
Niet: ik vind het is koud buiten (iemands mening).
Aan welke twee condities moeten cognivisten voldoen?
- Als iemand een morele claim maakt, drukken ze een overtuiging uit.
- Omdat overtuigingen juist of onjuist kunnen zijn (in tegenstelling tot gevoelens, emoties, verlangens kunnen morele claims juist of onjuist zijn).
Wat is het non-cognitivisme?
Morele uitspraken hebben niks met waarheid van doen. Als een persoon een morele uitspraakt doet, drukken ze ook geen overtuiging uit, maar bijv. een emotie (emotivisme).
Wat houdt Ayer’s emotivisme in?
Wanneer ik tegen iemand zeg ‘je stal dat geld, dat is immoreel’ dan zeg ik niets meer dan ‘je stal dat geld’. De toevoeging dat die handeling immoreel is, maakt het geen extra uitspraak. Je drukt alleen je morele verontwaardiging uit (emotie). Door specifieke intonatie of uitroeptekens toe te voegen, voeg je ook niets bijzonders toe. De letterlijke betekenis van de zin blijft hetzelfde, het heeft alleen effect op de uitdrukking van de emotie van de spreker. Als je de zin herformuleert tot ‘stelen is immoreel’ krijg je een zin die geen feitelijke betekenis heeft, dwz dat ik geen zin produceer die onwaar of waar kan zijn: enkel een uitdrukking van emoties.
Wat is de achtergrond van het emotivisme?
Ayer was een radicale empiricist en logisch positivist.
- Volgens de logisch positivist zijn er maar twee manieren waarop een uitspraak waar kan zijn: empirisch verificeerbaar of analytisch waar.
- Dus: Ayer had een specifieke conceptie wat het kon betekenen voor een (morele) uitspraak om waar of betekenisvol te zijn. Als het noch empirisch verificeerbaar was, noch analythisch waar, was het het juiste ding om in termen van betekenis en waarheid over na te denken.
Noem twee sterke punten van het emotivisme.
- Meest logische/enige positie als je logisch positivist bent: dus dat je gelooft dat alleen het zintuiglijke waarneembare echt is (empirisch). Waarheid kun je niet waarnemen, een emotie kun je zien in de uitdrukking van iemand. Dus waarheid bestaat niet.
- Het neemt serieus dat we normaal erg sterke gevoelens hebben bij morele uitspraken.
Wat zijn de vier nadelen van het emotivisme?
- Als ik zeg dat stelen verkeerd is, en iemand anders zegt dat stelen prima is, spreken we elkaar dan niet tegen? Daaraan kunnen we geen recht doen als we niet proberen iets ‘waars’ te zeggen maar enkel onze gevoelens aan elkaar tentoonstellen.
- Er is dus niet zoiets als morele onenigheid (over immigratie, racisme, euthanasie), er is alleen maar iets dat lijkt op enigheid.
- Voor een emotivist zijn dergelijke onenigheden niet meer dan conflicterende gevoelens, maar als iemand zegt ‘racisme is prima’ lijkt er meer aan de hand te zijn dan alleen maar sterke gevoelens.
- Moreel onderwijs is alleen maar onderwijs in emotie-regulatie.
Wat is de descriptieve en meta-ethische variant van het moreel relativisme?
Descriptief moreel relativisme: het is een empirisch feit dat er diepe en wijdverspreide morele onenigheden zijn tussen verschillende samenlevingen, en deze onenigheden zijn veel gewichtiger dan wat voor overeenkomsten er zouden zijn.
Meta-ethisch moreel relativisme: er is niet zoiets als juistheid/het goede/morele (on)toelaatbaarheid als zodanig.
Wat is het moreel relativisme?
Een negatieve theorie die ageert tegen universalisme. Dus de definitie wordt gegeven in termen van kritiek.
Wat is het bereik van het moreel relativisme?
Het bereik van relativisme: alle morele standpunten zijn slechts relatief waar. Je kunt niet zeggen dat ‘moord immoreel’ universeel waar is, terwijl andere morele oordelen slechts waar zijn relatief aan een persoon/cultuur.
We sluiten anders contextuele morele theorieën uit, b.v. contextueel ‘Kantianisme’.
Wat is Faultless disagreement van David Velleman?
wanneer een persoon een propositie/principe accepteert en de ander deze afkeurt, terwijl geen van beide het ‘fout’ heeft.
Wat is de uitdaging voor David Velleman?
Enerzijds niet vervallen in nihilisme: er is geen moraal.
Velleman’s of soortgelijke theorieën willen (terecht) het bestaan van locale moraal overeind houden (Velleman noemt deze de ‘mores’ van een gemeenschap).
Anderzijds niet vervallen in absolutisme, dwz de theorie mag op geen enkel moment beroep doen op het bestaan van universele morele regles/normen.
Wat zegt Velleman?
Hebben we niet alles wat we (vanuit absolutisme) moeten hebben met lozh (de out-and-out lie)?
Zelfs al zouden we for the sake of argument met Velleman’s Vranyo-argument mee gaan, dan blijft de vraag: gaat hetzelfde op voor ‘rechtvaardigheid’ en ‘schade’?