Tekst 7: Driver: virtue ethics Flashcards
Wat is hetgeen dat de deugdethiek een bijzondere status geeft ten opzichte van Kantianisme en utilisme?
Het verrichten van morele handelingen wordt gedefinieerd door deugden. Deugden worden niet gedefinieerd door morele handelingen. Ook het normatieve concept wordt gedefinieerd door deugden. Hierdoor heeft de deugdethiek een bijzondere status ten opzichte van het Kantianisme en het utilisme. Het Kantianisme en het utilisme menen namelijk dat deugden worden gedefinieerd door morele handelingen, terwijl dat niet het geval is.
Wat is het verschil tussen theoretische wijsheid en praktische wijsheid volgens Aristoteles?
Praktische wijsheid is de mogelijkheid hebben om te delibereren en om goed of slecht te handelen. Praktische wijsheid is dus weten waarom je iets doet en waarom dat moreel juist is om te doen. Men moet op de hoogte zijn van de keuzes die men maakt. Theoretische wijsheid daarentegen is het overpeinzen van de situatie/het probleem. Het overpeinzen van een situatie heeft echter niets te maken met de handeling/activiteit zelf. Voor Aristoteles is het belangrijk om daadwerkelijk te handelen om deugdzaam te zijn en niet alleen om na te denken over handelen.
Vraag 3. Wat moet het voorbeeld van Al en Barb laten zien?
Het voorbeeld van Al en Barb toont dat iemand altijd na moet denken over de keuzes/handelingen die iemand maakt. Al is van nature goed en helpt graag anderen. Barb is ook een goed persoon. Echter heeft Barb zich door de jaren heen ontwikkeld tot een deugdzaam persoon, doordat Barb over zijn keuzes/handelingen delibereert. Volgens Aristoteles is Barb dus een deugdzaam persoon, want hij staat stil bij zijn eigen handelingen. Al daarentegen handelt vanuit nature (de automatische piloot) en denkt hierbij niet meer na over zijn handelen, wat relatief gevaarlijk kan zijn volgens Aristoteles. Als je niet nadenkt over je handelingen kun je net zo goed slechte keuzes maken en niet meer deugdzaam zijn. Dus om deugdzaam te zijn, is het van groot belang dat je nadenkt over je eigen handelingen.
Vraag 4. Driver noemt een overeenkomst tussen Mill en Aristoteles, welke? En waarom is een beroep op onze ‘essentie’ mogelijk problematisch?
Mill’s theorie stelt vast dat het vermogen van het intellect ervoor zorgt dat we meer genot uit zaken/handelingen kunnen halen. Volgen critici is dit een aristotelisch aspect aan Mill’s theorie. Dit aspect van Mill’s theorie komt namelijk overeen met het perfectionisme van Aristoteles. Het perfectionisme houdt in dat het goede voor mensen een perfectie is van het distinctieve vermogens ofwel de rationele vermogens.
Echter is het perfectionisme van Aristoteles problematisch. Als het goede afhankelijk is van de rationele vermogens van de mens, zou dit betekenen dat de mens van ‘essentie’’ heeft.
Waar gaat de ‘eenheid van de deugden’ these over?
De these ‘eenheid van de deugden’ impliceert dat praktische wijsheid nauw verbonden is met de eenheid van de deugden. Dit betekent dat door te delibereren iemand in staat is om tot een bepaalde deugd te komen. Als een individu tot een deugd is gekomen, zal die persoon tot alle deugden komen. Dit komt doordat deugden behoren tot de eenheid van de deugden. Dus een deugd is altijd onderdeel van deze eenheid. Iemand die niet in staat is tot praktische wijsheid, zal dus enkel natuurlijke deugden of imperfecte deugden bezitten. Dit komt doordat dit individu nooit tot die eenheid zal kunnen komen.
Wat moet het voorbeeld over water/EPA laten zien?
Het voorbeeld laat zien of je de waterautoriteit moet geloven of het feit dat zij kennis ergens op hebben. Dus je gaat of zelf nadenken of blind een expert vertrouwen. Moet je een deugdzaam persoon volgen ongeacht wat hij doet of volg je een deugdzaam persoon, omdat hij morele kennis heeft? Iemand is alleen een expert, omdat diegene beschikt over bepaalde vaardigheden. Dat betekent niet dat hij daadwerkelijk kennis heeft daarover.
Het voorbeeld van de bakkerij moet een kritiek op de deugdethiek duidelijk maken. Welke?
Kritiek op de deugdethiek is het voorbeeld van de bakker. Uit onderzoek is gebleken dat mensen erg gevoelig zijn voor geur. Hierdoor kunnen onze handelingen beïnvloed worden. Iemand die boven een bakker wordt, kan bijvoorbeeld veel aardiger zijn dan iemand die in een hutje op de hei woont. Het kritiekpunt hierbij is echter of dit dan een kwestie van deugd is of een kwestie van situationisme. Situationisme is een betere graadmeter voor gedrag dan deugden.
Welke soorten deugden zijn er?
Aristoteles beschrijft twee vormen van deugden: intellectuele en morele deugden. Morele deugden heeft betrekking op activiteiten die tot welzijn leiden. Intellectuele deugden hebben betrekking op kennis. Er zijn twee centrale intellectuele deugden:
praktische wijsheid.
theoretische wijsheid.
Wat is het onderscheid tussen praktische en theoretische wijsheid?
Praktische wijsheid: de mogelijkheid hebben om te delibereren en om goed of slecht te handelen. Praktische wijsheid is dus weten waarom je iets doet en waarom dat moreel juist is om te doen. Men moet op de hoogte zijn van de keuzes die men maakt.
Theoretische wijsheid: het overpeinzen van de situatie/het probleem. Het overpeinzen van een situatie heeft echter niets te maken met de handeling/activiteit zelf.
Voor Aristoteles is het belangrijk om daadwerkelijk te handelen om deugdzaam te zijn en niet alleen om na te denken over handelen.
Waarom zijn waarnemingen belangrijk om deugdzaam te worden?
Waarnemingen (percepties) zijn voor Aristoteles erg belangrijk om deugdzaam te worden. Waarnemingen leiden immers tot kennis en kennis zorgt ervoor dat je bewust bent van de keuzes die je als deugdzaam persoon kunt maken.
Waarom zijn emoties belangrijk om deugdzaam te zijn?
Volgens Aristoteles ligt deugdzaam zijn tussen twee extremen. Deugden gaan niet alleen over de juiste handelingen, maar ook over de juiste emotionele positie innemen. Een deugdzaam persoon kan zijn emoties reguleren. Volgens Aristoteles konden vrouwen en slaven nooit helemaal deugdzaam worden. Dit is het hedendaagse kritiek punt ten opzichte van de deugdethiek van Aristoteles.
Welke drie vormen van vriendschap zijn er?
- vriendschap gebaseerd op geluk/welzijn: bijv. een zakenpartner, het draait alleen om het werk. Niet om de vriendschap zelf.
- vriendschap gebaseerd op genot: deze vriendschap lever genot op. Bijv. iemand waar je mee omgaat, omdat diegene altijd dure cadeaus geeft.
- vriendschap gebaseerd op deugd: de perfecte vriendschap. Deze vriendschap kan alleen bestaan tussen twee deugdzame individuen.
Wat zegt Hume over sympathie?
Mensen zijn gemotiveerd door eigenbelang, maar ook door liefde en sympathie voor anderen. Sympathie is volgens Hume de drijfveer voor de moraliteit van de mens. Als we anderen in pijn zien voelen we medelijden voor diegene en hebben we sympathie.
Als we iemand in pijn zien die slechte dingen heeft gedaan, zoals Hitler, zouden we wss minder sympathisch zijn. Dit komt doordat we in dit geval sympathie voelen voor de slachtoffers van Hitler. Volgens Hume zijn we van nature welwillende wezens. Hierdoor willen we van nature ook voor anderen zorgen.
Echter is Hume’s theorie gevoelig voor paternalisme. (beperking van vrijheid).