Geluk en welzijn Flashcards
Wat is de hoofdvraag van taxonomie?
Wat is geluk?
Welke twee vragen vallen onder taxonomie?
- Klopt het om te zeggen dat ‘geluk’ ‘X’ betekent? Is het zinvol om ‘geluk’ als ‘X’ te definiëren?
- Welke definitie van ‘geluk’ klopt beter, werkt beter? X,Y of Z?
Wat is het doel en de voordelen van taxonomie?
Het ontwikkelen van een juiste of handzame ethische theorie: hoe word ik gelukkig? Hoe kunnen we geluk het beste begrijpen? En het kritisch vergelijken van theorieën.
Wat zijn de drie theorieën over geluk volgens Parfit/Sumner?
- Subjectief.
- Objectief.
- Hybride.
Wat behoort tot de subjectieve theorie over geluk?
- Hedonistische theorie:
- Sensorisch.
- Attitude. - Verlangentheorie:
- Eenvoudige: het gaat gewoon om de verlangens van iemand.
- Geïnformeerde: men heeft bepaalde verlangens, maar zijn niet goed genoeg geïnformeerd over het verlangen. Dan is het geen oprecht verlangen.
Wat behoort tot de objectieve theorie over geluk?
De objectievelijsttheorie van Martha Nussbaum: dus 10 factoren van welzijn waaraan je moet voldoen, die geluk zouden moeten opleveren.
Wat behoort tot de hybride theorie over geluk?
De authentieke tevredenheidstheorie.
Waarom is het voorbeeld van de vos Aesopus kritiek op de verlangentheorie?
Voorbeeld van Aesopus’ vos. De vos ziet een lekker druiventrosje hangen en verlangt er sterk naar. Het verlangen is zo sterk dat de vos niets anders kan denken aan het lekkere trosje. De vos doet er alles aan om het te bemachtigen. Eenmaal bij de druiventros aangekomen, blijken de druiven helemaal niet lekker te zijn: ze zijn super zuur. Dus je enkel richten op je verlangens is geen juiste manier om te handelen: het kan vies tegenvallen.
Noem twee belangrijke problemen rondom de verlangentheorie.
- Emancipatie: mensen die in een achtergestelde maatschappelijke positie zitten, kunnen sommige verlangens nooit ontwikkelen.
- Autonomie, vrijheid en gelijkheid: het probleem van adaptieve voorkeuren heeft niet zozeer te maken met geluk. Deze waarde zijn bij emancipatie meer aanwezig dan de rol van welzijn of geluk.
Noem een kritiekpunt op de objectievelijsttheorie.
De grassprietjes-teller: in hoeverre zijn sommige activiteiten nuttig/zinvol? Is problematisch voor de objectievelijsttheorie: je kunt niet zomaar een lijst met voorwaarden om gelukkig te worden opstellen.
Wat is het onderscheid tussen attitude hedonisme en subjectieve verlangenstheorie?
Is iets welzijnsconstutuerend, omdat we ernaar verlangen en dat verlangen wordt ingewilligd of verlangen we naar iets omdat we geloven dat het ons welzijn zal verhogen? Of je het een of het ander kiest, is afhankelijk van hoe je je verhoudt tegenover je verlangens.
Wat is de grondvraag van de Ideeëngeschiedenis?
Welke functie vervult geluk?
Welke twee vragen worden er gesteld in de Ideeëngeschiedenis?
- Waarom wordt ‘geluk’ gedefinieerd als ‘X’? Wat vertelt de functie van geluk ons over deze manier van denken?
- Is het mogelijk om X,Y,Z te vergelijken? Wat vertellen Y en Z ons over onze eigen definitie van geluk als X?
Wat zijn de doelen en voordelen van de ideeëngeschiedenis?
- Voorkomt anarchisme.
2. Relativeren en openstellen van verschillende perspectieven.
Hoe wordt geluk beschouwd in de klassieke oudheid?
-Geluk (fortuna, lot) en geluk (gelukkig zijn, genot, welzijn).
-Sensorisch geluk (genot) versus innerlijk genot.
-Lust versus rede.
-Alledaagse geluk versus tevredenheid.
Ataraxia (gemoedsrust) versus eudaimonia (welzijn, voldoening, gelukzaligheid).
De nadruk ligt op de innerlijke houding: het ordenen van verlangens!!