RC2 Flashcards
dolor
doloris m.
de pijn, de verdriet
currus
currus
de renwagen
mare
maris o.
de zee
corpus
corporis o.
het lichaam
ventus
venti
de wind
signum
signi
het teken, het veldteken
honestus
honesta, honestum
geëerd, hoogstaand
litus
litoris o
de kust
sangius
sangiunis m
het bloed
miser
misera, miserum
ongelukkig
fama
famae
het gerucht, de reputatie
vis
(vrouwelijk)
de kracht, het geweld
dies
diei, m/v
de dag
provincia
provinciae
provincie
natio
nationis v
de volksstam
ingenium
ingenii
het karakter, het verstand, het talent
custos
custodis m
de bewaker
senex
senis m
de oude man
comes
comitis m
de kameraad
finis
finis m
de grens, het einde, het doel
omnis
omnis, omne, omnis
geheel, elk, alle
latus
lata, latum
breed, uitgestrekt
causa
causae
de oorzaak, de reden, het proces
gravis
gravis, grave, gravis
zwaar, ernstig
oppidum
oppidi
de stad
umbra
umbrae
de schaduw, de schim
oculus
oculi
het oog
recens
recens, recens, recentis
recent, fris
condicio
condicionis v
de voorwaarde, de toestand
filius
filii
de zoon