onderschikkende woorden 1-20 Flashcards
antequam
+ind/conj
BWB tijd
voordat
cum +ind
BWB tijd (temporale) toen, wanneer
cum +conj
BWB tijd (historicum) toen
BWB reden (causale) omdat, aangezien
BWB toegeving (concessivum) hoewel
cum primum
+ind
BWB tijd
zodra
donec
+ind/conj
BWB tijd
zolang als, totdat
dum
+ind/conj
BWB tijd
terwijl, zolang als, totdat
etiamsi
+ind/conj *
BWB toegeving
ook al, zelfs als
etsi
ind/conj *
BWB toegeving
ook al, zelfs als
licet
+conj
BWB toegeving
ook al
ne
+conj
BWB doel: opdat niet, om niet te
O-V volitief: dat…niet
O-V volitief: (vrezen en verhinderen) dat
ne non
+conj
o-V volitief
(vrezen en verhinderen) dat niet
neve
+conj
nevenschikking bij andere ne
en/of (op)dat(niet)…
nisi
+ind/conj *
BWB voorwaarde
als niet, tenzij
num
+conj**
(O/V vragend) of vragende hoofdzin
of
postquam
+ind
BWB tijd
nadat