Plinius VI 16 vocabularium 3 Flashcards
limen
liminis o.
drempel (metonymie voor kamer)
linteum
lintei
linnen doek
litus
litoris o.
de kust, het strand
locus
loci
de plaats
lumen
luminis o.
licht
magnitudo
magnitudinis v.
grootte, omvang
malum
mali o.
het slechte, het onheil
meatus
meatus m.
een stroom
memorare
-o
in herinnering brengen, vermelden
metuere
-o
vrezen
metus
metus m.
vrees, angst
miraculum
miraculi o.
het wonder
miscere
-eo
vermengen
Misenum
Miseni o.
Kaap Misenum
monere
-eo
waarschuwen
mora
morae v.
de vertraging, het getreuzel
mors
mortis v.
de dood
movere
-eo
bewegen, beïnvloeden
mox
weldra
munimentum
munimenti o.
beveiliging
natura
naturae v.
de natuur, de aard
negare
-o
ontkennen, weigeren
nondum
nog niet
noscere
-o
novi, notum
leren kennen, observeren
nubes
nubis v.
de wolk
obire
-eo
obii, obitum
tegemoet gaan
obstare
-o
obstiti, obstatum
in de weg staan, niet te betreden zijn
obstruere
-o
obstruxi, obstructum
opstoppen, versperren
odor
odoris m.
de geur
operire
-io
operui, opertum
bedekken
opplere
-eo
opplevi, oppletum
opvullen, bijvullen
paulum
een beetje