RC 8 bijwoorden Flashcards
1
Q
adhuc
A
tot nu toe, nog altijd
2
Q
plerumque
A
meestal
3
Q
frustra
A
tevergeefs
4
Q
subito
A
plotseling
5
Q
circiter
A
ongeveer
6
Q
satis
A
genoeg, nogal
7
Q
inde
A
vandaar, daarna, daarom
8
Q
tum
A
op dat moment, dan
9
Q
tunc
A
op dat moment, dan
10
Q
rursus
A
opnieuw
11
Q
numquam
A
nooit
12
Q
fere
A
bijna, meestal
13
Q
quasi
A
als het ware
14
Q
potius
A
eerder, liever
15
Q
Ibi
A
daar