RC10 Flashcards
rogare
-o
vragen
occupare
-o
bezetten
confirmare
-o
versterken, bevestigen
trahere
-o
traxi, tractum
trekken, rekken
imponere
+DAT
-o
imposui, impositum
plaatsen op, opleggen
pati
-ior
passus sum
verdragen
eripere
-io
eripui, ereptum
wegrukken
cedere
-o
cessi, cessum
gaan,wijken
docere
-eo
docui, doctum
leren
appellare
-o
aanspreken, noemen
censere
-eo
censui, censum
menen
convenire
-io
conveni, conventum
samenkomen, overeenkomen
intellegere
-o
intellexi, intellectum
begrijpen
solvere
-o
solvi, solutum
losmaken, bevrijden, betalen
cupere
-io
cupivi, cupitum
verlangen
tendere
-o
tetendi, tentum
spannen, streven, gaan
iudicare
-o
oordelen
consulere
-o
consului, consultum
beraadslagen, raadplegen, zorgen voor
amittere
-o
amisi, amissum
verliezen
demonstrare
-o
aantonen
vereri
-eor
veritus sum
vrezen
loqui
-or
locutus sum
spreken
pellere
-o
pepuli, pulsum
verdrijven
deligere
-o
delegi, delectum
uitkiezen
inire
-eo
inii, initum
binnengaan, beginnen
scire
-io
weten
placere
+DAT
-eo
bevallen, aanstaan
incipere
-io
incepi, inceptum
beginnen
fieri, fio
factus sum
worden, gebeuren, gemaakt worden
parare
-o
klaarmaken, verwerven
educere
-o
eduxi, edectum
naar buiten brengen, opvoeden
tollere
-o
sustuli, sublatum
opheffen, wegnemen
orare
-o
smeken
confidere
+DAT
-o
confisus sum
vertrouwen
audere
-eo
ausus sum
durven
praestare
-o
praestiti, praestatum
geven, tonen
videri
+DAT
-eor
visus sum
schijnen
vitare
-o
vermijden
claudere
-o
clausi, clausum
sluiten
tradere
-o
tradidi, traditum
overhandigen, toevertrouwen, overleven
retinere
-eo
retinui, retentum
tegenhouden, behouden
memorare
-o
vermelden
transire
-eo
transii, transitum
oversteken
ferre, fero
tuli, latum
dragen, brengen, meenemen
adesse
+DAT
-sum
adfui, -
aanwezig zijn, helpen
relinquere
-o
reliqui, relictum
achterlaten, verlaten
considere
-o
consedi, concessum
gaan zitten
venire
-io
veni, ventum
komen
tenere
-eo
tenui, tentum
houden, vasthouden
putare
-o
menen
deesse
-sum
defui, -
ontbreken, in de steek laten
omittere
-o
omisi, omissum
opgeven
differre
-o
distuli, dilatum
verspreiden, uitstellen, verschillen
continere
-eo
continui, contentum
vasthouden, omvatten
cernere
-o
crevi, cretum
in het oog krijgen, zien
habere
-eo
hebben, houden, beschouwen als
vertere
-o
verti, versum
omkeren, veranderen in
remittere
-o
remisi, remissum
terugzenden, laten gaan
dimittere
-o
dimisi dimissum
wegzenden, laten gaan
egredi
-ior
egressus sum
buitengaan
tegere
-o
texi, tectum
bedekken, beschermen
decernere
-o
decrevi, decretum
beslissen
offerre
-fero
obtuli, oblatum
aanbieden
tueri
-eor
bekijken, beschermen
valere
-eo
gezond zijn, krachtig zijn, in staat zijn
probare
-o
goedkeuren, bewijzen
cadere
-o
cecidi, casum
vallen
sustinere
-eo
sustinui, sustentum
omhooghouden, tegenhouden, uithouden
dividere
-o
divisi, divisum
verdelen
miscere
-eo
miscui, mixtum
vermengen
scribere
-o
scripsi, scriptum
schrijven
contingere
-o
contigi, contactum
raken
constare
-o
constiti, -
vaststaan, bestaan uit
progredi
-ior
progressus sum
verdergaan
exigere
-o
exegi, exactum
uitdrijven, eisen, voltooien
credere
+DAT
-o
credidi, creditum
geloven, vertrouwen,toevertrouwen
inquit
inquit, -
zegt hij/zij
providere
-eo
providi, provisum
voorzien, zorgen voor
resistere
-o
restiti, -
stilstaan, zich verzetten tegen
interficere
-io
interfeci, interfectum
doden
turbare
-o
in verwarring brengen