Omzetting van suiker, vet en aminozuren bij vasten Flashcards
brandstofverbruik in gevoede toestand
- erytrocyten afhankelijk van glucose > lactaat > lever zet het om in glucose
- vetten worden na maaltijd afgegeven aan de lymfe, waarna het naar vet- en spierweefsel vervoerd wordt
Wat is de Cori-cyclus?
cyclus waarbij de spier melkzuur (ook lactaat genoemd) uitscheidt, die door de lever weer omgezet zal worden in glucose. Erytrocyten werken uitsluitend met deze cyclus bij hun energievoorziening, want zij bezitten geen respiratorische keten.
Bij vasten
- eiwitten uit spieren afgebroken tot aminozuren > lever > gluconeogenese
- vetzuren als energiebron met vetzuuroxidatie, deel hiervan worden ketonlichamen die verbrand kunnen worden door hart- en skeletspier
Wat doen ketonlichamen bij vasten?
concurreren met glucose > minder glucosevorming door lever dus minder afbraak nodig van eiwitten. De toegang van glucose tot de spier wordt afgesloten zodat glucose gespaard wordt voor de hersenen = glucosesparing
Wat is het belangrijkste effect van ketonverbranding
eiwitsparing
brandstoffen 0 uur na maaltijd
herkomst: voeding
spieren: glucose en vetzuren
hersenen: glucose
brandstoffen 4 uur na maaltijd
herkomst: lever glycogeen en vetweefsel triglyceriden
spieren: vetzuren (glucosesparing)
hersenen: glucose
brandstoffen 18 uur na maaltijd
herkomst: lever aminozuren en vetzuren, vetweefsel triglyceriden
spieren: vetzuren en ketonlichamen
hersenen: glucose
brandstof hersenen na 36 uur
ketonlichamen (eiwitsparing)
Hoe verloopt de glycogenolyse
- een fosfaatgroep wordt toegevoegd aan glycogeen door glycogeen fosforylase > glucose-6-fosfaat
- fosfaat moet er weer als zodat het de bloedbaan in kan
- defosforylering door glucose-6-fosfatase (alleen in lever)
in spier wordt glucose-6-fosfaat omgezet naar pyruvaat of lactaat
Hoe verloopt de gluconeogenese?
in de lever vooral. Aminozuren worden omgezet naar glucose-6-fosfaat, vervolgens wordt de fosfaatgroep verwijderd.
glycerol
omzetting naar glucose kost geen energie
komt in gevoede toestand vanuit vertering, voedingsvet en chylomicronen > lever > pyruvaat
vasten: lever > glucose
Hoe wordt glycerol geactiveerd?
door fosforylering door glycerol kinase wat ATP kost > glycerol-3-fosaat > dihydroxyacetonfosfaat > NADH vorming
dihydroxyacetonfosfaat wordt omgezet in pyruvaat in gevoede toestand
lactaat
route naar glucose verloopt via pyruvaat
Waar vindt glycolyse plaats?
cytosol
Waar vindt gluconeogenese plaats?
cytosol en mitochondrium
ketogene aminozuren
leucine, lysine en tryptofaan; kan geen glucose uit vormen, leveren acetyl-coA wat omgezet kan worden in ketonlichamen
glucogene aminozuren
alanine, glycine, cyteine, serine, aspartaat, valine leveren netto oxaalacetaat op
ureum
heeft 2 aminogroepen > een gaat naar mito en ander vormt arginine
Hoe gaat aminozuur mobilisatie vanuit spier?
oiv cortisol en verlaagd insuline neemt spierafbraak toe
- spier gebruikt vertakt-keten aminozuren als brandstof > aminogroep vrij > ureumcyclus en wordt getransporteerd als alanine of glutamine
tijdens vasten is er een hoge concentratie alanine en glutamine
Stikstoftransport via alanine spier
aminogroep wordt overgedragen via transaminering aan ander aminozuur > pyruvaat-alanine uit glycolyse
stikstoftransport via alanine lever
aminogroep wordt gebonden aan een aminozuur, alanine geeft aminogroep terug aan glutamaat > deze geeft het aan oxaalacetaat > citroenzuurcyclus in of omgezet tot aspartaat
4 stadia vetzuuroxidatie
in mito
- 0: activering vetzuur
- 1: beta oxidatie > acetyl coA en ontstaan NADH en FADH2
- 2: acetylcoA naar citroenzuurcyclus > verdere oxidatie > NADH en FADH2
- 3: elektronen in NADH en FADH2 gebruikt om stilstof te reduceren
Wat levert vetzuuroxidatie op?
NADH, FADH2, ATP en acetyl-CoA wat gebruikt wordt in gluconeogenese
Waarvoor kan het gevormde NADH en ATP gebruikt worden
gluconeogenese vanuit alanine of lactaat
Welke stap is essentieel voor gluconeogenese?
omzetting van pyruvaat naar oxaalacetaat, vindt alleen plaats wanneer het acetyl-coA in mito hoog is