Diagnosestelling type 1 en 2 diabetes mellitus Flashcards
kenmerken type 1
- onvoldoende insulineproductie
- voor 30-35 jaar uiting
- kans op ontwikkelen ketoacidose
- zonder insuline niet te overleven
kenmerken type 2
- insulineresistentie
- vermogen pancreas om insuline te maken neemt af over de tijd
- vaak na 30-35 jaar
- 85-90% obees
- geen neiging tot ketoacidose
- niet afhankelijk van insuline om te overleven, wel om hyperglycemie te controleren
typische symptomen DM
- toegenomen dorst en urineproductie
- wazig zien door lens zwellen
- moe
- slechte wondgenezing en frequent infecties
- gewichtsverlies door uitdrogen en afbraak spieren/vet door insulinegebrek
- misselijkheid en braken > ketoacidose
- uitdroging osmotische werking glucose in urine
specifiek voor type 1
gewichtsverlies, moe, verlies energie, jeuk, polyurie, polydipsie, afvallen, ketoacidose
specifiek type 2
vaak subtiele symptomen
Zijn er al complicaties bij type 2 bij diagnose
Ja, retinopathie, polyneuropathie, erectiestoornissen en arteriele ziekten
WHO criteria diagnose
- nuchter plasma glucose > 7 mmol/L
- willekeurig plasma glucose > 11,1
- HbA1c >6,5%
bij symptomen 1 afwijkende waarde nodig, bij niks 2
Impaired glucose tolerance
risicofactor voor type 2, kan alleen met OGTT gesteld worden
- verhoogd risico op HVZ, niet op microvasculaire complicaties
Impaired fasting glucose tolerance
Dit heb je bij nuchter glucose 6,1-6,9. Verhoogd risico op type 2 en HVZ, maar niet op microvasculaire complicaties
HbA1c
het percentage rode bloedcellen waarvan het Hb geglycosyleerd is. Weerspiegelt het gemiddelde glucosegehalte in het bloed in de voorafgaande 6-8 weken
normaal HbA1c
20-42 mmol/L, is 4-6%
Wanneer glucosurie?
Als glucose in bloed 10-11,1 mmol/L is
diabetische ketoacidose uitsluiten
meten bloedsuikerspiegel, pH bleod en ketonen in bloed en/of urine.
Hoe ontstaat ketoacidose?
bij ernstige insuline deficientie neemt lipolyse toe en FFA dus ook > die worden door levercellen opgenomen om ketonlichamen te maken> afgegeven aan bloed en ketoacidose
Diabetische retinopathie
microvasculaire complicatie, na 5 jaar niks meer aan te doen
diabetische nefropathie
microvasculaire complicatie, microalbuminurie pas bij patienten met type 1 5-15 jaar erna
Wanneer is iets microalbuminurie
blijvende langdurige albumine uitscheiding in urine tussen 30-300 mg/dag
Letten op complicaties
vooral bij type 2, bij type 1 is er een hele kleine kans dat er al iets is opgetreden
Insulinewerking
zeer snel: aspart/lispro/glulisine
snel: regular
langzaam: NPH
zeer langzaam: Glargine/detemir
Somogyi effect
Er wordt een teveel aan insuline ingespoten bij een goede glucosewaarde > glucose daalt te ver en lever gaat compenseren > glucose wordt te hoog.
kortwerkende insuline
buik
langwerkende insuline
bovenbeen
Dawn fenomeen
de naam die wordt gegeven aan een stijging van de bloedsuikerwaarde in de ochtend, die wordt veroorzaakt doordat het lichaam bepaalde hormonen afgeeft. Het dawn fenomeen komt relatief veel voor bij mensen met Type 1 Diabetes.
ontstaat als het lichaam bepaalde hormonen afgeeft (cortisol, glucagon, epinefrine) die ervoor zorgen dat de lever glucose vrijmaakt. Dit zorgt ervoor dat je bloedsuikerwaarde abnormaal stijgt in de vroege ochtend. Meestal is dit 8 tot 10 uur nadat iemand is gaan slapen.
Brittle diabetes
vorm van suikerziekte die gekenmerkt wordt door frequente ziekenhuisopnames met diabetische ketoacidotische ontregelingen en hypoglycemieën, en sterk wisselende hoge en lage bloedsuikerspiegels.