Complicaties type 1 en 2 Flashcards

1
Q

Waar zijn de complicaties te zien?

A

organen die blootgesteld zijn aan hoog suiker en die voor hun glucoseopname niet insuline-afhankelijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Complicaties diabetes

A

blindheid, nierziekten, zenuwschade, amputatie, hartinfarct, beroerte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waartoe kan een hoog HbA1c leiden?

A

relatief eerder ernstige retinopathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

niet-proliferatieve diabetische retinopathie

A

relatief onschuldig; aneurysmata bloedvaten, puntvormige bloedingen en exudaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

proliferatieve diabetische retinopathie

A

nieuwe bloedvatvorming, kunnen makkelijk bloeden, bij bloeding in glasvocht kan fibrosering van netvlies optreden en dan word je blind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

retinopathie type 1

A

100% background retinopathie, 50% proliferatief
- type 2 20% proliferatief na 20 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kan nefropathie de nier beschadigen?

A
  • beschadiging glomerulus door opgezwollen endotheel, basaalmembraan verdikt, albumine kan erdoorheen lekken en toename mesangiale ruimte
  • ischemie als gevolg van hypertrofie van afferente en efferente arteriolen
  • opstijgende bacteriele infecties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

microalbuminurie

A

30-300 mg/24 uur > achteruitgang van de dier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe kan achteruitgang van de nier vertraagd worden bij type 1?

A

regelmatig testen op microalbuminurie, bloedsuikercontroles en ACE remmers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

natuurlijk beloop nefropathie

A

bij 1 en 2 veel hetzelfde, maar factoren kunnen beinvloeden
- eerst retinopathie en daarna nefropatjoe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

diabetische neuropathie

A

vaten raken verstopt > lumen te klein > te weinig voedingsstoffen en sterven
- mate hangt af van glucoseinstelling
- bij 1 snelle achteruitgang en type 2 verminderde werking zenuwen bij diagnose

later constante achteruitgang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vormen neuropathie

A
  • symmetrische sensore polyneuropathie (distaal)
  • acute pijnlijke neuropathie
  • mononeuropathie en mononeuritis multiplex: hersenzenuwen en geisoleerde perifere zenuwen
  • autonome neuropathie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

diabetische neuropathie

A

kan leiden tot neuropathisch ulcer of charcots arthropathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

autonome neuropathie

A

heeft eefect op hart, hypotensie bij opstaan, diarree, erectiestoornissen, shunting bloedvaten, spieratrofie hand en pijnlijke neuropathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

diabetische impotentie

A

gestoorde zenuwperceptie met verstoorde vaatvoorziening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

risicofactoren ontstaan complicaties

A

lange duur suikerziekte, hoge bloedsuikers, hoge bloeddruk, roken, micro-albuminurie, genen

17
Q

Effect van glucose-controle op complicaties bij type 1

A

intensieve minder microvascularire complicaties op korte termijn, na lange termijn pas op macrovasculaire complicaties

18
Q

type 2 diabetes

A

meer en vaker macrovasculaire dan microvasculaire complicaties
- 2x verhoogde kans op beroerte
- 2-3x verhoogd op hartinfarct
- 50% meer kans op voetamputatie

19
Q

risicofactoren macrovasculaire complicaties

A

duur diabetes, hoge leeftijd, hoge BD, hyperlipidemie, hyperinsulinemie, proteinurie, verhoogde BMI, roken

20
Q

Wat is niet aangetoond voor type 2?

A

dat intensieve therapie de kans op macrovasculaire complicaties verandert > andere bekende risicofactoren behandelen

21
Q

UKPDS

A

risico op microvasculaire complicaties verlaagd
- zo snel mogelijk starten! langdurig behandelen positief

22
Q

SGTL2 en GLP1

A

voordelen cardiaal en renaal