Microscopische anatomie nier en urinewegen

Question 1

lengte en gewicht nier

Answer 1

12 cm lang en samen 250-300 g

Question 2

anatomie nier

Answer 2

aan buitenkant cortex(ontvangt 90-95% bloed) met glomeroli die bloed filteren
dan medulla(merg) die ontvangt rest van bloed, medulla bestaat uit 10-18 piramiden met verzamelbuizen en lus van henle. Piramides hebben papil(punt) waaruit de gevormde urine druppelt

dat wordt opgevangen in door een calyx minor= kleine kelk/trechter

deze komen uit in calyx major=grote kelk en vanuit daar gaat het naar het nierbekken (urotheel bekleed) en gaat het naar de ureter

in nier zit ook vet voor bescherming
nier licht ook in retroperitoneaal vet ter bescherming van nieren

Question 3

functies nieren

Answer 3

Filtratie en secretie van afvalstoffen uit bloed

regulatie water en zout huishouding: bloeddruk en zuur-base balans

hormoon productie: renine, erythrypeotine, activatie vitamine D

Question 4

waaruit bestaat nefron

Answer 4

Glomerolus, proximale tubulus, lis van henle, distale tubulus, verzamelbuis

ter plaatse van juxtaglomerulaire apparaat wordt dikke deel van lus van henle de distale tubulus genoemd

Question 5

nefron en glomerulus hoeveelheid en lengte

Answer 5

nefron:
400 000-800 000 per nier
lengte van 1 nefron is 50 mm

glomerulus:
1 miljoen per nier
alle glomerulaire capillairen 13 km

Question 6

Glomerulus

Answer 6

filtratie unit van nefron

afferente arteriole: voert bloed aan
efferente arteriole: voert bloed af
kunnen door vasoconstricite druk in glomerulus regelen

filtraat komt in ruimte van bowman terecht

daar gaat het urine pool in en komt het in de proximale tubulus

Question 7

macula densa

Answer 7

bekleed distale tubulus, meet de hoeveelheid NaCl in geproduceerde urine

Question 8

juxtaglomulaire cellen

Answer 8

• regulatie water-zout balans
• bestaat uit: macula densa, arteriole en juxtaglomerulaire celen
• regulatie glomerulaire filtratie druk
• productie hormoon renine
• regulatie renale doorstrooming en glomerulaire filtratie

in preparaat zijn stipjes in JG: renine bolletjes

Question 9

mesangiale cellen

Answer 9

vormt boom

• vormt fundament door alle capillairlusjes bij elkaar te houden
• reguleert hydrostatische druk door contractie(reageert op angiotensine)
• fagocytosis van moleculen in glomerulus (macrofaag)
• immuun regulatie van cyokines

zijn soort spiercellen die kunnen samentrekken, door te ontspannen druk in capillairen regelen

Question 10

podocyt

Answer 10

epitheelcel rond de capillairen, grote kern met veel tentakels die glomerulaire basaalmembraan bekleden

voetjes van 2 podocyten zitten om en om, zo heel dicht netwerk, waardoor eiwitten niet in urine terecht komen

Question 11

basaalmembaan glomerulus

Answer 11

belangrijk voor selectiviteit

bestaat vooral uit collageen 4 (en lamine0–> zorgen voor fysieke barrieren –> allen moleculen < 10 nm of 70 kDa passeren

ook proteoglycanen–> zorgen voor negatieve lading van GBM(glomerulaire basaal membraan)–> neg moleculen kunnen moeilijk passeren

Albumine is groot en sterk neg dus kan niet passeren

Question 12

uit welke lagen bestaat glomerulaire filtratie

Answer 12

eerst gefenestreerd endotheel

dan basaalmembraan: collageen 4, laminine en proteoglycanen

aan buitenkant podocyten die zorgen voor slit diafragma

Question 13

urine productie en uitscheiding

Answer 13

voor urine productie 180 L per dag

1-1,5 L per dag uitgescheiden

dus van voorurine wordt grootste gedeelte gereabsorbeerd

Question 14

proximale tubulus

Answer 14

• Re-absoprtie van 60% H2O met ionen opgelost en ook glucose, mineralen, aminozuren, vitaminen en eiwitten < 70kDa
• Secretie organische ionen: choline en creatinine
• Metabolisme vitamine D

Question 15

microscopische opbouw proximale tubulus

Answer 15

bevatten veel ATP–> veel mito’s
als er iets mis is met nier, gaat proximale tubulus als eerste dood

bevatten microvilli (net als darmen) voor opp vergroten, want moet heel veel reabsorberen

Question 16

Lis van Henle

Answer 16

Reabsorptie H2O in dalende deel en NaCl in stijgende deel

zijn kleine kubische cellen

Question 17

Distale tubulus

Answer 17

Reabsorptie van NaCl
secretie van H+ en NH4+
regulatie zout-water balans

in preparaat komt het veel minder vaak voor dan proximale tubulus–> minder roze cellen (minder mito’s) kubische epitheelcellen zonder microvilli, kernen regelmatig verdeeld (soort kralenketting)

Question 18

verzamelbuis

Answer 18

Reabsorptie H2o en NaCl
secretie H+ en absroptie HCO3-

in preparaat duidelijke celmembranen dicht, geen microfilli cellen groter en kubischer dan distale tubulus

Question 19

pyelum

Answer 19

nierbekken

Question 20

ureter

Answer 20

mucosa: binnenkant bekleed met urotheel
muscularis: heel dik, kneed urine naar beneden (belangrijk, want als urine te lang in pyelum= ontsteking
aventitia: vaten ten zenuwen

Question 21

urine blaas

Answer 21

bekleding van binnen naar buiten:

urotheel: meerrijing, hoog-cilindrisch epitheel, 7 lagen bovenste laag paraplu cellen--> beschermen tegen schadelijke stoffen uit urine
lamina propria: losmazig bindweefsel met vaatjes en soms spiervezels(onderdeel van m. mucosa) is rijk doorbloed
muscularis detrusor (m. propria): zorgt voor lediging blaas
peri-vesicaal vetweefsel

Question 22

kleuringen preparaten

Answer 22

HE: haematoxyline en eosinefile kleuring= meest gebruikt

PAS: periodic acid-shiff: kleurt glomeroli beter doordat basaalmembraan goed wordt aangekleurd

Jones/zilver: basaalmembranen heel donker aangekleurd, waardoor kleine afwijkingen goed te zien zijn= duur