Klinische stoornissen in de waterbalans Flashcards

1
Q

Wat bepaalt de plasma osmolaliteit?

A

De natriumconcentratie in het plasma. De normale osmolaliteit van het plasma is ongeveer 300 mOsm/kg H2O.
Normale osmolaliteit van de urine bestaat niet, omdat deze sterk afhankelijk is van de inname.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is Hyponatriemie?

A

te lage natriumconcentratie <136 mmol/L in het bloed. Een gevolg van stoornissen in de waterbalans.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is hypernatriemie?

A

te hoge natriumconcentratie > 145 mmol/ L in het bloed. Een gevolg van stoornissen in de waterbalans.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar leiden waterbalans stoornissen toe?

A

Waterbalans stoornissen die acuut ontstaan (<48 uur) zorgen voor neurologische complicaties. Chronisch ontstane stoornissen (>48 uur) kunnen bij te snelle correctie ook tot neurologische complicaties leiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt er als er een driegend watertekort is?

A

antidiuretisch hormoon wordt geactiveerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt er als er een driegend zouttekort is?

A

Renine-angiotensine-aldosteron systeem wordt geactiveerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom is hyponatriemie een probleem?

A
  • Risico voor neurologische complicaties.
  • Verlaging van de osmolaliteit van de extracellulaire vloeistof.
  • Als hyponatriemie acuut ontstaat (<48 uur) treedt cel zwelling op (hersenoedeem).
  • Als hyponatriemie chronisch ontstaat (>48 uur) passen cellen zich aan en is juist te snelle correctie van hyponatriemie gevaarlijk (osmotische demyelinisatie).
  • Chronische hyponatriemie veroorzaakt ook neurologische symptomen en is geassocieerd met hogere sterfte.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hyponatriemie is meestal het gevolg van een combinatie van:

A
  • Inname (polydipsie) of toediening (infuus met glucose zorgt voor meer water) van veel water.
  • Verminderde renale waterexcretie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer appropiate ADH-afgifte?

A

Hyponatriemie wordt veroorzaakt doordat de volumeregulatie het wint van de osmoregulatie. ADH wordt dan alleen afgegeven om de bloedvolume depletie te compenseren. Deze ADH-afgifte is niet-osmotisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer Inappropiate ADH-afgifte?

A

Wanneer er wel ADH wordt afgegeven bij een te lage plasma osmolaliteit. (<280 mOsm/kg H2O), (heet ook wel SIADH = primaire waterretentie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarvan kan Inappropiate ADH-afgifte een gevolg zijn?

A
  • Effect op centrale osmoreceptoren (door farmaca)
  • Ectopische productie van ADH
  • Longaandoeningen, zoals een pneumonie of andere infecties
  • Nier veroorzaakt of versterkt het ADH-effect
  • Bijnier insufficiëntie (hypercortisolisme = te weinig cortisol: cortisol uit de bijnier remt normaal gesproken de ADH-afgifte)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is SIADH?

A

Hierbij treedt alleen waterretentie op in de ECF.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is hypovolemische hyponatriemie?

A

Er treedt zout en dus volumeverlies op in de ECF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is hypervolemische hyponatriemie?

A

Er treedt zowel zout- als waterretentie op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De behandeling van hyponatriemie bestaat uit:

A
  • Hersenoedeem moet verholpen worden door het toedienen van hypertoon zout, 3% NaCl via een infuus.
  • Verminder de waterinname
  • Hypovolemie corrigeren: infuus isotoon zout: 0,9% NaCl
  • Waterexcretie stimuleren: ureum, tolvaptan (remmer ADH-receptor), lisdiureticum, SGLT2-remmers?
  • Gericht op de oorzaak: let op carcinoom/ medicatie
  • Overcorrectie: stop actieve therapie, 5% glucose iv, desmopressine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het limiet de correctiesnelheid?

A

8-10 mmol/L per dag

17
Q

De behandeling van hypernatriemie?

A

Voor hypernatriemie geldt dat het geven van water altijd de oplossing is. Er zijn geen infusen met puur water, maar een infuus met glucose is ook bruikbaar, omdat glucose wordt omgezet in water. Als de patiënt bij kennis is gaat de voorkeur uit naar het simpelweg drinken van water.

18
Q

De belangrijkste oorzaken van hypernatriemie:

A
  • Primaire hypodipsie
  • Niet aangevuld waterverlies
  • Osmotische diurese
  • Extrarenaal waterverlies
  • Positieve zoutbalans