longfunctie en hyperreactiviteit bij astma Flashcards
2 soorten longfunctie stoornissen
restrictief: kleiner volume
obstructief: vernauwing, vermoeilijkte uitstroom, FEV1 is lager
astma en COPD allebei obstructief
astma
wisselende maten van luchtwegvenauwing door contractie spierweefsel, inflammatie, zwelling en mucus vorming
wordt erger bij blootstelling aan risicofactoren
inflammatie is er altijd, alleen ernst afhankelijk van prikkels
bronchiale hyperactiviteit (BHR)
aanvalsgewijs beloop, tussen aavallen normale longfunctie
vaak allergie(70% van astma patienten)
astma triggers
roken, stof, koude lucht, pollen, dieren, stress, worde, sterke geuren, uitlaatgasse
longfunctie onderzoek bij astma
diagnose ondersteunen door:
aantonen ernst luchtstroombeperking(FEV1/FVC)
reversibiliteit na bronchus verwijder
variabiliteit (PEF registratie)
bronchiale hyperreactiviteit (BHR)
flow volume curve bij astma
bij obstructie flow-volume curve concaaf
tiffeneau index
FEV1/VC
voor beoordelen of er een intrathoracale luchtwegobstructie is
bij rustig uitademen tot je helemaal leeg bent, dan diep inademen
VC is groter dan FVC
VC- IVC
is sensitiever, maar bij huisarts vaak geen apparatuur hiervoor
FER= forced expiratory ratio
FEV1/FVC
wanneer obstructieve longfunctie stoornis bij FEV1/(F)VC
als < -1,64 SD
of <0,7 of 70%
dus FEV1 70% van FVC
reversibiliteitsmeting
FEV1 moet verbeteren met 12% en >200 mL
vooraf medicatie staken
1: flow-volume. spirometrie
2: inhalatie bronchodilatator
3: 15-30 min inwerktijd
4: herhaling flowvolume of spirometrie
toename: niew-oud/oud
variabiliteit met peakflow meting
variaties binnen 1 dag:
volwassene>10% kinderen>13%
ochtend en avond meten–> 3x blazen, hoogste meting telt
apparaat mee nemen naar huis, patient moet wel goede techniek hebben en elke keer goed zijn best doen anders onbetrouwbaar
dit ook handig voor aantonen beroepsastma
Bronchiale hyperreactiviteit HBR
verhoogde prikkelbaarheid van luchtwegen voor specifieke(allergische) en a-specifieke(chemische, fysische prikkels) die leiden tot obstructie
specifiek: inhalatie allergenen
niet-specifiek:
chemisch: sigarettenrook, parfun, verf, baklucht
fysisch: T-wisseling, inspanning, lachen, stress
Wanneer BHR test
als je reversibiliteit en variabiliteit niet kan aantonen en klachten blijven
elke keer bij goede omstandigheden gemeten
2 soorten provocatie testen (BHR)
directie/niet-specifieke test:
direct gladde spierweefsel prikkelen–> bronchoconstrictie (histamine, metacholine)
indirect/specifieke test:
prikkel is start van serie reacties die lijdt dot contractie spierweefsel en inflammatie
(inspanning,koude/droge lucht, allergenen)
histamine/metacholine provocatie test
bootst dagelijke niet allergische prikkels na(rook/parfum/mist/T wisseling)
hoe lager concentratie waarbij FEV1 met 20% daalt, hoe reactiever luchtwegen
PC20= concentratie waarbij FEV1 20% is gedaalt= maat voor hyperreactiviteit
tijdens test steeds 2x hogere dosis geven start bij blanco-0,25 gaan tm 32 mg/ml
na 0,5 min
na test salbutamol geven voor verwijding
info vooraf provocatie test
patient goed voorlichten
bronchusverwijders staken
antihistaminica staken
contra-indicaties checken