medisch onderwerp Osteogenesis imperfect Flashcards
1
Q
wat is osteogenesis imperfect?
A
• Korte lichaamslengte en afwijkingen van de ledematen, rug en aangezicht • Respiratoire problemen o Borstkast of bovenste luchtwegen • Centraal zenuwstelsel o Hydrocefalie o Spinale stenose (vernauwing wervelkanaal) o Spier hypotonie, contracturen • Gehoor en visuele problematiek'
2
Q
wat veroorzaakt osteogenesis imperfect?
A
• Mutaties in collageen gen.
• Triple helix komt (deels) niet tot stand waardoor
collageenvezel afwijkend is.
o Type II en type III
3
Q
welke classificaties van osteogenesis imperfecta zijn er?
A
• Type I: milde vorm o Mild met blauw/grijze sclera o Overerving AD • Type II: o Meestal Lethaal o Overerving AD • Type III: o Mutatie in het collageen gen -> normale collageen triple helix komt niet tot stand o Multiple fracturen met deformatie van ledematen en rug o overerving AD • Type IV: o intermediair tussen type I & III o IVA-: normale tanden o IVB-: dentinogenesis imperfecta (niet goede tandaanleg) o Overerving AD • Type V o Vergelijkbaar met type IV, maar met vorming van hypertrofische callus o Classificatie van de membrane interossea (vliezen tussen botten onderarm en -been verkalken) o Geen mutaties in type 1 Collageen o Overerving AD
4
Q
wat zijn de recessieve vormen van OI
A
• Type VI o Ernstiger dan type IV o Vertebrale compressie fracturen, geen mutaties in type 1 collageen • Type VII: Matig ernstig o Rhizomelie van beide armen en benen o Femora en humeri zijn gebogen o Witte sclera (oogwit) • Type VIII: zeer ernstig/lethaal o Rond gezicht o Witte sclera o Dunne ribben
5
Q
hoe wordt O I gediagnostiseerd?
A
- Klinisch beeld door kinderarts, orthopedisch chirurg, klinisch geneticus, revalidatiearts
- Beeldvormend onderzoek (osteopenie, kalkarmheid)
- Vaak in speciaal behandelcentrum
- Vele verschillende mutaties mogelijk (lastig DNA-onderzoek)
6
Q
welke problemen spelen er op per leeftijdsfase?
A
• Intra-uterien o Afwijkingen op echo: weinig verbening • Perinataal o Breuken- Deformaties • Baby/peuter o Schedelvorming: zachte schedel, grote fontanellen (lang open) o Deformaties van armen/benen – dunne ribben • Schoolleeftijd o Toename van botbreuken door meer activiteit o Schedelafwijkingen o Deformaties van armen/benen o Instabiele gewrichten • Puber o Scoliose/Kyfose o Wervelfracturen o Botpijn o Beperkingen door deformaties o Instabiele gewrichten • Volwassenen o Toename van botbreuken door osteoporose en hoger valrisico o Instabiele gewrichten
7
Q
wat is de behandeling bij osteogenesis imperfect
A
• Vroege intramedullaire fixatie • Bisfosfonaten o Toename botdichtheid § Osteoclast inhibitie o Afname aantal fracturen o Ook effect op het gebit o Effect op skelet § Bisfonaten worden opgenomen door osteoclasten en veroorzaken apoptose § Netto-effect: afname botresorptie en een toename van bot(mineraal)dichtheid