medisch onderwerp COPD en longziektes Flashcards

1
Q

wat is een allergie?

A
  • Overdreven ontstekingsreactie
  • Gevolg lokale toename doorbloeding
  • Zwelling slijmvliezen
  • Toename slijmproductie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke soorten allergie zijn er?

A
  • Type I: mestcel-degranulatie (loslaten van korrels uit mestcellen) door IgE (immuno globine antistof)
  • Type II: cytoxiciteit door IgG en IgM
  • Type III: immunologische complexen door IgG
  • Type IV: cellulair door lymfocyten, contacteczeem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe onstaat er een allergie?

A

• Berust meestal op erfelijke aanleg (atopische constitutie)
• Persoon komt in aanraking met allogeen -> lichaam maakt antistoffen tegen stof (IgE) -> IgE gaan op
mestcellen zitten-> laten korrels los-> ontstekingsreactie
• Longen:
o Piepen/hoesten/kortademigheid in rust of bij inspanning
• Neus:
o Niezen/loopneus/verstopte neus/jeuk
• Ogen:
o Gezwollen oogleden/jeuk/branderigheid/tranenvloed/roodheid
• Huid:
o Zwellingen/jeuk/uitslag/wonden
• Keel:
o Pijn/veelvuldig schrapen/slijm opgeven
• Darmen:
o Diarree/braken/buikpijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

voor welke stoffen zijn de meeste allergisch?

A
  • Pollen
  • Dierlijke huidschilfers
  • Huisstofmijt
  • Enz.
  • Nogal eens een kruisreactie (allergische reactie op vergelijkbare stoffen) indien allergie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe wordt een allergie gediagnostiseerd?

A
  • Bloedtesten op IgE

* Priktest met allergenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de gevaarlijkheden bij een allergie?

A
  • Massale vaatverwijding
  • Bloeddrukdaling
  • Bewustzijnsverlies
  • Glottis oedeem
  • Behandelen: Epipen (adrenaline)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke middelen staan erom bekend dat ze een allergie uitlokken?

A
• Medicatie
o Betalactam antibiotica
o Röntgen contrast
o Spierverslappers en pijnstillers
o Tijd:
§ Intraveneus -> 5 min
§ Oraal -> 10-20 min
• Insectenbeten
o Tijd: 10-15 min
• Voedsel
o Pinda’s en noten
o Koemelk
o Seafood
o Tijd: 15-25 min
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat wordt gezien als een ontsteking aan de luchtwegen?

A
  • Vaak viraal
  • Soms bacterieel of superinfectie (virus en bacterie)
  • Rhinitis (neusverkoudheid)
  • Sinusitis (bijholteontsteking)
  • Laryngitis (strothoofd/ stembanden ontsteking)
  • Bronchitis (ontsteking in bronchiën)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn de symptomen van een longontsteking?

A
  • Onderliggende oorzaak? (CVA)
  • Immobiliteit speelt soms een rol
  • Plotselinge hoge koorts
  • Opgeven van sputum (slijm ophoesten)
  • Kleur verraadt het micro-organisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn de oorzaken van aspiratie pneumonie?

A
• Oropharyngeale dysfagie (slikstoornissen)
o CVA en dementieel beeld
o Slikstoornissen
o 50% van alle CVA patiënten
o Meestal (80%) verbetering in de eerste 7-10 dagen
o Meer bij grote beroerten en afasie
o Verhoogd risico op pneumonie
• Oropharnygeale bacteriële vegetatie/ verminderde mondhygiëne
o Kan het zelf niet
§ Verminderd bewustzijn
§ Verminderde arm/ hand functie
o Kan er niet naar vragen 
§ Communicatieproblemen
• Dysfasie
• Delirium
• Dementie
o Toename kwetsbaarheid
§ Dysfagie
§ Xerostomie
§ Niets per os
§ Geneesmiddele
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de verwekkers bij pneunomie?

A
  • Pneumococ
  • Legionella (bacterie in stilstaand water)
  • Tuberculose
  • Stafylococ (huidbewoners, vaak chirurgische wonden)
  • Influenza -> effect op trilhaarepitheel (verwijdering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat gebeurd er bij atelectase?

A
• Samenvallen van een long/longdeel
• Oorzaken 
o Infectie
o Vreemd voorwerp in luchtwegen
o Lokale druk van buitenaf
• Gevolg
o Bronchinctasie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is astma bronchiale?

A

• Ontstekingsreactie met verdikking van slijmvlies, luchtwegvernauwing en meer slijmophoping
• Piepen bij uitademing -> kleine luchtwegen
• Piepen bij inademing -> grote luchtwegen
• Aanvalsgewijze bronchoconstrictie
• Vele oorzakelijke momenten
o Erfelijke aanleg
o Allergie
o Aspecifieke prikkels
o Lage histaminedrempel
o Inspanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is Cf?

A
  • Letterlijk: bindweefselvorming met cysten
  • Taaislijmziekte: er ontstaan slijmophopingen welke gaan ontsteken
  • Chronische ziekte met beperkte levensverwachting
  • 1200 patiënten
  • Tast diverse organen, met name de longen aan
  • Littekenvorming en functieverlies
  • Autosomaal recessieve aandoening (beide ouders dragers)
  • Chromosoom 7
  • 900 mutaties -> uiting op verschillende manieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe erfelijk is cystic fibrosis ?

A
  • Bij 1 op 2600 zwangerschappen
  • Een van de meest voorkomende erfelijke aandoeningen
  • Alleen kans als beide ouders drager zijn van het gen
  • Kans dat iemand drager is: 1 op 30
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn de symptomen van cystic fibrosis?

A
  • Aanhoudend hoesten en slijm opgeven
  • Stinkende vette ontlasting
  • Sterk zout smakend zeet
  • Terugkerende luchtweginfecties
  • Geringe eetlust (met name ten tijde van luchtweginfecties)
  • Groeiachterstand
17
Q

hoe wordt cystic fibrosis gediagnostiseerd?

A
  • Hielprik
  • Zweettest (zweet bevat 2 tot 5x zoveel zout)
  • DNA-mutatie-analyse (2 CF-genen dienen gevonden te worden)
  • Meting van potentiaalverschillen in neus- of rectumslijmvlies gespecialiseerd CF-centrum
18
Q

wat is de behandeling van Cf?

A

• Voorkomen en bestrijden van luchtweginfecties met medicatie en fysiotherapie
• Op peil houden van algemene conditie:
o De algemeen weerstand wordt verhoogd
o De conditie van organen en spieren wordt op peil gehouden
o De luchtweginfecties worden zo veel mogelijk voorkomen
o Sputum kan makkelijker worden opgehoest
• Behandelen van verteringsstoornissen en op peil houden van de voedingstoestand
• Uiteindelijk longtransplantatie

19
Q

wat is de prognose van CF?

A

Verbeterde diagnose en behandeling verlengen levensverwachting
• CF-indicatie voor kinderlongtransplantatie
• 5 jaar na longtransplantatie werkt ongeveer 2/3 van de longen nog goed

20
Q

wat is COPD?

A

COPD staat voor chronic obstructive pulmonary disease/ chronisch longlijden. Het is een chronische
ontsteking die geleidelijk progressief verloopt. De ziekte komt meestal tot uiting
na het 40ste levensjaar

21
Q

wat zijn de oorzaken van COPD?

A
• Endogene factoren
o Aanleg
o Genetische factoren
o Hyperresonsiviteit
o Meer mannen dan vrouwen
o Infecties 
• Exogen facoren (van buitenaf)
o Roken
o Meeroken
o Luchtverontreiniging
o Stof en chemicaliën
o Sociaaleconomische factoren 
o Vergrijzing
22
Q

hoe onstaat COPD?

A
Chronische bronchitis (ontsteking in bronchien waardoor ze opzwellen) -> verhoogde slijmproductie-> 
onsteking broncholi -> obstruciteve bronchiolitis -> tussenwanden longblaasjes verdwijnen -> oppervlakte 
waar gaswissling kan plaatsvinden wordt steeds kleiner -> grote verwijde zakken (bullee)
23
Q

wat zijn de verschillende stadiums van COPD?

A

• Stadium 0
o Normaal functioneren
• Stadium 1: licht COPD
o Lichte beperking van de luchtstroom
o patiënten zijn zich niet altijd bewust van abnormale longfunctie
• Stadium 2: matig ernstig COPD
o Beperking in luchtstroom veroorzaakt klachten als hoesten, slijm opgeven en kortademigheid
bij inspanning
o Patiënten komen vragen om medische behandeling
• Stadium 3: ernstig COPD
o Beperking in de luchtstroom is verder verminderd
o Klachten als toenemende benauwdheid, vermoeidheid, beperkingen in dagelijkse activiteiten
• Stadium 4: zeer ernstig COPD
o Zeer ernstige vermindering van de luchtstroom
o Invloed op hart en vaten
o Dagelijks toedienen van extra zuurstof noodzakelijk
o Tijdelijke verslechteringen kunnen levensbedreigend zijn