kenmeren van een zitananalyse Flashcards
hoe stel je een ROHO Kussen in?
• Opblazen
o Blaas het kussen volledig op
• Zitten
o Laat de client in het midden zitten in zijn/haar normale positie
o Pas het kussen aa naan de client door lucht uit het ventiel te laten lopen, totdat de gebruiker
op de juiste wijze in het kussen in ingezonken
o Beoordeel de hoeveelheid lucht door de handcheck: 1,5-2,5 cm lucht tussen onderkant
kussen en benig uitsteeksel
• Herhalen
o Herhaal de stappen aanpassen en boordelen al er te veel lucht in het kussen zit
o Help de optimale inzinken en omvatting te garanderen door eventueel lucht toe te voeren of
te verwijderen
• Ventriel
o Groene knop: ventriel is ontgrendeld
o Rode knop: lucht in 4 kwadraten te houden
wat zijn de basisprincipes van het ROHO kussen?
- Kussen neemt u op
- Kussen past zich aan uw vorm
- Kussen beweegt met u mee
- Kussen werkt met u samen, altijd
wat zijn de karakteristieke van een goede zitkussen?
• Voldoende inzinking en omvatting
o Inzinking: vermogen van een kussen om het lichaam te laten
zinken
o Omvatting: vermogen van het kussen om te vormen en het lichaam te omvatten.
• In te stellen op de unieke eigenschappen van de gebruiker tijdens de eerste passing
• Zich voortdurend aanpassen aan de bewegingen en activiteiten van de gebruiker
• Aanpasbaar aan de gebruiker gedurende weken, maanden en jaren
• Duurzaam
wat is geïntregreerde stabiliteit?
Geïntegreerde Stabiliteit
• = de mogelijkheid om het bekken, de heupen en de bovenbenen zowel zijwaarts als voor- en
achterwaarts op zijn plaats te houden
wat is dynamische positionering?
• = de mogelijkheid om de positie van het beken, de heupen en de bovenbenen te bepalen
wat zijn de kenmerken van goed zitten?
- Dynamische positionering
- Stabiliteit in de zitting
- Pure bescherming
- Comfor
wat zijn de ontstaansmechanismen van decubitus?
• Van buiten naar binnen o Druk o Frictie o Microklimaat • Van binnen naar buiten o Druk o Schuifkrachten
hoe observeer je de zithouding?
• Laat een cliënt op zijn eigen manier gaan zitten
• Observeer het zitten
o Ga op ruime afstand (5 meter) van de cliënt staan
o Observeer de cliënt vanaf de voor-, zij-, en achterkant. Let hierbij op (a)symmetrie,
(ont)spanning, actief/passief
• Observeer achterkant en zijkant
o Ga recht achter de cliënt op voldoende afstand aan
o Observatie van de achterkant: de anatomische lijn vanuit het midden van het achterhoofd
(Occiput) gaat door werveluitsteeksels, dan door de bilnaad. Wervelkolom is recht
o Observatie van de zijkant: anatomische lijn verticaal vanuit het midden van het oor gaat door
de schouder, door de trochantor in een horizontale lijn van de heup naar de knie in een
verticale lijn van het midden van de knie naar het hoogste punt van de lengtegewelf van de
voet
• Observeer stand schouders
o Staan beide schouders horizontaal, is er sprake van hoogstand of laagstand
• Observeer wervelkolom
o Staat de wervelkolom recht of is er sprake bij een zijwaartse kromming
o Bij een verandering in de stand van wervelkolom vindt men altijd veranderingen in de stand
van het hoofd en het bekken
• Observeer stand van de bekken
o Is het gewicht op beide billen verdeeld? Zijn de bekkenkammen op gelijke hoogte? Neutrale
stand is 15 graden naar voren gekanteld
o Bij veranderingen in de stand van het bekken is er tevens een verandering in de stand van de
lumbale welvelkolom
• Observeer stand van benen, enkels en voeten