Les 5 - Saludos Flashcards
vijf
cinco
vijfde
quinta
begroeting
saludo
gesprek
diálogo
op kantoor
en la oficina
dat ben ik
soy yo
erg goed
muy bien
sorry
perdón
goedenavond (vanaf donker)
buenas noches
Hoe heet u?
¿Cómo se llama usted?
heten
llamarse (ww)
ik heet
me llamo
Argentijnse
argentina
wie?
¿quién?
de camping
el camping
het kind
el niño
de kinderen
los niños
heet jij
te llamas
ze noemen mij
me llaman
broer en zus
hermanos
zussen
hermanas
de broer
el hermano
de zus
la hermana
hebben
tener (ww)
ik heb
tengo
nog twee
otras dos
jouw
tu
de achternaam
el apellido
de vader
el padre
de moeder
la madre
ik begrijp het
lo entiendo
begrijpen
entender (ww)
tot ziens
hasta luego
Ik heet Marieke, maar ze noemen me Miek
Yo soy Marieke, pero me llaman Miek
Zijn jullie broers / broer en zus?
¿Sois hermanos?
Ik heb nog twee zussen
tengo otras dos hermanas
Wat is je achternaam?
¿Cuál es tu apellido?
Ach zo, ik begrijp het al.
Ah, sí, ya lo entiendo
Wilt u een kopje koffie?
¿Quiere usted un café?
Ober, een ander glas a.u.b. of Ober, nog een glas a.u.b.
Camarero, otro vaso, por favor.
de giro
el giro
de generaal
el general
logisch
lógico
de mensen
la gente
de kat
el gato
vrolijk
alegre [aLEkri]
de ballon
el globo
de oorlog
la guerra
de gitaar
la guitarra
onderscheiden
distinguir [distienKIER]
de ooievaar
la cigüeña [la szieKWEnja]
de schaamte
la vergüenza [la berKWENsza]
spreken, praten
hablar (ww)
het uur
la hora
het ei
el huevo [el webo]
vandaag
hoy
nu
ahora