Les 1 - en la frontera Flashcards
welkom
bienvenidos
de les
la lección
een
uno
eerste
primera
bij de grens
en la frontera
waar?
¿dónde?
zich bevinden / zijn
estar (ww)
ja
sí
al
ya
Spaanse
española
inderdaad
efectivamente
hallo
hola
goedemorgen
buenos días
u bent (meerv)
ustedes son
Nederlanders
holandeses
het paspoort
el pasaporte
de paspoorten
los pasaportes
alstublieft (verzoeken)
por favor
alstublieft (geven)
tenga
mijn
mi
en
y
van
de
man (echtgenoot)
el marido
dank u wel
gracias
goed
bien
doei
adiós
goede reis
buen viaje
Waar zijn wij?
¿Dónde estamos?
We zijn al bij de grens.
Estamos ya en la frontera.
De Spaanse grens?
¿La frontera española?
Ja, inderdaad, de Spaanse grens.
Sí, efectivamente, la frontera española.
Goedemorgen.
Buenos días.
Ja, wij zijn Nederlands.
Sí, somos holandeses.
De paspoorten, alstublieft.
Los pasaportes, por favor.
Alstublieft. Mijn paspoort en het paspoort van mijn man.
Tenga. Mi pasaporte y el pasaporte de mi marido.
Dank u. Het is in orde.
Gracias. Está bien.
het huis
la casa
de vrouw
la mujer
het boek
el libro
het paspoort
el pasaporte
de Spaanse kust
la costa española
de student
el estudiante
de telefoon
el teléfono
de Spanjaard, het Spaans
el español
het papier
el papel
de kleur
el color
het verkeer
el tráfico
de aardappel
la patata
het voetbal
el fútbol
speciaal
especial
het feest
la fiesta
studeren
estudiar
eten
comer
drinken
beber
het boek
el libro
de boeken
los libros
duur
caro
vader
padre
gezond
sano
markt
mercado
straat
calle
nemen
tomar
zingen
cantar
brood
pan
maar
pero
vinger
dedo
nul
cero
januari
enero
centrum
centro
bier
cerveza
moeder
madre
man
hombre
auto
coche
vrij
libre
wijn
vino
duizend
mil
type
tipo
bioscoop
cine
dans
baile
olie
aceite
blond
rubio
pardon (luister eens?)
oiga
mode
moda
hotel
hotel
golf
ola
nee, niet, geen
no
zon
sol
liefde
amor
dik
gordo
wolk
nube
veel
mucho
gezondheid
salud
oorzaak
causa
water
agua
sterk
fuerte
antiek
antiguo
kaas
queso
ik wil
quiero
gitaar
guitarra
