Les 10 - Una carta Flashcards
tien
diez
tiende
décimo / -a
zijn (van hem)
su(s)
kort
breve(s)
de regel (in een brief)
la línea
de indruk
la impresión
zetelt
reside
zetelen
residir
het parlement
el parlamento
mooi
bonito
vlak (plat)
llano
weten jullie
sabéis
weten, kennen
saber
onze
nuestra(s)
het woord
la palabra
de dijk
el dique
het kanaal
el canal
de polder
el pólder
de oorsprong
el origen
de haring
el arenque
de vis (als gerecht)
el pescado
rauw
crudo
de ui
la cebolla
gehakt, gesnipperd
picada(s)
ik ga
voy
gaan
ir
heel dichtbij
muy cerca
het regent
lluebe
regenen
llober
vaak
a menudo
nooit
nunca
je kunt
puedes
kunnen
poder
zeker zijn van
estar seguro de
het geluk
la suerte
de zon schijnt
hace sol
in de loop van
a lo largo de
de week
la semana
de haven
el puerto
moeilijk
difícil
uitspreken
pronunciar