Les 31 - Un encuentro Flashcards
1
Q
de ontmoeting
A
el encuentro
2
Q
aankomen, arriveren
A
llegar
3
Q
de ster
A
la estrella
4
Q
het is zo / werkelijk waar
A
es verdad
5
Q
zelfde
A
mismo
6
Q
wat!
A
!cuánto!
7
Q
blij zijn, zich verheugen op
A
alegrarse de
8
Q
Moet je nou kijken!
A
!hay que ver!
9
Q
Dat is ook toevallig!
A
!qué casualidad!
10
Q
moe
A
cansado/a
11
Q
zoveel
A
tanto/a
12
Q
goddank
A
gracias a Diós
13
Q
het is het oude liedje
A
es lo de siempre
14
Q
ophouden, stoppen
A
parar
15
Q
bij zich hebben, meenemen
A
llevar