Les 31 - bijwoorden Flashcards
op deze manier, zo
así
nauwelijks
apenas
langzaam
despacio
snel
rápido
hoog, luid
alto
laag, zachtjes
bajo
goed, wel
bien
beter, best
mejor
slecht
mal
slechter, slechtst
peor
zoals, evenals
como
hoe?
¿cómo?
stevig, flink, grof
fuerte
overeenkomstig
conforme
op snelle wijze
rápidamente
op perfecte wijze
perfectamente
op eenvoudige wijze
fácilmente
dikwijls, vaak
a menudo
lukraak, in het wilde weg
a bulto
blindelings
a ciegas
droogweg
a secas
op de tast
a tientas
op den duur
a la larga
naar de mode
a la moda
in het donker
a obscuras
te voet
a pie
soms
a veces
op handen en voeten
a gatas
schreeuwend
a gritos
op z’n Spaans
a la española
op tijd, tijdig
a tiempo
plotseling
de repente / de golpe
van nabij
de cerca
van verre
de lejos
van horen zeggen
de oídas
vlug
de prisa
geknield
de rodillas
op de tenen
de puntillas
wagenwijd open
de par en par
in het voorbijgaan
de paso
onverwacht
de improviso
’s nachts
de noche
overdag
de día
zo nu en dan, af en toe
de vez en cuando
van buiten, uit het hoofd
de memoria
binnenkort
en breve
dadelijk, meteen
en seguida
in het algemeen
en general
in het geheim, heimelijk
en secreto
geheel en al
en total / por completo
tenslotte
por último