le francais au quotidien: 6B 3 Flashcards
1
Q
ik ben doodmoe
A
Je suis crevé(e)
2
Q
ik voel me niet zo goed
A
Je ne me sens pas très bien
3
Q
ik kom er terug bovenop
A
Je remonte le courant
4
Q
ik ben helemaal hersteld
A
Je suis tout à fait rétabli(e)
5
Q
het gaat totaal niet goed
A
ça ne va pas bien du tout
6
Q
ik voel me echt slecht
A
Je me sens très mal
7
Q
het gaat relatief goed
A
Je vais relativement bien
8
Q
Ik ben niet in mijn element
A
je ne suis pas dans mon assiette
9
Q
ik heb overal pijn
A
J’ai mal partout
10
Q
ik ben zo ziek als een hond
A
Je suis malade comme un chien
11
Q
zo-en-zo
A
Couci-couça
12
Q
ik voel me ellendig (inf)
A
Je me sens moche
13
Q
niet geweldig
A
pas terrible
14
Q
Ik heb een verkoudheid
A
- J’ ai un rhume
15
Q
ik ben verkouden
A
- Je suis enrhumé(e)